Een landelijk organisatiesysteem zou een systeem moeten zijn dat
functioneert op basis van kennis, namelijk technische kennis en universeel-
emotionele kennis.
Binnen deze
context betekent:
Technische
kennis: Het beschikken over een
overzicht en inzicht van organisatorische wetmatigheden.
Universeel-emotionele kennis: de kennis van het menselijk innerlijk
systeem die altijd voor eenieder geldt
zodat de beleving en ervaring van de universele rechten en vrijheden op een
fundamentele wijze tot hun recht komen.
De universeel-emotionele kennis draagt ertoe bij dat de mensen in zo
een samenleving hetzelfde hoogbewustzijn delen over de specifieke definitie of
begrip van wat respect, zelfrespect, liefde, gelijkwaardigheid, vrijheid
en non geweld inhoudt. Maar ook wat disrespect, haat, ongelijkwaardigheid, onderdrukking en
geweld inhoudt zodat eenieder het duidelijk verschil kent.
Kennis is macht, dus gedeelde kennis is gedeelde macht. En wanneer we
onszelf op een oprechte manier heel goed kennen, kennen we elkaar ook. Op basis
van deze gezamenlijk gedeelde universeel-emotionele kennis zou de technische
kennis dan zodanig toegepast kunnen worden dat de kracht van creativiteit de
richting bepaalt in een samenleving, zonder dat er 'schade' wordt aangericht
aan de universele rechten en vrijheden.
Deze kracht van creativiteit kan alleen een piek bereiken door
brainstorm-sessies te houden waarbij de betrokken actoren met ideeën en
oplossingen spelen. Hierbij zou men deze combinatie van type kennis moeten
herkennen, erkennen en waarderen. Het aspect van het “ego Ik” mag hierbij
geen rol spelen. Hierdoor zijn de
'brainstormers' gericht op een gemeenschappelijke oplossing en niet op het
"gelijk willen krijgen" of het willen dienen van een eigen belang.
Organiseren kan daarom nooit hetzelfde zijn als regeren. Kennis is
macht en bij de gezamenlijk gedeelde kennis is de macht gelijk verdeeld, dus...
niemand kan zomaar de eigen wil doordrukken. Niemand heeft monopolie op wat het
beste is voor de ander omdat eenieder al gezamenlijk weet wat universeel
toelaatbaar is en wat niet.
Maar bij regeren is er geen sprake van gezamenlijk gedeelde
universeel-emotionele kennis omdat macht de bepalende factor is. De machthebber
heeft monopolie over de kennis van wat "goed en slecht"... en weet
dus wat beter is voor de hele samenleving.
Met al de technologische ontwikkelingen … hoe ver zijn we als mensen wanneer we kijken naar
de destructieve omgangsnormen die diep geworteld liggen in de verhouding tussen
de individuen onderling en de verhouding overheid - gemeenschap? Kunnen we deze
omgangsnormen als constructief en vooruitstrevend beschouwen?
We hebben kennis, maar wat voor type kennis? We kunnen spreken van
ontwikkeling, maar wat voor type ontwikkeling? De actuele situatie dwingt ons
om deze universeel-emotionele kennis te gaan herevalueren en te implementeren
zodat we daadwerkelijk met een hoger bewustzijn gaan werken aan onze
gezamenlijke vooruitgang.
Uiteindelijk komt het hierop neer:
Staan we wel
echt stil bij hoe we met onszelf en elkaar omgaan,
ongeacht onze status, functie of titel?
Wat voor effect hebben deze omgangsnormen?
Leven we echt in vrede met onszelf en elkaar?
Werken we echt op een positieve manier aan de individuele en
gemeenschappelijke vooruitgang?
De antwoorden op deze vragen vormen het fundament voor niet alleen de
kwaliteit van ons voortbestaan, maar ook voor ons voortbestaan op zich. Zolang wij ons op deze type kennis gaan
richten, zullen wij blijven ervaren... hoe onze samenleving teniet gaat door
gebrek aan kennis.
Rumi Knoppel
Aspirant DNA-kandidaat VHP