Brent-ruwe olie, de internationale benchmark voor olieprijzen, daalde met 2,08 dollar of 8,3% tot US$ 22,85 dollar, na eerdere daling tot US$ 22,58 dollar, de laagste sinds november 2002. De ruwe olie van de Amerikaanse West-Texas Intermediate (WTI) daalde met US$ 1,11 of 5,2% tot US$ 20,40. Eerder in de verhandeling zakte WTI naar US$ 19,92.

Hoofd van de oliemarkten van Rystad Energy, Bjornar Tonhaugen, zei: "De toeleveringsketens op de oliemarkt zijn verbroken vanwege de ongelooflijk grote verliezen in de vraag naar olie, waardoor alle beschikbare alternatieven voor aanpassingen van de toeleveringsketen in april en mei moeten worden doorgevoerd", inclusief het inperken van raffinaderijen en het vergroten van onshore of offshore opslag.

Analisten van Goldman Sachs zeiden dat de vraag van reizigers en luchtvaartmaatschappijen, die goed zijn voor ongeveer 16 miljoen vaten per dag van de wereldwijde consumptie, mogelijk nooit zal terugkeren naar het vorige niveau. De prijzen moedigen handelaren aan om olie op te slaan voor toekomstige verkopen. "Dit uitputtingsspel zal de prijzen waarschijnlijk nog lager brengen en zelfs een prijs van US$ 10 per vat is niet langer ondenkbaar", zegt Hussein Sayed, analist bij FXTM.

Centrale banken en regeringen gingen door met hun pogingen om hun economieën te ondersteunen, maar analisten trokken de doeltreffendheid van hun maatregelen in twijfel. JP Morgan voorspelt dat het wereldwijde bbp in de eerste helft van het jaar met 10,5% op jaarbasis zal krimpen. Maandag hebben centrale banken in China en Singapore het monetaire beleid agressief versoepeld, terwijl de regering van Maleisië in het weekend een stimuleringspakket van US$ 58 miljard heeft onthuld.