Van 23 tot en met 25 maart is de wettelijke ter inzagelegging van deze aangeboden documenten. Het OKB vindt dat dit op zijn secretariaat moet geschieden. Het CHS vindt van niet; de inzage is op het eigen secretariaat. Beide organisaties claimen de bevoegdheid. De OKB-leden, de eisers, dienden daarom op 19 maart een kort geding in tegen de Staat Suriname (ministerie van Binnenlandse Zaken) en de CHS-leden. De eisers vinden het handelen van het CHS onrechtmatig en in strijd met artikel 32 van de Kiesregeling. Het CHS mist volgens hen elke bevoegdheid om de inzage op het CHS-secretariaat te houden. Het OKB eiste dat het CHS een uur na de uitspraak van de rechter alle aangeboden documenten aan het OKB moet afgeven die bestemd zijn voor de wettelijke ter inzagelegging.

Het OKB stuurde op 12 maart een brief naar de CHS-voorzitter en vroeg om al het materiaal beschikbaar te stellen. De CHS-voorzitter reageerde op 17 maart dat de ter inzagelegging zoals altijd conform de Kiesregeling op het CHS-secretariaat zal plaatsvinden. Het OKB was het hiermee niet eens en schreef gelijk terug naar het CHS waarin werd gevraagd om de documenten af te geven. Het OKB kreeg geen reactie op de brief.

De CHS-leden vonden dat de rechter de OKB-leden niet ontvankelijk moest verklaren in hun eis. Volgens hen moesten de OKB-leden tegen het CHS procederen en niet tegen de leden van het bureau. De rechter dacht er anders over en verwierp hun verweer. Volgens de kiesregeling is het CHS niet de drager van rechten en plichten. “Zij bezit dus geen wettelijke procesbevoegdheid (…).” 

Verder geven de gedaagden, de CHS-leden volgens de rechter een verkeerde uitleg aan artikel 32 van de Kiesregeling. Met Kiesbureau wordt in dit artikel het OKB en niet het CHS bedoeld, oordeelde Sonai. Dat de ter inzagelegging van de aangeboden gegevens altijd op het CHS-secretariaat heeft plaatsgevonden “doet aan het voorgaande niets af, nu gebleken is dat artikel 32 van de Kiesregeling in het verleden door de verschillende actoren verkeerd is toegepast”, oordeelde de rechter. 

De rechter ging evenwel niet mee met de eis van het OKB om binnen een uur na de uitspraak de documenten af te geven. Hij heeft vonnis gewezen en politieke partijen mogen zich tot zaterdag inschrijven. CHS krijgt na deze sluiting de tijd tot uiterlijk 19.00 uur om de documenten af te geven aan het OKB op straffe van een dwangsom oplopende tot SRD 1.000.000 (een miljoen Surinaamse Dollars). Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad. Al zou het CHS hoger beroep instellen, de tenuitvoerlegging kan niet gestopt worden.