Iedereen
die er fatsoenlijke meningen op na houdt, die in staat is redelijk na te denken, fronst de wenkbrauwen bij het horen van en
lezen over de verklaringen die worden gegeven over de verdwenen honderd miljoen
Amerikaanse dollars kasreserve van lokale banken, die in bewaring waren gegeven
aan de Centrale Bank van Suriname. De
meest stupide waren die van de heer vicepresident (vp), die betoogde dat de onderhavige dollars bij de CBvS,
a) daar waren om te worden gebruikt, b) dat die dollars wel weer zouden worden
aangevuld, c) dat ze waren aangewend voor basisgoederen,
en d) dat ze dienden om te interveniëren op de valutamarkt.
Alle
tegengestelde informatie was naar zijn zeggen nep, en halve waarheden afkomstig
van leeghoofden met geen ander doel dan verwarring te zaaien (en zo de zittende
regering in diskrediet te brengen). De heer vicepresident heeft het auditorium waar hij zijn verhaal afdraaide
bewust gekozen; de intelligentie van dat gehoor heeft hij niet hoog
aangeslagen, wat een regelrechte belediging, om niet te zeggen minachting, van het daar
aanwezige publiek is.
Hij zou het
wel uit zijn lijf laten om dezelfde tirade, de felle woordenstroom waarin hij
zijn misnoegen uitte, af te steken voor een groep mensen met een meer dan
gemiddelde kijk op financiële en sociaaleconomische situaties. Hiermee wordt
overigens geenszins gesuggereerd dat het publiek daar te Welgedacht B dan
weinig of geen weet van bedoelde situaties zou hebben!
De uiteenzetting van de vp heeft veel weg van deus ex machina: een verteltechniek waarbij sprake is van
een onverwachte ontknoping van een verhaal. Het is meer dan
aannemelijk dat de wonderbaarlijke ontwikkeling geboren werd uit de
behoefte van de vp en het politieke huis waar hij uit komt, de grenzen van
logica en werkelijkheid te overschrijden.
Aan
bedenkingen onderhevig is het verweer dat de verdwenen dollars o.a. zijn
aangewend voor de aankoop van aardappelen en uien. Dat roept dan meteen de
vraag op of het tot de taken van de overheid behoort om op enig moment in de
behoefte daaraan te voorzien. Gaan we daarmee niet terug naar de tijd van de bedeling, van de tijd van Lansi Gron? Toen hulp aan behoeftigen werd
verleend door het uitdelen van voedsel en het geven van zorg? Die tijd ligt ver
achter ons, gelukkig.
Bedeling of
het verstrekken van voedselpakketten nu, is een sociale maatregel uit de oude
doos. Dat stamt
uit de beginjaren van de vorige eeuw; uit een tijd dat de mensen wekelijk niets
hadden. Anno 2020, het begin van de 21e eeuw,
is de situatie geheel anders…en dat is maar goed ook. De mensen hebben hard
gewerkt, zijn spaarzaam geweest en hebben hun spaargeld bij lokale banken
ondergebracht. Die banken hebben tot meerdere zekerheid en in vol vertrouwen op
hun beurt dat spaargeld van de burgers in bewaring gegeven aan de Moederbank.
Achteraf
blijkt tot ontsteltenis van de gemeenschap dat de regering die van haar mandaat
heeft om het land te besturen, niet op haar taak berekend is. Die regering heeft een te grote broek
aangetrokken en heeft niet de tering naar de nering kunnen of willen zetten,
met het gevolg dat de gemeenschap tot armoede werd gedreven. En de regering
zelf werd gelijk de spreekwoordelijke kat in het nauw gedreven. Dan weet u wat
er gebeurt: die kat maakt rare sprongen. Maar de kat was ook op het spek
gebonden; hij had immers het beheer van en over spaargelden van burgers
ondergebracht bij de Moederbank. En gelegenheid maakt de dief.
Dus werd, al
dan niet in samenspanning met de (spaar)banken, het geld van de spaarders,
zonder toestemming dan wel medeweten van die spaarders, ‘geleend’ om
aardappelen en uien (basisgoederen) te kopen en die vervolgens aan de bestolen spaarders uit te
delen.
Zo gebruikt
de regering een sociale maatregel uit de oude doos, om de benadeelde
gemeenschap een sigaar uit eigen doos te geven. Kan dat
zomaar ongestraft?
Wij,
bewoners van dit land, zijn een lankmoedig volk, kort van memorie. Wat vandaag
de gemeenschap in rep en roer brengt, is morgen alweer vergeten. Daarom mag u
vergeten wat hier allemaal staat, als u maar uw best doet te onthouden wat er
niet staat.
George Orie