Tijd, geld en samenwerking cruciaal in Surinaamse drugsstrijd
06 Jan 2020, 06:52
VS-ambassadeur Karen Williams bekijkt een vriescontainer tijdens een bezoek aan PCU op de haven op 13 december 2019. De VS financiert het container controle programma in Suriname weer voor de komende drie jaar. (Foto: FB-pagina VS-ambassade Paramaribo.)
Suriname produceert geen cocaïne, maar wordt door criminelen gebruikt
als doorvoer land om drugs onder meer via zeeroutes te smokkelen. “Er wordt
gebruik gemaakt van de gunstige geografische ligging van het land net zoals dit
het geval is met enkele andere Zuid Amerikaanse landen zoals Brazilië en
Ecuador”, zegt regionaal directeur Bob van den Berghe van het VN-Bureau voor
Drugs en Misdaad (UNODC) aan Starnieuws. Hij gaat niet in op hoe cocaïne Suriname binnenkomt en zegt, “maar het
staat buiten kijf dat het de drie cocaïne producerende landen Colombia, Peru en
Bolivia betreft en dat de cocaïneproductie is gestegen”. Leden van het Container Control Programme (CCP), een
wereldwijd UNODC-programma noteerden voor 2019 inbeslagname van 77 ton cocaïne, een stijging in vergelijking met 2018 toen er 51 ton
werd onderschept.
Voor de Port Control Unit (PCU) op de Jules Sedney Haven, die onder
CCP-auspiciën werkt is de tijdsfactor erg cruciaal om meer successen te
boeken in de strijd tegen drugshandel en andere illegale containermisdrijven.
“Het is dan ook de uitdaging van alle voor handen zijnde informatie betreffende
containers tijdig ter beschikking te hebben, zodat er afdoende tijd is om
analyse te doen van de documenten en mogelijke risicocontainers te
identificeren.”
Document analyse
De PCU, een gezamenlijke eenheid met zeven leden uit de douane, politie en Directoraat
Nationale Veiligheid (DNV), houdt zich bezig met “targeting
en fysische controles van cargo en containers”. De eenheid komt in actie op het moment dat de
commerciële documenten van de container ter beschikking zijn, legt Van den
Berghe uit. “Dit is ‘pre-departure’ en ‘pre-arrival’ informatie die reeds
geanalyseerd dient te worden alvorens de containers in de haven arriveren.”
Naast de tijdsfactor is een nauwe samenwerking met de
scheepvaartmaatschappijen en de private sector belangrijk, geeft de regionaal
UNODC-directeur aan. “Het is in het belang van publieke actoren en private
sector dat containers op een veilige manier (met minieme kans op contaminatie)
de haven van Paramaribo kunnen aandoen.” Suriname kan hiermee zijn
imagovoordeel opdoen.
Beschikbare fondsen
Hoewel er meerdere vrachtschepen zeecontainers vervoeren vanuit
andere Surinaamse havens, heeft CCP vanwege budget alleen een unit op de Nieuwe
Haven. Het programma leunt op geld van donors. “In
Suriname hebben we fondsen van de Verenigde Staten van Amerika en Canada
beschikbaar om het programma uit te voeren”, geeft Van den Berghe aan.
“Suriname had reeds interesse getoond om het programma eveneens toe te passen
op de Kuldipsingh haven, doch is dit afhankelijk van beschikbare fondsen.”
Al in 2015 toonde Suriname ook interesse om het CCP toe te passen op de J.A. Pengel
Internationale luchthaven. “Dit is een onderdeel van ons programma waarbij we
focussen op cargo via luchtvrachtverkeer. Ook hier hangen we af van beschikbare
fondsen.”
VS-fonds en samenwerking
Voor de komende drie jaren is het container programma veiliggesteld in
Paramaribo. De VS stelt weer financiering van US$ 1.3 miljoen beschikbaar voor
het UNODC-CCP, waarin negen landen meedoen, deelde de VS-ambassade in
Paramaribo mee op haar facebookpagina. “In de afgelopen drie jaar heeft de
CCP-eenheid bijgedragen aan inbeslagnames van in totaal meer dan 4.5 ton
cocaïne in de Jules Sedney Haven”, schrijft de ambassade (red: exclusief de 855 kg
cocaïne van 27 december 2019).Volgens
Van den Berghe is de Europese Unie nog geen donor, “maar het is uiteraard niet uitgesloten dat dit in de toekomst
verandert”.
Voortdurende en continue uitvoering van gerichte controles op de haven,
zal volgens hem criminele organisaties afschrikken. Ook samenwerkingen op
multidisciplinaire wijze met de verschillende betrokken rechtshandhaving en
internationale organisaties, uitwisseling van informatie en ervaringen met
andere buitenlandse diensten zijn belangrijk. “Ook hierin kunnen wij een steun
betekenen voor Suriname."
De UNODC wil de Surinaamse regering helpen bij het handhaven en versterken van
de controle op containerladingen in geselecteerde zeehavens om de illegale
handel te voorkomen. Het draait niet alleen om drugs maar veel meer
illegaliteit, zoals verboden handel in biologische, radioactieve of nucleaire
materialen en beschermde dieren in het wild. Het doel is om te komen tot het
punt van minder controles, meer resultaten en handel faciliterend, legt Van den
Berghe uit.
De VN-organisatie werkt samen met de Werelddouaneorganisatie. Op 22
augustus 2012 ging ze een samenwerking aan met Suriname via een Memorandum of
Understanding met DNV, dat tevens het UNODC-aanspreekpunt is, terwijl de
‘steering committee’ wordt voorgezeten door de procureur-generaal.
De zeven PCU-leden zijn geselecteerd door de Surinaamse autoriteiten.
“De eenheid werkt onder de bevoegdheid van de Surinaamse autoriteiten en
wetgeving. Alle beslissingen worden genomen door Suriname”, zegt Van den
Berghe. Op de vraag of de PCU-leden regulier worden gescreend, verwijst hij
naar de Surinaamse autoriteiten. Zijn bureau levert via het CCP expertise, training, inspectiemateriaal
en stelt een internationaal communicatie netwerk ter beschikking. “Wij trachten
eveneens advies te geven opdat mogelijke risico containers kunnen worden
geïdentificeerd.” Buiten de PCU krijgen soms ook andere leden van de politie,
douane of DNV een training.