(Aangeboden) 

         

In de kwestie van het 8 december strafproces waarbij de heer D.D. Bouterse als verdachte, nu veroordeelde, is betrokken is vanaf day one erop gewezen dat het geen normale maar een bijzondere zaak wordt. Dat is ook logisch omdat betrokkene tevens President van het land is. Intussen is het wereldwijd bekend dat een zittende President voor het eerst in de geschiedenis is gevonnist.

Alleen om dit feit rust een zware verantwoordelijkheid op de President om er zorg voor te dragen dat voor de geschiedenis een geordende Staatsrechtelijke jurisprudentie bestaat. Hiermee moet niet al te lichtvaardig worden omgegaan, zoals door sommige armzalige zielen, zodat de wereld met trots op Suriname kan terugkijken voor wat betreft de oplossing.

Daarom zie ik het, in de hoedanigheid van Directeur van het Kabinet van de President, als mijn plicht om het Instituut van de President te beschermen zonder inmenging in het strafrechtelijk proces.

Primair betekent dit dat ik niet dezelfde benadering hoef te volgen van de advocaat van cliënt D.D. Bouterse. Gezien het karakter van dit proces is er maar één weg binnen ons staatsbestel om de Republiek Suriname niet tot schande te strekken. 

Als hoeder van het Instituut zien wij voldoende mogelijkheden om te voorkomen dat de President beland in een formele procedure, waarbij hij zou moeten opstaan voor de rechter. De persoon Bouterse kan in Suriname niet erger worden bejegend. Tegelijkertijd is hij de meest bejubelde man.

Daarom zijn wij altijd voorstander, ook in dit proces, om rechtsstatelijk te  denken en te handelen. Binnen die rechtsstatelijke gedachte bevindt zich ook het strafrechtelijke proces met al haar gebruiken en gewoonten.

Wanneer echter het rechtsgeding is afgerond heeft de rechtspraak geen enkele bevoegdheid meer krachtens onze constitutie; immers de rechter doet recht aan de hand van een concreet ingediende rechtszaak en na die rechtszaak is haar bevoegdheid wat dat betreft, ook uitgespeeld. De checks and balances die in de grondwet zijn verankerd zorgen ervoor dat de bevoegdheden en de taken van de daar genoemde functionarissen niet ingeperkt kunnen worden anders dan middels grondwetswijziging. 

Een wet die buiten beschouwing wordt gelaten tijdens de behandeling van een rechtszaak, blijft gelden. De rechter kan deze daarna niet terzijde schuiven. Indien er sprake van inmenging was, dan is de wet weer in volle glorie in werking. Binnen onze constitutie heeft alleen het Constitutioneel Hof de bevoegdheid om de wet onverbindend te verklaren of het parlement kan die wet intrekken.

Gezien het traject dat is gevolgd in deze zaak om verzet aan te tekenen, is het logisch dat de veroordeelde verdachte zal moeten verschijnen. Summa Summarum zal dit spel verder voortgang vinden binnen ons staatsbestel, totdat het wordt beëindigd.

Het is niet alleen aan de poot van de rechterlijke macht binnen de Trias Politicaleer gelegen om dit beladen proces tot een goed einde te brengen. Daar moeten wij, allen die worden opgeroepen om alert te zijn, ons van bewust zijn.

Dit is geregeld in onze constitutie en wij wonen in Suriname.