2019 het jaar van de...
23 Dec 2019, 18:44
foto


Met de kerstdagen in het zicht nadert het eind van dit jaar. Dan zit het jaar 2019 erop. Politici, politieke partijen, bedrijven en maatschappelijke organisaties maken de balans op. Wat waren de voornemens? Wat hebben we ervan gemaakt? Wat zijn de successen geweest, maar ook welke miscalculaties hebben we gemaakt. Ook in de privésfeer is deze tijd van het jaar een moment van bezinning. Mijn binding met Suriname is dat ik daar geboren ben, tot mijn vijftiende jaar in Commewijne heb gewoond en nog regelmatig met plezier terugkom. Wat mij echter diep raakt, is de puinhoop die politici creëren, het persoonlijke gewin boven het algemeen maatschappelijk belang, het jarenlange geklungel rond investeren in human capital, de gebrekkige gezondheidszorg-infrastructuur en de normverloedering waardoor van goed voorbeeldig gedrag nauwelijks sprake meer is. Tot op het hoogste niveau baant men zich in kronkelwegen om wat krom is goed te praten. En daar doen hoog opgeleide mensen met een stevige intellectueel bagage ook aan mee.

Twee kwesties
In 2019 hebben twee kwesties de Surinaamse gemoederen flink beziggehouden. Of sterker uitgedrukt: de Surinaamse gemeenschap in twee kampen verdeeld. Het gaat in de eerste plaats om de wijziging van de wet op het leningenplafond. In de wandelgangen omgedoopt tot de “Abdoelwet”. Deze benaming duidt ook op iets typisch Surinaams. Een bouwobject, een project, een prestatie wordt toegeschreven aan de persoon die het initiatief daartoe heeft genomen. Dat het de regering, de staat of een ministerie is dat verantwoordelijk is voor de financiering en realisatie wordt gemakshalve vergeten. Ook in andere landen komt dit fenomeen voor, maar dan heeft het een andere lading. De internationale airport van Jakarta heet Hatta International Airport. Deze benaming heeft te maken met het eerbetoon voor de strijd en prestaties van deze persoon. Lelystad is vernoemd naar Ingenieur Lely die de grondlegger is geweest van het droogleggen en inpolderen van een stukje zee. En zo zijn er nog vele voorbeelden.

Een tweede kwestie die de Surinaamse gemeenschap in 2019 ook heeft gespleten is de uitspraak van de Krijgsraad in het 8 decemberproces. De vraag die gesteld kan worden is welke van deze twee bovengenoemde kwesties het meest funest is voor de verdere ontwikkeling van Suriname?

Historisch rugzakje
De uitspraak van de Krijgsraad heeft voorlopig een eind gemaakt aan een slepend proces dat de samenleving al 37 jaar lang in de greep heeft. Bij jaarlijkse herdenkingsmomenten pieken de tegenstellingen weer op. Dat lees je terug in beschouwingen of je hoort de pijn en het verdriet doorklinken in toespraken van nabestaanden. Feit is echter dat persoonlijk leed met de tijd heelt; je vergeet het nooit, maar het ebt langzaam weg. Maatschappelijk gezien groeit er een generatie op die de gebeurtenissen niet heeft meegemaakt, zich daar niet of nauwelijks in heeft verdiept of dat het in de geschiedenisboeken ook geen plek heeft gekregen. Met als gevolg dat het geen deel uitmaakt van het ‘historisch-rugzakje’ van het land.

Abdoelwet: funest voor de toekomst
Het jaar 2019 kan wat mij betreft getypeerd worden als het jaar van de Wet op de Staatsschuld, in de volksmond “de Abdoelwet”. Deze wet die goedgekeurd is door een meerderheid van De Nationale Assemblee zal in de relatief jonge bestaansgeschiedenis van de Republiek Suriname (net 44 jaar onafhankelijk) de meest funeste uitwerking blijken te hebben. Geen enkele andere kwestie heeft in het afgelopen jaar de gemoederen zo hóóg doen oplopen.

Van de indiener van deze wetswijziging, het DNA-lid Amzad Abdoel, kon de samenleving niet anders verwachten dan een positieve duiding van de wet. Hij moest immers in DNA en aan de samenleving iets verkopen dat krom was. Iets dat krom is, zal je met nog zoveel mooie woorden niet recht kunnen praten. Ik vergelijk de verdediging van deze wet met een  zwangerschap. Je bent óf zwanger óf niet; je kan niet een beetje zwanger zijn. En zo is het ongeveer met deze wet gesteld. Het deugt of het deugt gewoon niet. Brede groepen uit de samenleving hebben gewaarschuwd voor de nadelige gevolgen voor huidige en toekomstige generaties. Waaronder ondernemersorganisaties, economen van de VES en de voormalig bankdirecteur van de Hakrinbank. Kern van hun bezwaar is dat ongebreideld lenen in de nabije toekomst de economie zal ontwrichten, de geldontwaarding zal doen toenemen en generaties opzadelt met enkele miljarden aan schulden.

Het kan daarom niet anders dat de voorstanders van de wet een ander doel voor ogen hebben gehad. Eén van hun argumenten is dat extra financiële middelen nodig zijn om projecten uit te voeren. Vooralsnog is het een groot vraagteken om welke productie-bevorderende projecten het gaat. Elke beleidsmaker weet dat je in het laatste jaar van een regeerperiode nooit nieuwe projecten zal kunnen uitvoeren. Dat gebeurt niet in landen die een professionele beleidsplanningscyclus kennen, een goede infrastructuur en ook de human capital daarvoor hebben. En dus in Suriname al helemaal niet.

Een professionele beleidsplanningscyclus leert dat in het eerste jaar van een regeerperiode plannen worden gemaakt en wet- en regelgeving op orde wordt gebracht. In het 2e en 3e regeerjaar ligt de focus op uitvoering en in het vierde jaar worden vooral successen geoogst. In het laatste jaar draait alles weer om de nieuwe verkiezingen. Het is dus volstrekt onzin dat er extra geleend moet worden om in het laatste jaar nieuwe projecten uit te voeren. Tenzij met nieuwe “ projecten” wordt bedoeld om nog een laatste grote “njang” binnen te halen.

Memoires Abdoel
Ik neem u mee naar het jaar 2040. De heer Amzad Abdoel geniet dan van zijn riante pensioen dat hij als ex-DNA-lid geniet. Hij zit op zijn balkon van zijn villa ergens langs de Surinamerivier met een goed glas rode wijn, gemberbier of markoesa sap te werken aan zijn politieke memoires. Natuurlijk heeft hij dan ook nog de beveiliging als ex-DNA-lid en nog steeds een auto met chauffeur en een werelddekking voor ziektekosten. Wat zal deze man dan schrijven over de wijziging van de Wet op de Staatschuld. Want intussen is bekend dat vele leningen die zijn wetswijziging mogelijk heeft gemaakt, geleid hebben tot een miljardenschuld die de republiek Suriname moet aflossen. Omdat het leningenplafond is opgerekt, hebben opeenvolgende regeringen straffeloos geleend. De ene lening is genomen om de andere af te lossen. Het geleende geld is gegaan naar een bodemloze put van prestige projecten en volksfeesten en pakketten om opeenvolgende verkiezingswinsten te behalen. De zogenaamde productie verhogende projecten waar de leningen voor bedoeld waren, zijn niet van de grond gekomen. De reden daarvan was voorspelbaar; het ontbrak het land op dat moment aan de human capital. Opeenvolgende ministers van onderwijs hebben verzuimd om te investeren in het onderwijs en een goede onderwijsinfrastructuur.

Daar hadden de toenmalige politieke machthebbers hun eigen reden voor. Je moet het volk niet te slim maken; anders gaan ze door hebben dat ze door opeenvolgende leiders en regeringen belazerd zijn. Geef het volk precies zoveel dat ze net kunnen overleven. Over de verkiezingen van 2020 schrijft Abdoel in zijn memoires: "wij hadden we iets briljants uitgevonden namelijk, Het Pakket”; daarmee konden wij de kiezers paaien".

De beter opgeleiden hebben voor de toekomst van hun kinderen gekozen om toch maar terug te gaan naar het koude Nederland. Zij hadden geen zin om op te draaien voor de hoge schulden die het gevolg waren van de ‘Abdoelwet’. Het effect van de “Abdoelwet” is geweest dat er onbeperkt geleend kan worden en toekomstige generaties opgezadeld zijn met een hoge schuld die Suriname de komende 50 jaar in zijn greep zal houden.

Vanwege de impact van deze wet op de lange termijn zal het jaar 2019 de geschiedenis ingaan als het 'Jaar van de Abdoelwet".

Drs S.A. Ramkhelawan
(Werkzaam als Strategisch beleidsadviseur)
Advertenties