Om de dam over te kunnen nemen moet de achterstallige stroomrekening (ongeveer US$ 120 miljoen) bij Alcoa worden betaald. Eerder had Suriname via Oppenheimer ook een bond uitgegeven voor US$ 550 miljoen. Het verschil is dat nu wel onderpand is gegeven. De dividendbetalingen van Staatsolie en royaltybetalingen van Iamgold dienen als onderpand. 

De bond is tegen disconto, wat inhoudt dat verrekening van vergoeding van het geleende bedrag vooraf plaatsvindt. Wie bijvoorbeeld 1 miljoen van de obligatie koopt, betaalt US$ 950.000. Dat is 3,33% korting per jaar. Na 18 maanden wordt het volle bedrag van US$ 1 miljoen uitbetaald met 9.25% rente. De effectieve rente wordt dus 12,58% per jaar, ondanks dat er een onderpand is gegeven. 

Obligatiehouders hebben hun bezorgdheid geuit over de lage rating van Suriname, het enorme begrotingstekort dat volgens hen zal toenemen, omdat de verkiezingen in mei 2020 worden gehouden. Besloten is om een kleinere emissiegrootte uit te geven. Dat maakt dat de overheid precies de juiste hoeveelheid geld ontvangt om de Afobaka-dam over te kunnen nemen. 

De Afobaka krachtcentrale zal worden beheerd door Staatsolie Power Company Suriname NV. Ook de technici die daar werkzaam zijn, worden overgenomen. In de wet is opgenomen dat een bedrijf dat honderd procent eigendom is van de Staat, belast wordt met het beheer van de dam. De regering heeft het besluit genomen dat SPCS, een dochter van Staatsolie, belast wordt met de dam.