Theo Para legt na november-vonnis pen neer
16 Dec 2019, 04:06
foto


Suriname had vóór de staatsgreep zijn staatsrechtelijke en psychologische kaders, waarbinnen vreedzaam met politieke conflicten werd omgegaan. 25 februari 1980 sloeg die kaders aan diggelen. Ingrijpender dan de val van de gekozen regering, was het stukslaan van het morele fundament van het Surinaamse openbare leven. De folteringen en moorden van 8 december 1982 waren het meest barbaarse onderdeel van een totalitaire staatsgreep, waarmee de daders en hun entourage in één keer wilden afrekenen met hun rivalen binnen de militaire dictatuur én met het democratische protest van de arbeiders- en volksbeweging. De democratische rechten en vrijheden, met zoveel offers door de Surinamers op het kolonialisme veroverd, verdwenen onder de militaire laars. 

Politicide
Op 7 juli 2000 zou hoogleraar internationaal recht John Dugard, 'vader van de mensenrechten van Zuid Afrika', in zijn uitgebreid rapport de folteringen en moorden van 8 december 1982 kwalificeren als misdrijven tegen de menselijkheid. Misdrijven tegen de menselijkheid behoren met genocide en oorlogsmisdrijven tot de ernstigste internationale misdrijven. 

Naast de decembermoorden vonden onder de dictatuur andere ernstige schendingen van de mensenrechten plaats, van liquidaties tot massaslachtingen op onschuldige burgers, vrouwen en kinderen, zoals die van 29 november 1986 in Moiwana. 

De vijftien voormannen van de democratie wilden dat de machthebbers hun belofte voor verkiezingen in 1982 gestand deden. Ze wilden voor de Surinamer gerespecteerd zien, het recht op leven, op psychische en fysieke integriteit, op vrije meningsuiting en vergadering, op politieke activiteit, op recht en menselijke vrijheid. Om die humane overtuigingen werden zij gefolterd en vermoord. Onderzoekers noemen dit soort misdrijven tegen de menselijkheid ook politicide, mensen vermoorden omdat ze politiek anders denken.

Tactiek van omkering 
Het totalitarisme, het toe-eigenen van de absolute macht, intimideert en wil moedig lijken, maar het is de staatsvorm van de lafheid. Het durft immers tegenspraak niet aan. De Slager van Bastion Veere durfde niet voor zijn daden en doelen van 8 december 1982 uit te komen. Hij fabriceerde een vals alibi. De valse alibi gold voor de nacht van 8 op 9 december, nadat de moorden al waren gepleegd. De hoofddader gebruikte de tactiek van de omkering, hij schoof zijn schuld in de schoenen van zijn slachtoffers. Zij werden niet zonder vorm van proces gemarteld en vermoord maar ‘op de vlucht neergeschoten'. 

Niemand staat boven de wet
Moedige nabestaanden, hun kundige advocaten en solidaire landgenoten, hadden in 2000 de verjaring van de decembermoorden door het Hof van Justitie doen stuiten. Tegen de stroom van vertragingstechnieken, intimidatie, laster en machtsmisbruik in, volgde de lange mars van het Surinaamse strafrecht. Op 29 november 2019, bijna 37 jaren na de historische misdaden, luidden de drie vrouwelijke rechters van de Krijgsraad met hun vonnissen het einde in van de lange nacht van leven in de leugen en de cultuur van straffeloosheid. Zij hadden de rechtsstaat bekrachtigd, maar hun veroordelende vonnis markeerde ook een verbijsterende realiteit: de Surinaamse Staat is partieel verstrengeld met de georganiseerde misdaad, een fenomeen dat als een nasleep van de misdrijven tegen de menselijkheid kan worden begrepen. De rechters schreven geschiedenis, onuitwisbaar gedocumenteerd in het toegankelijke digitale wereldgeheugen van de democratische wereldpers: niet eerder had de rechterlijke macht van een land de persoon van de zittende president van dat land veroordeeld voor moord! 

De Krijgsraad in Suriname heeft zonder aanziens des persoons gevonnist. Niemand staat boven de wet! Suriname zal lang stilstaan bij dit historische vonnis ook volgende generaties zullen het kennen. Het zal worden gepubliceerd.  Tegen de intimidatie, omkering en laster in zal het breed worden verspreid, gelezen en besproken; op scholen, in bedrijven, in professionele verenigingen, maatschappelijke organisaties, vakbeweging, politieke partijen, in district en binnenlanden, in de media. 

Novembervonnis
Wie gelooft dat het historische vonnis van 29 november ging over het electorale lot van één individu, heeft er niets van begrepen of getracht geblinddoekt te kijken. De fundamentele betekenis van het novembervonnis ligt in de waarborging van het recht op leven, van het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit, van het recht op mensenrechten, ongeacht politieke mening of levensovertuiging. Het novembervonnis werpt licht op het ernstige en langdurige morele leed dat de nabestaanden van de slachtoffers is aangedaan en nog schaamteloos wordt aangedaan. Het novembervonnis heeft ook onthuld wie verantwoordelijk was voor de giftige, zelfzuchtige verdeel- en heerstactiek van de omkering, voor de morele fraude. 

Het novembervonnis markeerde in aansluiting op de oprichting van het Nationaal Monument Bastion Veere – 8 december 1982, tien jaren geleden, het definitieve en onweerspreekbare eerherstel voor mijn strijdmakker Bram Behr en de veertien andere voorvechters van de vrijheid en menselijke waardigheid. In diep respect voor de moed en professionele integriteit van de auditeur-militair en de rechters, voor de morele veerkracht van de nabestaanden, hun advocaten, de mensenrechtenorganisaties en allen die hen hielpen dragen, restte mij na het novembervonnis - na de lang bevochten overwinning van de waarheid -  de diepst mogelijke buiging als columnist (Theo Para), het neerleggen van de pen. 

Henry Does

Het gehele artikel kunt u hier downloaden. 
pdf-icon.gif Artikel_Henry_Does.pdf                
Advertenties