Al 22 jaar Kinderrechtenverdrag in Suriname
20 Nov 2015, 22:12
foto


Als er over kinderrechten wordt gesproken, merken we nogal eens dat gelijk wordt gewezen op de plichten van de kinderen. Bij menige volwassene heerst nog het idee dat het toebedelen van rechten aan kinderen hen brutaal maakt en ze uitnodigt om ongehoorzaam te zijn.
Om te begrijpen dat het toekennen van rechten aan kinderen niets te maken heeft met een uitnodiging aan kinderen om hun plichten te verzaken is het goed om te kijken naar de historische context van waaruit het Kinderrechtenverdrag tot stand kwam.

De internationale discussie over Rechten van het Kind is terug te voeren tot de Eerste Wereldoorlog. Na die oorlog waren er grote aantallen verweesde, dakloze en verwaarloosde kinderen. Men begreep geleidelijk dat die niet aan hun lot overgelaten konden worden. Ze moesten beter beschermd worden. In 1924 werd door de Assemblee van de Volkenbond de eerste Verklaring van de Rechten van het Kind aangenomen. Echter maakte de Tweede Wereldoorlog nog meer kindslachtoffers. In 1959 werd er bij resolutie, door de Algemene Vergadering van de VN (opvolger van de Volkenbond) een nieuwe verklaring aangenomen, waarin 10 beginselen de noodzaak tot bescherming en verzorging van kinderen benadrukken.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw begon men wereldwijd te pleiten voor een verdrag, dat bindend de rechten van kinderen zou vastleggen. Een verdrag zou een aanzienlijk sterke werking hebben voor landen die partij zijn hierbij, dan een Verklaring. Polen bereidde een concept voor in 1979, maar het duurde tot 20 november 1989 voordat er een aanvaardbare tekst werd goedgekeurd door de lidstaten van de VN. Door de grote verschillen tussen de lidstaten in cultuur, religie, rechtssysteem en politieke- en economische omstandigheden was het bijzonder moeilijk om op één lijn te komen. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind is een alomvattend verdrag waarin klassieke en sociale grondrechten onlosmakelijk met elkaar verbonden worden geacht. De mensenrechten zijn specifiek voor kinderen verwerkt in dit verdrag, om kinderen hun menselijke waardigheid te garanderen en daarmee het recht op voorzieningen, bescherming en een eigen stem.

In 1993 tekende Suriname het Kinderrechtenverdrag en in 1999 had het interne werking na publicatie in het Verdragenblad. Tegenwoordig zijn 194 landen wereldwijd partij bij het verdrag. Het belang en noodzaak van bescherming van kinderen heeft, zoals we merken de doorslag gegeven bij het concipiëren van kinderrechten. Invoering en uitvoering van het Kinderrechtenverdrag is dus een verplichting!

In Suriname is het Kinderrechtenverdrag een belangrijke leidraad voor het kinder- en jeugdbeleid. Er zijn tal van goede ontwikkelingen. Die liggen bijvoorbeeld op het gebied van wetgeving, de participatie van kinderen aan besluitvormingsprocessen, de ondersteuning van ouders bij de opvoeding (te beginnen al tijdens de zwangerschap!), de bescherming van kinderen tegen geweld, het bieden van voorzieningen aan kinderen om zich te ontplooien en om zorgen en klachten te uiten, enzovoorts. Dat is goed: het komt de ontwikkeling van kinderen ten goede en daarmee ons land als geheel! Het maakt kinderen mondig - maar niet brutaal.

De viering van Kinderrechtendag maakt ons attent op twee zaken. Het is goed dat het Verdrag er is en dus is er alle reden om verheugd te zijn. Maar we weten ook - uit veel wetenschappelijk onderzoek en uit de praktijk van alledag - dat er nog heel veel werk te verzetten is.

Namens de projectgroep Prekimi,
Mr Maya Manohar

Het Project Preventie van Kindermishandeling in Suriname (Prekimi) verbonden aan de leerstoel van Prof. Dr. T. Graafsma aan het Institute for Graduate Studies and Research doet ook wetenschappelijk onderzoek en beleidsvoorstellen met als leidraad het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De projectgroep wenst de totale samenleving een actieve herdenking van 22 jaar kinderrechten in Suriname toe.
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April