Durban deal zal rampzalige klimaatverandering niet afwenden
11 Dec 2011, 23:30
foto


Wetenschappers en milieugroepen waarschuwen dat er nog steeds dringende maatregelen nodig zijn om de wereld te redden van de klimaatverandering. De twee weken durende klimaatonderhandelingen in Durban zijn vanmorgen (zondagmorgen) afgesloten met een overeenkomst.

Greenpeace heeft de uitkomst van de conferentie scherp bekritiseerd. "De vervuilers hebben gewonnen, de mensen verloren," zei Kumi Naidoo, directeur van Greenpeace International in een verklaring. Hij zei dat de conferentie de belangen van de vervuilende bedrijven boven de vraag hoe de armere landen zullen omgaan met klimaatverandering heeft gesteld.

"Deze lege huls van een plan laat de planeet afstevenen op catastrofale klimaatverandering,” zegt Andy Atkins, directeur van Friends of the Earth. “Als Durban een historische opstap wordt naar het succes, moet de wereld dringend ambitieuze doelstellingen overeenkomen om de uitstoot drastisch te verlagen.” Hoewel de overheden erin geslaagd zijn om op het laatste moment tot een besluit te komen, hebben ze het niet erover gehad of hun toezeggingen om te snijden in de uitstoot gevaarlijke temperatuurstijgingen van de aarde zal tegengaan. De Durban-deal moet leiden tot de eerste juridisch bindende wereldwijde overeenkomst over klimaatverandering waarin zowel de ontwikkelde als ontwikkelingslanden zich kunnen terugvinden.

Onder de Durban-overeenkomst zullen overheden de komende vier jaar onderhandelen over hoe ver en hoe snel elk land de koolstofdioxide-uitstoot moet verminderen. Atkins zegt dat de wetenschap duidelijk was - de huidige doelstellingen voor uitstootvermindering van ontwikkelde en ontwikkelingslanden waren ontoereikend, en als ze niet scherp worden gesteld, zullen de armste landen het meest te lijden hebben. "Miljoenen van de armste mensen over de hele wereld worden al geconfronteerd met de gevolgen van de klimaatverandering - landen als de VS, die het meest hebben bijgedragen tot deze crisis, moeten nu het voortouw nemen bij de aanpak ervan, zei hij. Andere milieugroepen en wetenschappers waren het met hem eens.

Deur heropend
"Wat positief is in Durban, is dat regeringen de deur hebben heropend naar een juridisch bindende wereldwijde overeenkomst waarbij ze 's werelds grootste vervuilers hebben betrokken. Velen dachten dat die deur op de conferentie van Kopenhagen in 2009 was gesloten," zei Bill Hare, directeur van Climate Action Tracker. "Wat nog moet worden gedaan, is meer ambitieuze acties ondernemen om de uitstoot te verminderen, en totdat dit is gebeurd, koersen we nog steeds af op een opwarming van de aarde van boven de drie graden. Er liggen nog geen nieuwe toezeggingen op tafel en de uitkomst van het proces dat is overeengekomen in Durban om de ambitie en de uitstootvermindering te verhogen, is onzeker.”

Bob Ward van het Grantham Institute aan de London School of Economics zei dat de huidige toezeggingen van landen om hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen onvoldoende was om de temperatuur twee graden boven het pre-industrieel niveau te houden. Daarboven wordt de klimaatverandering rampzalig en onomkeerbaar, zeggen wetenschappers. Hij zei dat volgens het Milieuprogramma van de Verenigde Naties, de collectieve toezeggingen van de huidige uitstoot van broeikasgassen van landen komen op ongeveer 50 miljard ton in 2020, vergelijkbaar met het totaal in 2011. Maar om een 50/50 kans te hebben om opwarming van de aarde boven de twee graden te voorkomen, moet volgens wetenschappers de jaarlijkse uitstoot tot 2020 worden verminderd met 44 miljard ton, veel minder dan 35 miljard ton in 2030 en minder dan 20 miljard in 2050.

Diplomatie
Terwijl de discussies zich op de klimaatconferentie vorig jaar in Cancún zich concentreerden op de bevestiging van de toezeggingen van uitstootvermindering, was de rode draad in Durban: diplomatie. De grote vraag was of landen moeten worden gebonden aan uitstootvermindering door een internationaal verdrag, of dat ze vrijwillige beloftes moeten doen. Deze vraag achtervolgt de gesprekken al meer dan tien jaar. Op de klimaattop in Kopenhagen in 2009, slaagden de naties er niet in een verdrag te schrijven. Ze ondertekenden wel een zwakkere overeenkomst, waarin ’s werelds grootste vervuilers - ontwikkelde en ontwikkelingslanden – doelstellingen formuleerden om de koolstof-uitstoot terug te dringen tegen 2020.

Toch zullen de doelen die zijn gesteld, worden herzien tussen 2013-15. Er zal dan worden beslist of deze moeten worden aangescherpt, in het bijzonder tegen de achtergrond van een wetenschappelijk rapport van het Intergouvernementeel forum voor Klimaatverandering dat gepland is voor 2014.

Belofte en herziening
Voor sommigen, waaronder de VS en China, biedt dit proces van ‘belofte en herziening’ van vrijwillige beloftes een adequate manier om zich ervan te verzekeren dat de koolstof wereldwijd wordt verminderd. Maar voor anderen, waaronder de EU en vele ontwikkelingslanden, is het document inferieur aan een juridisch bindend internationaal verdrag, omdat het vrijwillig proces te gevoelig is voor politici om hun verplichtingen te verzaken.

In ruil voor de Durban-overeenkomst, heeft de Europese Unie (EU) toegegeven aan de eisen van de ontwikkelingslanden om het Kyoto-protocol voort te zetten na de huidige doelstellingen voor uitstootvermindering die volgend jaar vervallen. De EU is het enige grote ontwikkelde landenblok dat heeft ingestemd met een vervolg. Japan, Canada en Rusland hebben allen geweigerd, en de VS heeft het pact nooit geratificeerd.

De volgende klimaattop wordt volgend jaar in Qatar gehouden van 26 november tot 8 december.
Advertenties