Hogere strafeis andere vier verdachten in 8 decemberproces

Waarnemend procureur-generaal (pg) Carmen Rasam heeft in hoger beroep het Hof van Justitie gevraagd om het vonnis van de Krijgsraad van 29 november 2019 in het 8 decemberproces te vernietigen. Zij heeft namelijk een hogere straf gevorderd voor de verdachten Iwan Dijksteel, Ernst Gefferie, Stephanus Dendoe en Benny Brondenstein. Voor alle vier heeft zij 20 jaar geëist. Voor Desi Bouterse heeft ze de strafeis van 20 jaar bevestigd.

Eerder was tegen Dijksteel, Gefferie en Brondenstein 15 jaar celstraf geëist en voor Dendoe tien jaar. De strafeis van Rasam is onvoorwaardelijk en bij vonnis is onmiddellijke gevangenneming gevorderd.

Rasam komt tot de conclusie dat uit bewijsstukken blijkt dat het gaat om het gezamenlijk en met voorbedachte rade voorbereiden van de executie van vijftien weerloze mannen. De executie is volgens haar ook gezamenlijk uitgevoerd. Ze vindt daarom dat de verdachten dezelfde straf moeten krijgen.

Het pleidooi van de raadsman van alle vijf verdachten, Irvin Kanhai, wordt op 31 maart gehouden. Het hof wilde het pleidooi binnen een maand, maar Kanhai vond dat hij meer tijd nodig heeft omdat hij "geen batterij van secretarissen heeft als de pg." Het hof is meegegaan met het verzoek van Kanhai en heeft hem twee maanden de tijd gegeven om zijn pleidooi voor alle vijf verdachten voor te bereiden.

Bouterse die eerder weg kon van de zitting, is gebleven om het verloop van de zaak verder te volgen. Ook na de zitting en het aanhoren van de strafeis tegen zich, zei Bouterse dat hij zich niet druk maakt om de zaak.