SRD 150 miljoen inkomsten met Wet Fiscale Jurisdictie
31 Jan 2023, 00:00
foto
Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën & Planning.


De Wet Fiscale Jurisdictie is maandag met 41 algemene stemmen aangenomen in De Nationale Assemblee. Het gehele parlement heeft positief gereageerd op deze wet, omdat het niet alleen meer inkomsten zal opleveren voor de Staat, maar ook omdat de wet in het voordeel is van het volk dat snakt naar verlichting. Met de aanname en afkondiging van deze wet, zal de Staat dit jaar minstens SRD 150 miljoen aan inkomsten binnenhalen. De wet treedt in werking op 1 februari 2023.

Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning zei dat het binnengehaalde geld drie grote bestemmingen zal hebben, namelijk het ambtelijk apparaat en het betalen van schulden en subsidies. Alle voorstellen en adviezen van De Nationale Assemblee zijn overgenomen door de regering.

De Wet Fiscale Jurisdictie biedt de Staat de mogelijkheid om de rechten op grond van het Internationaal Zeerecht optimaal te benutten voor de ontwikkeling van het land. De bewindsman legde uit dat de wet niet bedoeld is om de soevereiniteit van het grondgebied van Suriname uit te breiden. Dat is reeds vastgelegd in de grondwet. Na het ratificeren van de Zeerechtenverdrag van de Verenigde naties is de Wet Maritieme Zones (WMZ) in 2017 aangenomen en afgekondigd. Hierin heeft Suriname zijn zeerechten in nationale wetgeving verankerd.

Met de Wet Fiscale Jurisdictie wordt het geografisch gebied waarin Suriname bevoegd is regels te stellen over de heffing van belastingen, omschreven. Tot nu toe ontbreekt in veel heffingswetten die in werking zijn getreden voordat WMZ in 2017 is afgekondigd een omschrijving van wat moet worden verstaan onder Suriname. In de gevallen waar er wel een definitie hiervan wordt gegeven, wordt het omschreven als het grondgebied van de republiek Suriname alsmede de territoriale wateren. Na de invoering van de WMZ is een dergelijke omschrijving niet meer toereikend om bestaande belastingwetten in hun volle omvang te kunnen uitvoeren. Landen waarmee Suriname geen Belastingverdrag heeft, moeten zich houden aan de Wet Fiscale Jurisdictie.

Er is op dit moment geen duidelijk beeld hoeveel de Staat misloopt met het ontbreken van deze wet. Het binnenhalen van de middelen zal volgens de minister geen groot probleem hoeven te zijn, omdat het gaat om geregistreerde en gerenommeerde bedrijven die zich ook houden aan nationale en internationale wetgeving. Voorlopig gaat het om bedrijven in de zeevisserij en oil and gas. Over de controle op zee zei Raghoebarsing dat er bestaande voorzieningen zijn die betrekking hebben op informatie verplichting, maar dat zo nodig extra voorzieningen zullen worden getroffen. BEP-fractieleider Ronny Asabina was niet eens met de minister dat er geen grote uitdagingen zijn bij de inning en heffen van belasting uit off-shore activiteiten. “We zien wel grote uitdagingen. Zelf G20 heeft opgeroepen het er naartoe te leiden dat multinationals minimaal 15% van hun omzet als belasting afdragen, omdat zij bekend zijn dat ze allerlei constructies toepassen om zo min mogelijk belasting te betalen”.

Bij de behandeling van de wet is aandacht gevraagd voor het strategische plan van de Belastingdienst dat aangepast moest worden. De minister beloofde hiernaar te kijken en te zorgen dat het plan bijgewerkt wordt. Rabin Parmessar, fractieleider NDP, pleitte wederom voor goedgekeurde toelagen voor het personeel van de Belastingdienst. Asabina wees ook hierop en zei dat het personeel vermoeid is en dat met deze wet de werkdruk groter zal worden. Raghoebarsing zei dat de Belastingdienst en de douane vorig jaar hun targets gehaald en overschreden hebben ondanks zij niet de hoogste salarissen hebben. Hij hoopt de eerstvolgende keer het parlement mee te delen wanneer de toelagen betaald zullen worden of dat ze reeds betaald zijn geworden. Jennifer Vreedzaam (NDP) vroeg dat de doeltreffendheid en eerlijkheid van de inningen goed geregeld worden in een beleidsmaatregel, omdat de staat inkomsten mist. Soewarto Moestadja (NDP) wees op het versterken van de samenwerking met andere ministeries zoals LVV en AW&J.

Minister Raghoebarsing zei na de aanname van deze wet een gouden rand, omdat ze met algemene stemmen is aangenomen. Het gaat volgens hem niet alleen om wet en regelgeving, maar ook om eenheid. “Het parlement heeft laten zien dat eenheid niet iets van theorie is, maar van praktijk”.
Advertenties