Banken mitigeren groot aandeelhoudersrisico
28 Nov 2022, 08:25
foto


Het is thans bijkans een jaar dat er pogingen zijn ondernomen om de Hakrinbank in de problemen te zetten. Deze negatieve acties hebben zich voortgezet op de in augustus jongstleden gehouden aandeelhoudersvergadering. Ik heb dit schouwspel van zeer nabij mogen volgen. In de periode na de aandeelhoudersvergadering zijn er een reeks artikelen gepubliceerd die niets anders waren dan een uitdrukking van boosheid dat de doelen op de bewuste aandeelhoudersvergadering niet bereikt waren. Ik heb lang overwogen om de onderstaande uitleg te geven omdat ik hoop dat dergelijke acties bij een van onze financiële instellingen zich niet meer zullen herhalen.

Op de aandeelhoudersvergadering heeft een kleine minderheid van aandeelhouders geprobeerd om haar wil aan de overige aandeelhouders op te dringen. Hiervoor is alles uit de kast gehaald, waaronder geen goedkeuring verlenen aan de jaarrekening, geen decharge aan de directie en raad van commissarissen en afwijzing van door andere aandeelhouders voorgedragen commissarissen. Dat die kleine minderheid rondom een grote verzekeringsmaatschappij niet succesvol is geweest is vooral omdat het voor vele van de overige aandeelhouders en bij de stemmingen bleek zelfs een ruime volstrekte meerderheid. Evident was dat de Hakrinbank het slachtoffer was geworden van grote belangenconflicten waarvoor de directeur het gelag moest betalen. Het was voor velen duidelijk dat de verzekeringsmaatschappij-aandeelhouder heeft geprobeerd om ‘wraak’ te nemen op de Hakrinbank in verband met het afwentelen van het Panaso/Blauwmeer verlies van U$ 20 miljoen op de DSB Bank.

Het blauwmeer terrein (circa 550ha), ook wel het Accaribo project genoemd was eigendom van Panaso N.V., een 100% dochtermaatschappij van DSB-Assuria Vastgoed Mij N.V., welke vennootschap voor 51% eigendom is van Assuria en voor 49% eigendom van DSB Bank. Ook is Assuria belast met de directievoering.

In 2019 heeft Assuria N.V., als directievoerder van Panaso N.V.  het terrein verkocht aan de CBvS. De koopsom bedroeg US$ 20 miljoen. Het bleek echter dat er een gebrek aan de titel op het terrein was, waardoor Panaso N.V. het terrein niet kon leveren aan de Centrale Bank van Suriname. Ook was de koop in strijd met de Bankwet. Het gebrek aan de titel bracht met zich mee dat er feitelijk iets was verkocht dat men juridisch niet bezat. Uit bepaalde overwegingen van het CBS-Clairfield vonnis in België kan gehaald worden dat de tegenpartij (i.c. Clairfield) ook verantwoordelijk geacht wordt om de legitimiteit van de transactie te beoordelen in relatie tot wettelijke taak van de Centrale Bank. Naar analogie hiervan kan Assuria eveneens verwijtbaar handelen worden verweten voor het in strijd met de Bankwet verkopen van het Blauwmeer terrein aan de Centrale Bank. Het handelen van Assuria lijkt op gespannen voet te staan met de anti corruptiewet in ons land die beoogd te voorkomen dat derden de Staat of haar instituten en daarmee de samenleving, benadelen. Iedere Surinamer kan het Openbaar Ministerie vragen om een onderzoek hiernaar in te stellen.

Hiermee hield het bedenkelijk handelen niet op. Toen de nieuw aangetreden governor weigerde om, vanwege de boven aangehaalde redenen, uitvoering te geven aan de transactie had Assuria kennelijk voldoende macht over de DSB Bank dat laatstgenoemde het volledige verliesrisico van U$ 20 miljoen van de Panaso/Blauwmeer transactie ook wel Accaribo project genoemd voor haar rekening nam. Dit hoewel Assuria een belang van 51% in de joint venture heeft. Vanwege het verzet van de Hakrinbank als aandeelhouder van de Surinaamsche Bank is dit uiteindelijk niet succesvol geweest en is de jaarrekening van de DSB Bank thans gecorrigeerd. Uiteindelijk was Assuria gedwongen om zich, confom de omvang van haar belang in de joint venture, aansprakelijk te stellen voor 51% van het verliesrisico. Hierdoor verbeterde het financieel resultaat en vermogen van de DSB Bank met US$ 10,2 miljoen. Het mag nooit meer gebeuren dat een aandeelhouder zoveel macht heeft over een bankinstelling dat zij op een dergelijke wijze deze bankinstelling kan benadelen, eigenlijk crue gezegd leegplunderen.

Recentelijk is ook naar buiten gekomen dat de directie van Assuria voor de transactie met de Centrale Bank reeds door een onafhankelijke notaris was geïnformeerd over het gebrek aan titel van het Blauwmeer ofwel Accaribo terrein. Dit betekent dat Assuria mogelijk bewust een verkooptransactie met de Centrale Bank is aangegaan, terwijl de directie ervan op de hoogte was dat zij iets verkocht, namelijk het eigendom van het terrein, terwijl zij daar juridisch niet over beschikte. Dit betekent feitelijk dat het  de schijn heeft dat de directie zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Immers, iets verkopen aan een ander terwijl je weet dat je niet de eigenaar bent, kan gedefinieerd worden als willens en wetens oplichten.

Het is inmiddels genoegzaam bekend dat corruptie een belangrijke dreiging is voor de witwas en integriteitsrisico’s  van ons land. Gezien de ernst van deze naar het schijnt oplichtingszaak in samenhang met aandeelhoudersmacht en de impact die het heeft op de integriteit en gezondheid van ons financieel bestel lijkt het me van groot belang dat hier grondig onderzoek naar wordt gedaan. Zodat het risico van herhaling wordt gemitigeerd en onze banken worden beschermd.

Mr. Jennifer van Dijk-Silos
Advertenties