Verlaging overdrachtskosten onroerend goed
22 Oct 2022, 10:40
foto


De financieel-economische situatie in Suriname vereiste aanpassing van de Zegelwet (G.B. 1872 no.13, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2001 no. 37). Deze oude wet die eigenlijk grondig herzien zou moeten worden, regelt o.a. de belasting verschuldigd bij overdracht van onroerend goed. Het verkrijgen van een stuk grond om daarop een woning neer te zetten, is voor velen een droom. Vanuit de overheid worden diverse maatregelen getroffen om de woningnood te lenigen. Een van de maatregelen is het verminderen van de overdrachtskosten, teneinde de aankoop van percelen te stimuleren.

Voor wat betreft transacties bij onroerende goederen is er de afgelopen jaren in de praktijk een duidelijke afname zichtbaar. Hoewel officiële cijfers ontbreken, kan op grond van de praktijk gesteld worden dat zulks het geval is.
Ook (groot)ouders die een perceel wensen te schenken aan hun (klein)kinderen, zijn vaak niet in staat dit te doen vanwege de hoge kosten die hiermee gepaard gaan. Één van de belangrijkste gevolgen hiervan is vergroting van het reeds bestaande probleem van boedels. Gezien het feit dat deze regering de boedelproblematiek in Suriname wenst op te lossen en de woningnood te verminderen, is het meer dan ooit noodzakelijk geweest om de Zegelwet aan te passen.

Op 6 oktober 2022 is de wet van 3 oktober 2022 houdende nadere wijziging van de Zegelwet afgekondigd en op 7 oktober 2022 van kracht geworden. Echter is in de praktijk gebleken dat er nogal wat onduidelijkheid heerst over de juiste toepassing ervan. Het is de bedoeling van het onderhavige artikel om meer duidelijkheid te geven hierover.

De wijziging van artikel 32 Zegelwet houdt in dat het zegelrecht welke 7% van de waarde van de onroerende goederen of zakelijke rechten bedroeg, thans is verlaagd naar 4%. Voor wat betreft de overdracht van eigendom of andere zakelijke rechten tussen bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad, zijn de zegelrechten verlaagd naar 0,5%.
De bloedverwanten in de eerste graad zijn de ouders en de kinderen; de bloedverwanten in de tweede graad zijn de grootouders, de kleinkinderen en de broers en zusters. Onder aanverwanten wordt verstaan de bloedverwanten van uw echtgeno(o)t(e).

Echter moet in laatstgenoemde situatie wel een duidelijk bewijs worden overgelegd waaruit een dergelijk verwantschap blijkt, bijvoorbeeld een familieboek, geboorteakte etc. De vraag rijst of van aanverwantschap ook gesproken kan worden bij niet-huwelijkse relaties (concubinaat) die in Suriname veelvuldig voorkomen. Volgens onze huidige wetgeving is dat niet het geval.

Onder de akten van overdracht worden in de Zegelwet ook verstaan de akte scheiding en deling van onverdeeldheden, in zoverre daarbij aan een of meer eigenaren of erfgenamen onroerend goed, boven hun aandeel in dat goed worden toegescheiden. Het aandeel, waartoe de verkrijger reeds uit eigen hoofde gerechtigd was, komt niet in aanmerking bij de berekening van het zegelrecht. Voor de overbedeling bedraagt het zegelrecht 0,5% voor wat betreft bloed- en aanverwantschap tot en met tweede graad. Voor het overige bedraagt het bedoelde zegelrecht 4%.

Ook betreffende de ruiling van onroerende goederen is er een verlaging in zegelrechten en wel van 7% naar 4% van de helft van de waarde van de geruilde goederen tezamen. Ruiling van onroerende goederen komt vaak voor bij verkavelingsprojecten waarbij rechthebbenden onbewust hebben gebouwd op het perceel van een ander. Bij zo een transactie wordt beoogd de feitelijke situatie in overeenstemming te brengen met de juridische en bedraagt het bedoeld zegelrecht thans 0,5% van de waarde van de grond.

Het moet echter wel duidelijk worden aangegeven dat zowel bij de overdracht als bij de schenking en ruiling, de overige kosten onveranderd blijven. Resumerend bedragen de overdrachtskosten welke voorheen gesteld konden worden tussen de 12 en 13%, thans:
- bij overdracht van eigendom of andere zakelijke rechten, tussen de 9 en 10%;
- bij de overdracht van zakelijke rechten tussen bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad, tussen de 5,5 en 6,5%.  

Voorts was in artikel 32 (oud) Zegelwet aangegeven dat het bedoeld zegelrecht vermeerderd wordt met 7% van de waarde van de kale grond, echter is dit niet opgenomen in de wetswijziging. De vraag rijst nu of de waarde van de kale grond wel of niet meegenomen moet worden bij de berekening van de overdrachtskosten.
Naar onze mening is dit niet het geval, omdat de clausule waarop de laatstgenoemde heffing was gebaseerd, in de nieuwe wetstekst niet meer voorkomt.

Naar wij begrepen hebben stelt het M.I. Gliskantoor zich op het standpunt dat de bedoelde en naar onze mening afgeschafte heffing, nog bestaat. De grondslag hiervoor is niet duidelijk.

Kewita Soerjoesing LL.B.
Ragini Dhanes MICL LL.B.
Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April