'Surinaamse' drugsbaron overleed in Korea

Cho Bong-haeng, die bekendstaat als de echte drugsbaron in de populaire originele serie 'Suriname' die is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, is in 2016 overleden. Volgens Channel A is Cho op 19 april 2016 in een Academisch ziekenhuis in Gwangju overleden en werd hij tot soldaat verklaard. De doodsoorzaken vermeld op de overlijdensakte waren hartfalen en hypertensie.

Cho, die voor zijn dood een straf uitzat in de Haenam-gevangenis in Jeollanam-do, had een beslissing genomen om de uitvoering van zijn straf op te schorten vanwege verergering van chronische ziekten zoals hoge bloeddruk. Hij zou zijn overleden, nadat hij uit de gevangenis was vrijgelaten na een uitstel van executie van vijf jaar en behandeling in een Academisch Ziekenhuis. Hij was 64 jaar oud op het moment van zijn dood.

Eerder, van het einde van de jaren negentig tot het begin van de jaren 2000, leidde Cho een grootschalige drugshandelorganisatie in Suriname en werd hij de 'drugskoning' genoemd. In juli 2009 werd hij gearresteerd op de internationale luchthaven van São Paulo in Brazilië na een gecoördineerde operatie tussen de Nationale Inlichtingendienst en het Amerikaanse Drug Enforcement Agency.

Hij werd in 2011, twee jaar na zijn arrestatie, naar Korea gestuurd en veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf en een boete van 100 miljoen, op beschuldiging van fraude en drugssmokkel.

Daarna was de verblijfplaats van Cho onbekend. De regisseur van 'Suriname' noemde Yoon Jong-bin ook. "Noch de NIS, noch de aanklager konden me dat vertellen, dus ik heb het niet meer gevraagd."

Sommige media zeiden dat hij na het voltooien van zijn straf terugkeerde naar Suriname, maar dit is de eerste keer dat het nieuws van zijn dood in Korea is bevestigd.

Ondertussen vertelt 'Suriname' het verhaal van Jeon Yo-hwan (Hwang Jung-min), een Koreaanse drugsdealer die ontsnapte naar Suriname en een buitenlandse drugsdealer werd, en een burgerzakenman (Ha Jung-woo) in werking gezet door een NIS-agent (Park Hae-soo), die hem betrapte.

Ook, in tegenstelling tot de film, werd in het werkelijke geval gemeld dat Ha Jung-woo drie ambtenaren had in plaats van één.

Do Chun-seong, hoofd van het openbaar ministerie in het centrale district van Seoul, die destijds officier van justitie was, zei in een interview met SBS: "Drie mensen kregen persoonlijke assistentie: de heer A, de heer B en de heer C. Mr. B assisteerde bij het onderzoek."