CHof heeft urgent institutionele versterking nodig
08 Aug 2022, 06:44
foto
De samenstelling van het CHof. Zittend vlnr: M. Breidel plv secretaris, G. Stirling vz, M. Manohar en Ch.Akkal-Ramautar leden. Staand vlnr: J. Vinkwolk, R. Chitanie plv leden, en R. Djokarto lid. Niet op de foto: B. Sojo plv lid.


Het Constitutioneel Hof (CHof) heeft dringend institutionele versterking nodig om het werk vlot te kunnen verrichten. "Het gaat om meer personeel, logistiek, computers, juristen, een secretaris. Het ontbreekt aan de  meest basale zaken en moet gewacht worden tot de volgende maand voordat er weer geld beschikbaar is," legt voorzitter Gloria Stirling in gesprek met Starnieuws uit. Het Hof staat na de uitspraak over de Kiesregeling stil bij hetgeen is bereikt en wat er verder te doen is. Er liggen nog drie rechtsvragen te wachten die behandeld moeten worden.

De rechtsvraag over de wijziging van de Amnestiewet van 2012 als er strijdigheid was met de grondwet en verdragen is beantwoord. Ook de vraag over strijdigheid van de artikel 9 van de Kiesregeling met de grondwet en verdragen is beantwoord door het CHof. "Vast staat dat het Hof binnen 2 jaar zijn plaats binnen de leer van de machtenscheiding langzaam inneemt. Het Hof is krachtens de grondwet belast met constitutionele rechtspraak, dat is internationaal normaal, en maakt deel uit van de democratische rechtsorde. Het Hof staat ook centraal ten opzichte van de Rule of Law en de checks and  balances. Besluiten van het Hof dragen bij aan de beleving van de rechtsstaat. Het Hof is ook de hoeder van de grondwet en beschermt de grondrechten van de burgers die door de grondwet en verdragen worden gewaarborgd. Eigenlijk kan het Hof worden beschouwd als een Mensenrechten Hof,” laat Stirling optekenen.

“Krachtens de grondwet is het Hof een onafhankelijk toetsingsorgaan. Het Hof is inderdaad onafhankelijk in besluitvorming doch totaal afhankelijk in zijn uitvoering. Immers beschikt het Hof niet over een zelfstandige begroting maar blijft steeds financieel afhankelijk van het ministerie van Justitie en Politie. Vaak zijn er geen middelen beschikbaar om het werk goed uit te voeren. Internet in het gebouw van het CHof is alleen beschikbaar op de begane grond waardoor het onderzoek door de leden van het Hof elders moet geschieden.”

Alle financiële zaken worden door het ministerie van Justitie en Politie afgehandeld. Ook de rechtspositie van de leden is nog niet in orde en of aangepast waaronder medische voorzieningen en de positie van het CHof is niet gelijk aan de andere staatsorganen. In het Staatsbesluit regelende de bezoldigingsreeks voor leden en plaatsvervangende leden van het CHof zijn vaste bedragen opgenomen. Deze bedragen zijn na de vaststelling in 2020 nimmer aangepast in tegenstelling tot anderen. Deze bezoldigingen zijn zodanig geërodeerd dat in 2022 niet meer gesproken kan worden van een redelijke of representatieve bezoldiging. De leden en plaatsvervangende leden mogen volgens artikel 4 van de wet ook geen nevenberoepen uitoefenen zoals, advocaat, notaris, ambtenaar etc.

“Ondanks alles heeft het Hof geprobeerd verzoekschriften die worden ingediend vlot af te werken. Onderzoek doen kost nu eenmaal tijd. Het zijn ook alle zeer complexe en ingewikkelde vraagstukken die steeds aan het Hof worden voorgelegd. Gelet op het feit dat alle leden tevens docenten zijn verbonden aan de Universiteit van Suriname betekent deze werkdruk van het Hof een extra verzwaring op de tijd waarmee het Hof moet omgaan. Werken in weekenden en tot in de kleine uurtjes vormen daar geen uitzondering op. De indruk die door personen wordt gewekt alsof het Hof voldoende tijd heeft om zaken te bestuderen is dus een fabel. Ondertussen zijn er  meer rechtsvragen ingediend bij het Hof.  Wederom betreft het ingewikkelde rechtsvragen met een maatschappelijke achtergrond. Zonder  institutionele versterking zal het langer duren voordat deze beantwoord zullen worden,” merkt Stirling op.

Het CHof gaat ingaande 15 augustus met reces en zal zich daarna weer buigen over de volgende rechtsvraag. Deze is een Bestuursbesluit van het Centraal Bureau voor Burgerzaken en heeft artikel 80 Burgerlijk Wetboek als grondslag. Volgens de verzoekers heeft het Bestuursbesluit tot gevolg schending van het recht op non discriminatie en schending van het recht op eerbiediging van het privé, familie en gezinsleven zoals opgenomen in de grondwet en verdragen. Het CHof moet toetsen of  het Bestuursbesluit in strijd is met de grondwet en verdragen. Eveneens moet het CHof artikel 80 Burgerlijk Wetboek (huwelijk tussen een man en een vrouw) toetsen aan de grondwet en verdragen met betrekking tot het non discriminatie verbod. Deze rechtsvraag heeft betrekking op gendergelijkheid. De verzoekers zijn de advocaten Mr  S. Sitaram en Mr M. Castelen LLM.

“De  daarna volgende nog te behandelen rechtsvraag heeft betrekking op  toetsing van de artikelen 261 jo 263 lid 1 en 3, artikel 366 en 369 Wetboek van Strafvordering in geval deze in strijd zijn met de grondwet en verdragen. Het gaat hierbij om het recht op non discriminatie en het recht op een eerlijk strafproces. De verzoeker is advocaat  Mr. M. Dubois. Dit verzoekschrift is teruggezonden naar verzoeker om de rechtsvraag beter te formuleren, en zal alsnog worden ingediend.
Een andere rechtsvraag die beantwoord dient te worden is van advocaat Mr. Sheombar. Het Hof moet een toetsing plegen van de Amnestiewet van 19 augustus 1992 (de eerste Amnestiewet). Deze wet moet ook getoetst worden aan de grondwet en verdragen. Bij al deze rechtsvragen gaat het om de strijdigheid van de aangehaalde artikelen met de grondwet en verdragen", geeft de voorzitter van het Constitutioneel Hof inzicht in het werk dat gedaan moet worden.

Advertenties