Chemisch Wapenverdrag moet na 25 jaar eindelijk in uitvoering
13 Jul 2022, 06:34
foto
Minister Krishna Mathoera gaat in op vragen over de Wet Uitvoering Chemisch Wapenverdrag.


Met de Wet Uitvoering Chemisch Wapenverdrag zal Suriname invulling geven aan op 13 januari 1993 in Parijs voor ondertekening opengesteld verdrag. 25 jaar geleden is het verdrag getekend door Suriname, maar het is daarbij gebleven. Dit levert volgens minister Krishna Mathoera van Defensie het land imagoschade op. In het verdrag zijn verbods- en vernietigingsbepaling opgenomen op de ontwikkeling, productie, het bezit, de opslag, overdracht en het gebruik van chemische wapens. Aanname van deze wet betekent dat het verboden is voor personen om chemische wapens te produceren en te verhandelen. Dinsdag is de ontwerpwet aan de orde geweest in De Nationale Assemblee, waarbij Mathoera is ingegaan op de vragen die gesteld zijn in de eerste ronde, waarna de vergadering is verdaagd.

In de ontwerpwet is de strafbaarstelling voor personen die chemische wapens produceren en verhandelen niet opgenomen, maar wel in het nieuwe concept dat aangeboden zal worden. “De verboden in de wet zijn misdrijven en de strafmaat zijn hele hoge straffen. Internationaal hebben we gekeken wat gangbaar is, omdat misbruik van chemische wapens zonder toestemming heel fataal en funest kunnen zijn voor de samenleving”, stelde minister Mathoera.

Chemische wapens zijn niet explosieve chemische stoffen die worden gebruikt om mensen buiten gevecht te stellen, te verwonden of te doden. Het gaat zenuwgassen die door overdracht van prikkels in het zenuwstelsel verhinderen. Vervolgens zijn er de mosterdgassen die weefsels van bijvoorbeeld de luchtwegen aantasten. Verder irriterende gassen zoals de traangas. De laatste categorie chemische strijdmiddelen is de moeilijkst beheersbare, zeer giftige industriële chemicaliën die in grote hoeveelheden voor civiele toepassingen worden geproduceerd kunnen als chemische wapens worden ingezet. Bijvoorbeeld pesticiden, chloor en alle andere chemicaliën die ingezet worden in de landbouw etc.

In de wet zijn wel uitzonderingen geregeld waarbij hoeveelheden zijn toegestaan die gebruikt worden voor industriële, agrarische, medische, farmaceutische of onder andere vreedzame doeleinden. “Dit zijn de doeleinden die rechtstreeks samenhangen met bescherming tegen giftige stoffen en chemische wapens, militaire doeleinden die geen verband houden met het gebruik van de toxische eigenschappen van stoffen als vorm van oorlogsvoering, de handhaving van de openbare orde waarbij handhavingsdiensten zoals het toegestaan is, traangas gebruiken”, sprak Mathoera. Die hoeveelheden zijn afgebakend en daarvoor is er ook toestemming van de minister van Volksgezondheid vereist.

Mathoera zei dat een belangrijk deel van de verdragsbepalingen zich richt op de vernietiging van chemische wapens en inrichtingen voor de vervaardiging van deze wapens. “Deze bepalingen hoeven in Suriname niet uitgevoerd te worden, omdat wij geen chemische wapens hebben en die ook niet produceren. Een deel van het verdrag gaat over kennisgevingsverplichtingen voor de chemische industrie en handel alsmede voor diverse andere bedrijfstakken in uiteenlopende sectoren.  Als partij bij het verdrag zijn we verplicht nationale wetgeving in place te hebben”, stelde de bewindsvrouw.

In Suriname worden geen stoffen voor chemische wapens geproduceerd. Wel worden sommige giftige stoffen gebruikt voor onderzoeks- en beschermingsdoeleinden alsmede op kleine schaal voor medische doeleinden in ziekenhuizen. Eisen waaraan inrichtingen moeten voldoen als zij bijvoorbeeld onderzoek gaan doen met chemische stoffen, zijn nog niet vastgesteld. Volgens de minister kan dit naderhand bij staatsbesluit wel, omdat niet alleen de mensen die daarmee werken beschermd moeten worden tegen de impact van chemische stoffen, maar ook alle mensen die in de omgeving wonen of terecht komen.

Melvin Bouva (NDP) zei dat niet alle bezorgdheden zijn weggenomen en de geruststelling ook niet is gegeven dat de wet op agenda de hoogste prioriteit verdient en geniet. Hij vroeg waarom er geen prioriteit wordt gegeven aan de vraagstukken die in het dagelijks leven spelen. Mahinder Jogi (VHP) merkte op dat de wet niets te maken heeft met de zaken die nu spelen in de samenleving. Hij zei dat hij die zaken wel betreurt, maar dat Bouva moet kijken naar de creator van dit alles. Mathoera zei dat Suriname het verdrag 25 jaar geleden heeft getekend en tot nu toe niet compliant is geweest. Dit leidt volgens haar tot imagoschade. Daarnaast haalde zij aan dat het gaat om het uitbannen van massa vernietigingswapens die een gevaar vormen voor de mensheid. “Dat is de prioriteit. Los daarvan moeten wij ook mechanismen hebben om de import van chemische wapens te verbieden”, stelde Mathoera.

Chanrui Wang (VHP) haalde aan dat de wet geen papierentijger moet worden en dat handhaving belangrijk is. Ook Rabin Parmessar (NDP) vroeg aandacht voor handhaving, omdat er een aan tal wetten is aangenomen waarbij beloofd is dat zaken opgezet zullen worden, maar dat er niets gebeurt. Het zou volgens Parmessar goed zijn dat DNA een tijdplanning krijgt wanneer de verschillende taken gedaan zullen worden en liefst met een begroting. “Wij hebben ook een hoop gif in de landouw wat al verboden is, maar normaal te vinden is in de schappen in de winkels dus hoe gaat handhaving. Kwik is al jaren verboden, maar hoeveel gif hebben we niet in het land? Wat gaan we doen om conform de wetten alles na te leven?”, vroeg Parmessar. Mathoera beaamde dat wetten gehandhaafd moeten worden en pleitte ook voor het versterken van instituten, zodat zij instaat zijn wetten te handhaven en wij met zijn allen een leefbare en gezonde samenleving hebben.
Advertenties