Wet In Staat van Beschuldigingstelling Politieke Ambtsdragers
27 Jun 2022, 02:44
foto


In het kader van de toepassing van de bepalingen in artikel 2 lid 1 en artikel 4 lid 1 van deze wet (WBVPA ) welke als volgt luiden: “De vordering tot het in staat van beschuldiging stellen van politieke ambtsdragers of gewezen politieke ambtsdragers wordt aan De Nationale Assemblee (DNA) gedaan door de Procureur-Generaal (art. 2 lid 1)”.
In lid 2 wordt door de wetgever aangegeven hoe dat moet plaatsvinden (in ieder geval niet rechtstreeks).
Op iedere vordering tot het in staat van beschuldigingstellen van een politieke ambtsdrager of gewezen politieke ambtsdrager wordt binnen negentig dagen na de indiening daarvan een eindbesluit genomen art 4 lid 1”.

Nu wordt in een concreet geval bij de toepassing van deze bepalingen door de rechter beweerd, dat De Nationale Assemblee op iedere vordering van de PG dient te beslissen en dat bovendien in de WBVPA geen enkele bepaling is opgenomen, die de PG en de politieke ambtsdrager of gewezen politieke ambtsdrager de mogelijkheid biedt om in beroep te gaan tegen een door DNA genomen besluit op een vordering tot het in staat van beschuldiging stellen. Vervolgens wordt gezegd, zover de belanghebbende beoogt te stellen dat DNA geen anders luidende beslissing mocht nemen dan de beslissing op de eerste vordering, dat de kantonrechter van oordeel is dat slechts DNA de bevoegdheid toekomt om hierover inhoudelijk te oordelen. Een zeer gevaarlijk precedent.

Nu DNA de wettelijke plicht heeft om hierover te oordelen en ook heeft geoordeeld, zal de kantonrechter datgene moeten voorhouden dat in casu geen sprake is van strijdigheid met artikel 59 van het reglement. Dit, omdat de WBVPA geen mogelijkheid biedt aan de PG en de politieke ambtsdrager of gewezen ambtsdrager om in beroep te gaan tegen het besluit van DNA op de vordering van de PG inzake het in staat van beschuldiging stellen.

Dat geen uitdrukkelijke bepaling is opgenomen in de wet betekent niet dat DNA onder alle omstandigheden een dergelijk besluit zou mogen nemen. Bestuursrechtelijk is een besluit “een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling “. Welnu, deze publiekrechtelijke rechtshandeling dient onder alle omstandigheden getoetst te worden aan wet en recht en daartoe is de rechter bevoegd of kan verwijzen naar het Constitutioneel Hof.

Dat er sprake is van strijdigheid met art. 59 van het Reglement van Orde is evident. Artikel 71 lid 3 stelt: De Nationale Assemblee stelt haar Reglement van Orde vast. Dit Reglement van Orde, waarin ook procedureregels voor de Verenigde Volksvergadering zijn opgenomen, wordt door middel van een staatsbesluit bekend gemaakt. Deze bepaling is een delegatiebepaling van de grondwetgever. Derhalve zijn de procedureregels geen vrijblijvende bepalingen maar verplicht gesteld door de grondwetgever en deze dienen onder alle omstandigheden te worden nageleefd.

Niet conform of in strijd daarmee handelen is in strijd handelen met de grondwet. Ergo als DNA  wettelijk verplicht is om op iedere vordering te moeten reageren ongeacht of door dezelfde DNA reeds een besluit ten aanzien daarvan is genomen, dan verlaten wij de rechtsstaat gedachte waar wet en recht ook geldt voor de overheid en alle bestuursorganen van de overheid. We vervallen dan in willekeur en chaos. Dit staatsrechtelijke precedent zal ervoor zorgen dat, afhankelijk van welk moment, DNA met een meerderheid van 26 leden een eerder genomen besluit met rechtsgevolgen kan herzien en een nieuwe of een andere in de plaats kan stellen (dus overrulen) aangezien het vorige besluit nog van kracht is. 

Hoewel, de bepaling van artikel 135 sinds 1975 in de grondwet staat t.w. “de wet kan de beslissing van rechtsgeschillen, niet uit burgerrechtelijke betrekkingen ontstaan, aan  administratieve rechters opdragen,”  welke wet regelt de wijze van behandeling en de gevolgen van de beslissingen, die wet, “wet bestuursrecht” is tot heden niet tot stand gekomen.
Zodat de politiek ons stelselmatig aan willekeur kan onderwerpen. De vraag is hoe rechtsstatelijk  zijn wij nog in de Republiek Suriname?

Eugène van der San  
(Bestuurskundige)                                                                

Advertenties

Thursday 28 March
Wednesday 27 March
Tuesday 26 March