Column: Land van kommer en kwel?
08 Dec 2021, 00:59
foto
Hans Breeveld


Zes en veertig jaar Srefidensi was voor velen reden voor het gedenken, herdenken, bezinnen, vieren, maar vooral het leveren van commentaar en het vertellen van verhalen. Mooie verhalen, maar ook ongenuanceerde babbels. De situatie in Suriname is zeker vatbaar voor verbetering, maar de prietpraat die sommigen over dit land debiteren, doet je denken dat Suriname een land van slechts kommer en kwel is.

Recentelijk hoorde ik via de radio een mevrouw als commentaar op 46 jaar Srefidensi vertellen dat de kwaliteit van het onderwijs in Suriname kapot is. Bij het horen daarvan moest ik direct denken aan Revish Mahairjan. Hij behaalde zijn AMS-diploma in 2005; studeerde vervolgens elektrotechniek aan de Adek universiteit van Suriname. Na de BSc opleiding cum laude te hebben afgerond vertrok hij naar Nederland.  Aan de Delft University of Technology (TU Delft) behaalde hij zijn MSc –bul eveneens cum Laude. In 2016 – nog geen 30 jaar oud - promoveerde hij tot doctor in de elektrotechniek aan dezelfde universiteit.

Vanwege haar internationale vermaardheid studeren personen van de hele wereld aan de TU Delft. Studenten uit de Verenigde Staten van Amerika, maar ook uit China en alles wat daartussen ligt. Niet slechts Mahairjan heeft de naam van Suriname op deze gerenommeerde universiteit hooggehouden. Surinaamse studenten staan – vanwege hun uitstekende prestaties - goed aangeschreven op deze universiteit.

Er zijn echter nog veel andere opleidingen in Suriname die als visitekaart voor het onderwijspeil in Suriname kunnen dienen. Het is toch voldoende bekend hoeveel moeite het kost om personen voor Suriname te behouden, die opgeleid zijn aan het instituut, Centrale Opleiding Verpleegkundigen en Aanverwante Beroepen, afgekort COVAB?

In 2006 was ik voor het verzorgen van een lezing in St. Maarten. Enkele dagen na de lezing werd ik door de gedeputeerde van het eiland ontvangen. Enthousiast vertelde hij mij hoe blij men in St. Maarten is met de in Suriname opgeleide politieagenten, die daar fantastisch werk verrichtten. Mij werd gevraagd om de lezing die ik in St. Maarten gehouden had ook in St. Eustatius te verzorgen. Daar hoefde ik deze niet in Engels te doen, maar gewoon in het Nederlands, omdat de meeste aanwezigen Surinamers waren, met name leerkrachten uit Suriname.

Dat het onderwijs in Suriname nog veel aandacht behoeft is een feit. Niemand weet dat beter dan onze onderwijsminister Marie Levens. Maar als 2 speerpunten uit het beleid van deze minister goed worden uitgevoerd, namelijk talent ‘gerichte’ ontwikkeling en het opstaan tegen het zittenblijven, dan denk ik dat het onderwijs in Suriname een schitterende toekomst te wachten staat.

Bij de evaluatie van 46 jaar Srefidensi valt mij op dat men vooral nagaat wat de opeenvolgende regeringen hebben gedaan. Volgens mij legt men daarmee een verkeerde maatstaf aan. In staten die claimen een democratisch politiek systeem te hebben, komt een regering als gevolg van verkiezingen tot stand. Deze regeringen hebben als kerntaak voorwaarden te scheppen zodat de totale bevolking in alle rust kan werken aan een staat waarin welvaart en welzijn voor iedereen die zich inspant gegarandeerd is. Er zijn staten waarbij regeringen deze taak zeer serieus nemen. Vele van die staten ontwikkelen zich gestaag, mede dankzij het beleid van die regeringen. Er zijn echter ook staten waarin de bevolking zich ondanks hun regering positief ontwikkelen. Suriname heeft lang – voor zover dat nu niet nog het geval is – tot deze laatste categorie van staten behoord.

Het lijkt mij dat – op weg naar 50 jaar Srefidensi - wij ons niet te veel moeten laten ophouden door ongenuanceerde negatieve bespiegelingen, van buiten of van binnen. Laten wij kritisch blijven op onze bestuurders - want we betalen ze flink voor wat ze behoren te doen - maar laten wij ons primair richten op het positieve dat Suriname heeft voortgebracht; nog steeds voortbrengt en zal blijven voortbrengen. Het zijn burgers - in welke bonafide bedrijven, organisaties of instituten ze ook werkzaam zijn - die primair dienen te zorgen voor duurzame ontwikkeling in een land.

Bij een evaluatie van Surinames Srefidensi let ik niet primair op wat regeringen hebben gedaan, maar ik focus mij op de successen van bij voorbeeld Staatsolie. Ik verheug mij er over dat Surinaamse bedrijven hun vleugels succesvol hebben uitgeslagen naar Guyana. Ik kijk trots naar de internationale prestaties van Anthony Nesty, Letitia Vriesde, Jaïr Tjon En Fa en vele andere sporters. Ik prijs mij gelukkig met organisaties als Man Mit’ Man, Rumas, Stiwewa, die de onbetaalde rekeningen van de overheid proberen te vereffenen. 

Ik steek de loftrompet over de leden van het Korps Suriname Verkeersvrijwilligers, en de mensen die zich onbaatzuchtig inzetten voor het leiden van jongeren in de padvinderij en vele sportorganisaties om van Suriname een beter land te maken.

Op weg naar 50 jaar Srefidensi is een terugtredende overheid - dus kleinere - een gebiedende eis, terwijl burgers steeds meer hun verantwoordelijkheid zullen moeten nemen. Hopelijk zal de regering zich daarbij niet als bloker’boto (sta in de weg) opstellen.  
Laten doemdenkers zeggen wat ze willen, maar zorg dat u geen bijdrage levert aan een Selffulfilling prophecy.

Hans Breeveld
Advertenties

Tuesday 16 April
Monday 15 April
Sunday 14 April