A20: Hoe onafhankelijk zijn we werkelijk?
25 Nov 2021, 19:35
foto


Na de onafhankelijkheid is steeds weer gebleken dat het overgrote deel van de politieke  partijen  in  Suriname  niet  geïnteresseerd is in de verwezenlijking  van zijn verkiezingsprogramma, laat staan in een duurzaam politiek project. De meeste partijen zien de zin van hun bestaan niet in de vertegenwoordiging van het behartigen van de belangen van de Surinamers, maar in het behartigen van de belangen van een bepaalde etnische groepering. Zij zoeken  vanuit de politiek en niet vanuit de maatschappij, naar  stemmenmaximalisering. 

Tijdens de verkiezingen, maar ook in aanloop tot de verkiezingen worden er 'gratis' zaken verdeeld en toebedeeld  aan de achterban. Te denken valt aan banen, pakketten,  lappen gronden, huizen, maar ook met cash wordt  er gestrooid.  Mede daarom is de verworven electorale steun niet structureel en  krijgen we zulke  wisselende  verkiezingsresultaten.

Dan rijst de vraag hoe onafhankelijk zijn de kiezers?  Moeten wij de kiezers niet een stukje zelfverantwoordelijkheid aanleren zodat ze zelfstandig kunnen fungeren? “Teach a man to fish, feed for a lifetime; Build a man a fire, and he'll be warm for a day; Set a man on fire, and he'll be warm for the rest of his life; If you give a man a fish, he is hungry again in an hour; If you teach him to catch a fish, you do him a good turn.
 
Suriname is een democratisch land met democratisch gekozen leiderschap, dat wil zeggen dat elke stem moet tellen. In de werkelijkheid wordt echter niet elke stem gehoord. Verbinding is een kernwoord als het gaat om politiek en leiderschap. Helaas merken we dat de partijleden in Suriname als consumenten worden gezien en niet als actieve producenten (common paradigma).  De  politieke leiders hebben het voor het zeggen en de rest  moet zwijgzaam
volgen.

Dus ons politiek systeem zorgt er niet voor dat we burgers hebben die eigenschappen bezitten om personal leaders te zijn of te worden. Men is vaak geneigd om vernieuwingen van bovenaf  op te leggen, denk  maar  aan  de  vaccinatiedwang. De  politieke partijen zouden proactief gedrag moeten bevorderen bij hun leden door zelf een rolmodel te zijn. Zij de leden in  de  gelegenheid  stellen om  zelfstandig  om  leiderschapsvaardigheden en  -capaciteiten te ontwikkelen. 

Verder moeten ze zorgen voor een veilig  klimaat  waarbij de leden hun mening vrijuit mogen geven waardoor er assertief gedrag bevorderd wordt. Het kritisch denken wordt op  deze  manier  gestimuleerd  en  de  leden worden in de gelegenheid  gesteld om hun eigen mening  te geven om die vervolgens te onderbouwen. Zij  moeten  zich  leren uiten volgens de normen en waarden die voor de maatschappij gangbaar en  acceptabel  zijn. In  collectief verband kan er samen gezocht wordt naar  oplossingsmodellen ter bevordering van bijvoorbeeld  de  verdraagzaamheid, saamhorigheid en wederzijds  begrip. Dan pas  kan  men spreken van daadwerkelijke democratie en onafhankelijkheid.
 
De politiek in kleine landen is volgens Wouter P. Veenendaal (2013;  Democracy in microstates: why smallness  does  not  produce a democratic political system) ondanks de vele verschillen wereldwijd opmerkelijk vergelijkbaar.  Hij  meent dat de meeste  politiek face-to-face, of telefonisch niveau of middels social media (denk ook aan whatsapp), plaatsvindt dus compleet buiten  de  formele structuren  om. Dit  betekent dat kleine  staten  in de praktijk opmerkelijk autoritair kunnen  functioneren.

De  top-down-benadering, sterk  hiërarchische  lijnen  en  de gecentraliseerde (gezags)structuur die al jarenlang in Suriname wordt toegepast, passen niet meer in de tijd en staan in schril contrast met de visie van de relationele benadering. Politieke leiders  zouden  moeten streven naar  leiderschap die intstaat in het sociaal contact met  de
ander. Samenwerking, creativiteit en 20th century skills zouden  hierbij een leidraad  moeten zijn: “Change has powerful relations, not just authority, leadership and dirty politics”. 
 
Internationaal schijnen we een deel van de afhankelijkheid van Nederland te hebben verruild voor de  afhankelijkheid van China. In Suriname maakt de armoede afhankelijk en  dit noopt mensen eerder  tot  conformisme  aan gemeenschap en  familie. Er bestaat geen helder model voor vertrouwen, waar  leiders mee  kunnen  sturen  en  de  voortgang  van  kunnen  meten.  Veel leiders begrijpen nog niet dat zij zichzelf als belangrijkste instrument inbrengen om vertrouwen te ontwikkelen. Dus ze moeten niet afstandelijk ‘aan de knoppen zitten’ maar op een persoonlijke manier het voorbeeld geven, initiatieven nemen, relaties aangaan en communiceren.  De  huidige  situatie en het verleden leert ons dat de vorige en de  regerende volksvertegenwoordigers, geen inhoudelijke veranderingen kunnen brengen in Suriname. Het is tijd voor de wisseling van de wacht in het belang van ons land.  
 
Wan tra Fas de, Het Kan Anders
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April