Bemoedigende resultaten op een weg vol uitdagingen
28 Sep 2021, 10:14
foto


Tijdens een discussieavond, georganiseerd door de Surinaamse ambassade te Den Haag en de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven, hebben wij betoogd dat de intussen doorgevoerde maatregelen in het kader van het Herstelplan 2020-2022 bemoedigende vruchten beginnen af te werpen. Dit artikel verschaft inhoudelijk meer inzicht in wat over deze aangelegenheid al is gepubliceerd.

Het beleid gericht op het aanscherpen van het budgettaire regime en het geleidelijk overstappen van officieel gereguleerde op marktconforme prijzen voor bepaalde goederen en diensten, heeft al bijgedragen tot het in rustiger vaarwater komen van de staatsfinanciën en van de wisselkoersontwikkeling. Deze resultaten zijn bereikt zonder dat nieuw aan te trekken buitenlandse financieringsmiddelen zijn ontvangen. De Staat heeft recent evenmin kredieten bij binnenlandse banken opgenomen. Voorts is de loonontwikkeling gematigd. Een en ander oefent een neerwaartse druk uit op de bestedingen en daarmee op de algemene bedrijvigheid, maar draagt wel bij tot het ontstaan van een klimaat dat bevorderlijk is voor het bereiken van houdbare vraag- en aanbodverhoudingen in de reële sfeer, alsmede in de staatsfinanciën, in de monetaire situatie en in de betalingsbalans.

De zojuist gemaakte kwalitatieve observaties vinden ondersteuning in de simulaties die wij hebben uitgevoerd met behulp van het beleidsondersteunend Macro ABC model. Het model stelt ons in staat de effecten van beleidsmaatregelen en exogene schokken op de economie te schatten. Hierdoor kunnen wij alternatieve strategieën met elkaar vergelijken en onderbouwde keuzen maken met betrekking tot de richting van de praktische beleidsvoering. Op deze wijze stellen wij vast welke beleidsoptie het voordeligste netto effect heeft op de gekozen doelvariabelen. Hier gaat het uiteindelijk om.

Onze simulaties indiceren dat alternatieve beleidsopties gebaseerd op vooronderstellingen van behoedzame of wat meer optimistische aard, betere resultaten afwerpen dan in het hypothetisch geval van voortzetting van het tot 2020 gevoerde beleid. Zo zouden de wisselkoers en de inflatie zich in ongunstigere zin ontwikkelen, indien was vastgehouden aan bedoeld beleid. De kernoorzaak hiervan is dat dit beleid bijdraagt tot aanwakkering van de overbesteding vooral in de consumptieve sfeer. Naar de ervaring leert, ontstaan dan onhoudbare budgettaire tekorten, welke worden gedekt door schuldfinanciering annex geldschepping. Dit resulteert in ernstige ontwaarding van onze nationale munt.

Elke medaille heeft twee kanten. Het feitelijk wegvallen van de mogelijkheid tot commerciële leningen noopt tot de doorgevoerde en nog door te voeren maatregelen. Deze leiden zoals gebruikelijk bij het uitvoeren van aanpassingsprogramma’s tot kostenverhogingen en daardoor tot inflatie. Door de beperkte financieringsruimte blijven anderzijds de lonen luidende in Surinaamse valuta achter bij de inflatie en neemt bijgevolg de koopkracht van bedoelde loontrekkers af. Depreciaties van de wisselkoers trekken de inkomensverdeling tussen hen en verdieners en vermogensbezitters van vreemde valuta verder scheef.

Doorgaan met de no change policy zou echter het verarmingsproces onbeheersbaar maken, omdat aanhoudende budgettaire tekorten en geldschepping de wisselkoers en daarmee de inflatie verder zouden opstuwen. Uitvoering van het Herstelplan maakt daarentegen een geleidelijke vertraging dan wel omkering van dit proces haalbaar. In het geval van een gedisciplineerde verdere uitvoering van het plan, zal het proces van reële inkomensdaling in 2022 tot stilstand komen op het niveau van het voorgaande jaar. Hierna zal dit loon en daarmee de koopkracht weer wat stijgen. Het stijgingstempo is afhankelijk van de mate waarin het lukt de export en importvervanging te verhogen.
 
In het geval van een behoedzame uitvoering van het herstelprogramma zal het langer duren alvorens de koopkracht van de gemiddelde SRD loontrekker weer op het niveau van 2019 terugkeert. Het herstel kan enigszins sneller verlopen bij het uitvoeren van een meer ambitieus programma, waarbij een relatief beperkte vergroting van de export en van de import vervangende productie wordt doorgevoerd. Niettemin zal het bij het laatstbedoelde scenario tot rond medio van dit decennium duren alvorens wij het niveau van 2019 weer hebben bereikt. Een dergelijke uitkomst hebben wij weliswaar verwacht, maar zij is teleurstellend en moeilijk te accepteren. Zij plaatst immers zowel de bevolking als de beleidsmakers voor grote uitdagingen.

Daarom zullen wij ons extra moeten inspannen om sneller een eind te maken aan het verarmingsproces. De voorgenomen additionele herstelmaatregelen moeten daadwerkelijk worden uitgevoerd om extra budgettaire ruimte te scheppen voor onder meer de uitbouw van het sociale vangnet en voor een beheerst optrekken van de werknemerslonen. Op deze wijze en wellicht ook door een beroep te doen op de solidariteit van het bevriende buitenland, inclusief onze diaspora, zullen wij de moeilijke periode moeten overbruggen, totdat de opbrengstenstroom uit de exploitatie van de offshore olie- en gasvoorraden op gang komt. Voor een doorslaggevende versnelling van het proces van opvoering van de koopkracht is een duurzame materiële vergroting en diversificatie van de productie en export noodzakelijk. Het Meerjaren Ontwikkelings Plan, dat binnenkort gepubliceerd wordt, zal aangeven langs welke weg dit doel het best gerealiseerd kan worden.

Marein Van Schaaijk, Gerard Lau en Tony Caram.

PS: Power point presentaties van de inleidingen staan op: www.stuseco.nl zie pagina Rapporten.


Advertenties

Tuesday 16 April
Monday 15 April
Sunday 14 April