Gedegen argumentatie als aspect van het Diaspora beleid
28 Feb 2021, 03:57
foto


Tijdens een onlangs gehouden paneldiscussie van Kenniskring Suriname over het diaspora beleid merkte de minister van Buitenlandse Zaken, Internationale Business, en Internationale Samenwerking, Albert Ramdin, onder andere op, "Wij moeten de diaspora inzetten voor kennisoverdracht...".Als diaspora Surinamer ben ik het eens met de bewindsman, maar dan wel met de kanttekening dat men zich in Suriname daadwerkelijk openstelt voor de visies en argumenten van diaspora Surinamers.

Het komt nogal vaak voor dat als iemand verbetering of verandering van een bepaalde werkwijze propageert, hij/zij een versie van het volgende te horen krijgt: "Deze man, mang, je doet moeilijk. Yu sab’ o langa a wroko e du so k’ba? Lib’ den san’ fa de, yongu."

Dat was exact mijn ervaring toen ik enige jaren geleden met functionarissen van het Examenbureau in contact trad. Wat volgt moet niet gezien worden als kritiek op het werk van het Examenbureau, maar is strikt bedoeld om aan te tonen dat de bijdrage van diaspora Surinamers niet altijd enthousiast wordt ontvangen.

In 2012 belandde ik toevallig op de website van het Expertisecentrum Onderwijs en ICT Suriname waar toen o.m. de eindexamens Engels van het MULO te zien waren. Die trokken om twee redenen mijn aandacht. Ten eerste is het Engels taalonderwijs al ruim 40 jaren mijn vakgebied. Daarnaast ben ik sinds 2002 als toets ontwikkelaar werkzaam bij het Amerikaans bedrijf Educational Testing Service, bekend om de TOEFL test die wereldwijd wordt afgenomen, inclusief in Suriname, en waarvoor ik gedurende zes jaren materiaal ontwikkeld heb. Specifiek ben ik belast met het creëren en samenstellen van Engelstalige toetsen volgens het multiple-choice systeem, een methode die ook door het Examenbureau gehanteerd wordt.

Een gedegen multiple choice toets moet aan een aantal criteria voldoen. Zo mag het onderwerp van de toets niet lijden tot onbehagen bij de examenkandidaat, daar zulks mogelijkerwijs de prestaties van betrokkene negatief kan beïnvloeden. Verder moet elke vraag één juist en ondubbelzinnig antwoord hebben, mag het juiste antwoord van de ene vraag geen aanwijzing zijn voor het beantwoorden van een andere, en mogen twee of meer vragen niet hetzelfde aspect toetsen.

Gedreven door de aard van mijn beroep, en zonder bepaalde motieven voor ogen te hebben, besloot ik de examens Engels afgenomen tussen 2007 en 2011 op basis van genoemde criteria te analyseren. Al gauw bleek dat er het e.e.a. mis was. Alleen al de inhoud van sommige van de examenteksten zou bij mijn collega’s de haren te berge doen rijzen. Neem b.v. deze zin, gehaald uit het examen van 2007: "The [bombs] were packed with nails, intended to maim and kill as many people as possible.” Of deze, uit het examen van 2011: "...Tawana Brawley,...who claimed to have been kidnapped and raped by a gang of white men...”

Om aandacht te vragen voor deze en andere afwijkingen van de multiple-choice criteria heb ik mijn analyse van het examenwerk van 2011 aan diverse functionarissen binnen het MINOWC doen toekomen. Het werd onthaald op een oorverdovende stilte. Erger nog, één functionaris scheen er zelf behagen in te scheppen mij belachelijk te maken. In een email die ik van betrokkene ontving, stond o.m.: "[I]k denk dat het IOL er ontzettend veel baat bij zou hebben met u als docent Engels. Dan denk ik dat ik op de voorste bank zou willen plaats nemen om deze materie uit te rafelen." Het sarcasme druipt er bij bakken van af!

Betrokkene merkte verder op, "De psychometrische analyse op dit betreffende werk geeft aan dat deze toets een betrouwbaarheid heeft van ruim 80%." Tussen de regels doorlezend kan geconcludeerd worden dat er bij betrokkene geen behoefte bestond om het betrouwbaarheidspercentage van de toets te verhogen.

Wel nu, stel dat over vier maanden de minister van Volksgezondheid verklaart, “Vijftig procent van onze bevolking is nu tegen het Corona virus gevaccineerd. Dit percentage is voor de regering voldoende, vandaar dat het vaccinatieprogramma dan ook wordt stopgezet.” Ik betwijfel het of veel Surinamers met die verklaring blij zullen zijn. Waarom dan genoegen nemen met een toets die voor 80% betrouwbaar is? Enkel omdat er in dit geval geen doden te betreuren zijn?

Ik vraag niet dat de ideeën en visies van diaspora Surinamers klakkeloos worden overgenomen. Wel verwacht ik dat ze op hun merites worden beoordeeld. Als een idee niet voldoet, dan moet die conclusie op gedegen argumenten berusten en niet op sentimenten. Ik hoop dat deze stelling in het diaspora beleid terug te vinden zal zijn.

Marinus Stephan, Ph.D.
Hamilton, New Jersey, USA

Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April