Column: Politieke Borrelpraat 651
21 Feb 2021, 22:33
foto


“Zo heren, dat was dan de super-classico tussen de ploegen van NV Surfinito en De Rest.”
“Ow, wat een spannende en sfeervolle wedstrijd was dat, met vele ouwe etnische koeien uit de koloniale sloot erbij gehaald.”
“Lekker weer eens op de tribunes met elkaar bakkeleien, dit keer om het diasporabelang van vooral enkele grijsgeldbezitters die snelsnel gefaciliteerd moesten worden via dat sluipfasi opgericht nv-djoteh-ding.”
“Ja, mooi en waar, maar onze export via de lucht waar legale dollars binnenkomen, staat stil.”
“Jaag staf en directie van Luchthavenbeheer weg als ze niet in staat zijn de vluchten door te laten gaan,’ adviseert onze oranje klokkenluider van weleer de regering.”
“Maar als de overheid weigert het in de cao-overeengekomen gedollariseerd salarisgedeelte tegen koers 14 uit te betalen en nog steeds tegen koers 7,3 uitbetaalt, is de staking toch niet de schuld van die staf en directie?”
“En er zijn nog veel meer gevallen waarbij de regering weigert om Surinamers die hier een buitenland betaald project voor bijvoorbeeld onze schoolkinderen uitvoeren en waarvoor die overheid US dollars ontvangt, tegen koers 14 uit te betalen.”
“Dus die werkers worden nog steeds tegen koers 7,3 uitbetaald?”
“Jawel, ondanks tientallen brieven naar die overheid. Maar ze kunnen geen drukking op die overheid uitoefenen, zoals die werkers op de luchthaven wel kunnen.”
“Maar mijn goede hemel, dan is dit toch gewoon een platvloerse diefstal van die overheid?”
“En wie kan over de koelruimten op Zanderij beschikken? Niet onze gedupeerde exporteurs, maar zijne koninklijke luchtvaartbedrijf.”
“Laten ze dan maar die hele Japi-luchthaven doorverhuren aan NV Schiphol. En we geven ze ons eeuwig verlieslatend Trusted Wings vliegbedrijf er gratis bij. Klarie. Dan zijn we meteen van twee kopzorgen af.”
“We dwalen af. We hadden het over die voetbalwedstrijd.”
“Die is al voorbij, jonge vriend. De ene ploeg wordt terecht opgedoekt en de andere ploeg kan lekkertjes in z’n handen wrijven en zeggen: ‘hai, hai, un dyam them k…, eh, them H…, ach, whatever, we hebben ‘ze’ mooi beet.”
“Nederland heeft z’n n-woorden, wij hebben nu ons H-woord, dankzij een diaspora kranten-columnist.”
“Bedoelt u Romeo Haat, die elke Negentigste Seconde uit Amsterdam belt om Bouta weer eens voor moordenaar uit te maken?”
“Ach nee, ik heb het over die Rahansingh die vanuit zijn comfortzone aan de Noordzee mooi praats heeft en hier alleen de H van Hindostaan ziet en is blijven steken in dat typische koloniale hokjesdenken.”
“Wat ik wel verhelderend vond, is dat enkele sterspelers van NV Surfinpina, door het stof zijn gegaan en hun excuses voor gemaakte fouten hebben aangeboden.”
“Tja, die moesten die slag vangen voor de opdrachtgevers die lekkertjes achter de schermen redelijk ongeschonden bleven.”
“Zie je waarom politiek echt vies is?”
“Ik vond de excuses en de bekentenis van de enthousiaste jonge opsteller van dit plan veel echter: die zei ter wille van zichzelf en zijn gezin een stap terug te doen en zich niet meer te zullen lenen om zijn nek voor anderen uit te steken en zijn hoofd op het politieke hakblok te zetten.”
“Goed zo, die jongeman heeft tenminste z’n dure les geleerd. Laat je niet meer gebruiken door glad pratende politici.”
“En wat mij opviel dat tijdens deze voetbalwedstrijd de term ‘racisme’ weer eens naar boven kwam. Hier was eerder sprake van etnicisme. Ga naar bijvoorbeeld Nederland, Duitsland of vooral de USA, daar is echt racisme tot zelfs in bepaalde overheidsinstituten verstrengeld.”
“En waar ik ook kotsmisselijk van werd, was dat herhalend gejengel over ‘onze bloementuin’, oftewel onze bromkidyari, gunst man!”
“Maar meester, mag ik u vragen wat fout is aan die beeldspraak? We zijn toch een bromkidyari, een voorbeeld voor de wereld? Hier leven etnische groepen toch vredig naast elkaar, ondanks af en toe een heftige oprisping?”
“Ja, oké, ben ik met je eens. Het zijn bepaalde politici die ons verdeeld houden ter wille van het behoud van hun politieke macht. Maar bij mij ging het erom: wat heb je aan een bromkidyari waar de bloemen niet verzorgd worden, elkaar overwoekeren en elkaar het zonlicht niet gunnen? Wat heb je aan je zo een bloementuin als allerlei onkruid, zoals maka-klaroen, hoog groeit tussen al de bloemen en alle voeding uit de grond zuigt, zodat onze mooie bloemen wegkwijnen en velen liefst snel naar een andere tuin willen gaan waar ze beter gewaardeerd en behandeld worden?”
“Inderdaad, dat is waar. Dus u bedoelt: in plaats van die bloementuin te verzorgen, laten we die maar overwoekeren, maar als het ons van pas komt, halen we die uit de kast om maar clichématig naar elkaar te slingeren.”
“En intussen glijdt de economie van onze bromkidyari verder de afgrond in.”
“En worden we opeens met een zoet geurend rookgordijn afgeleid door het regeringsplan om een eigen goudmijn op te zetten.”
“Terecht plaatst onze Deryck F. in de Babbelkringen daar kritische kanttekeningen bij. Want wat doen we dan met Grassalco? Die produceerde toch al goud, tot het leeggeplunderd werd nadat Akim daar wegging?”
“En intussen worden onze bossen wreed geruïneerd; rondhoud wordt a la dol gekapt en zelfs weg gesmokkeld.”
“Terecht ontvouwt Deryck F. een zeer bruikbaar plan om een groot deel van dat rondhout hier te schillen en te verwerken in een drietal op te zetten triplexfabrieken verspreid in de bosgordel.”
“En waarom wordt dat plan niet uitgevoerd?”
“Simpel, omdat bepaalde van die rondhoutexporteurs die maar onze wegen en bruggen in het binnenland kapot rijden, waarschijnlijk belangrijke sponsoren zijn van bepaalde politieke machthebbers.”   
“En de burgers die dit inzien, kunnen geen sterke politieke vuist hiertegen maken, ze kunnen geen volksmassa achter zich krijgen, want het grootste deel van de etnisch verdeeld gehouden stemmassa wordt steeds op een kundige manier zoet gehouden.”
“Op een paar luidruchtige Piekees en Neusjes na. Ach, die kunnen de grijshemden voorlopig met veel machtsvertoon wel aan, anders zouden er nog meer handen en armen gedraaid moeten worden.”
“Activist Louis Doedel verwoordde het zo mooi in een pamflet over het overheidsbeleid van de gouverneur toentertijd: ‘Stilstand of slakkengang?”
“Ja, wat hebben we nu? Stilstand of slakkengang? Proost op dit Doedel-denkertje.”
 
Rappa
Advertenties