Politiek en benoemingen in Suriname
19 Jan 2021, 12:36
foto


Met stijgende verbazing heb ik na 25 mei 2020 in de Surinaamse media de verontwaardigde en afkeurende kritieken gelezen en gehoord over de ‘politieke’ benoemingen na de verkiezingswinst. Uit alle geledingen van de samenleving was er kritiek te horen over het benoemingsbeleid van de nieuwe machthebbers. Opvallend was dat de kritiek niet alleen van tegenstanders afkomstig was, ook voorstanders lieten hun afkeuring blijken. En de kritiek was niet mals: beschuldigingen van nepotisme, vriendjespolitiek, kiezersbedrog, onethisch handelen en teleurstelling alom. Het is echter de vraag wat er achter de kritiek schuilgaat. In ieder geval teleurstelling, maar teleurstelling waarover?

Mijn verbazing betreft vooral het feit dat men nu toch zou moeten weten dat sinds jaar en dag politieke benoemingen in Suriname net zo Surinaams zijn als de Surinamerivier. Het is nooit anders geweest, en helaas voor degenen die het anders willen: het zal ook nooit anders worden!

Kort gezegd is de politiek gericht op het besturen van het land. Dat slaat op de staatkundige definitie van het woord. Maar politiek is ook de manier waarop men in de bestuurlijke positie komt én de keuzes die door bestuurders worden maakt.

Los van de staatkundige definitie draait het in de Surinaamse politiek slechts om 2 zaken: macht en controle. De verkiezingen zijn gericht op het verkrijgen of het vasthouden van de macht. In dat verband worden er beloften gedaan, baantjes beloofd of gegeven, geld en/of pakketten en andere voorzieningen uitgedeeld, alles om de kiezers gunstig te stemmen.

Als de verkiezingswinst eenmaal binnen is, is alles gericht op het behouden van de macht. En dat kan alleen door controle uit te oefenen. De controle is erop gericht de beoogde doelen te bereiken, maar evenzeer om tegenwerking te voorkomen. Totale controle is hier alleen mogelijk als er sprake is van onvoorwaardelijk vertrouwen. En dit laatste, en niets anders, is de basis van het benoemingsbeleid in Suriname. De regering kan alleen dan vertrouwen hebben in de cruciale diensten en functies als daar mensen zitten die ze onvoorwaardelijk kan vertrouwen. En wie kan men beter vertrouwen dan naasten en goede vrienden? De bestuurders hanteren daarbij dan hun eigen criteria om de geschiktheid van de betreffende personen te rechtvaardigen. Velen menen zelf de benodigde capaciteiten te hebben of kennen anderen die geschikt zijn, maar als je niet volledig wordt vertrouwd, is het ‘over en uit’…. Ondanks alle kritiek houden de bestuurders vast aan hun keuze, omdat het vertrouwen in de benoemde personen zwaarder weegt dan de kritiek uit de samenleving.

Dit is in Suriname nooit anders geweest. Bij elke machtswisseling worden vertrouwelingen op strategische plekken benoemd, en worden twijfelgevallen ‘wegens gewijzigde beleidsinzichten’ ontheven. Dit is slechts een ‘nette’ manier om te zeggen: ‘ik haal je van die plek, omdat ik je daar toch niet helemaal vertrouw’. Dit weet iedereen in Suriname! En iedereen weet ook dat elke nieuwe regering hetzelfde zal doen, alle toezeggingen vooraf ten spijt! Ook de mensen die het huidige benoemingsbeleid afkeuren, zullen hun vertrouwelingen aanstellen als het zover is…. Ik vraag me daarom af waar de verontwaardiging en kritiek vandaan komen? Is het kritiek om de kritiek? Is het teleurstelling omdat men zelf op een benoeming had gehoopt? Of is het tegen beter weten in hopen op verandering?

In plaats van teleurgesteld zijn in het benoemingsbeleid van de regering, kan men zich liever afvragen hoe het komt dat het onderlinge wantrouwen binnen de Surinaamse samenleving blijkbaar zó groot is dat bestuurders die eenmaal op hun post zitten, alleen familie en vrienden om zich heen willen hebben om hun doelen te bereiken en totale controle uit te kunnen oefenen. Waarom benoemt een bestuurder zijn partner of broer op een bepaalde post? Komt het niet omdat hij niemand anders vertrouwt? Waarom is de samenleving tegen de benoeming? Komt het niet omdat men de bestuurder niet vertrouwt, en denkt dat het slechts om de behartiging van zijn eigen belangen gaat?

Dit is het onderliggende vraagstuk dat besproken dient te worden gesteld. Men wil er te allen tijde op kunnen vertrouwen dat het landsbelang voorop staat, en dat het daarbij niet uitmaakt wie op welke post dan ook zit. De beoordeling van het benoemingsbeleid in Suriname moet dus worden voorafgegaan door een eerlijke en kritische zelfreflectie, zowel individueel als collectief: hoe goed ben ik zelf te vertrouwen, en hoe goed vertrouw ik de ander?

Want net zomin als je de Surinamerivier uit Suriname kunt verwijderen, zal het je lukken om het benoemingsbeleid, gericht op het aanstellen van vertrouwelingen, te veranderen.

Drs. Roy T. Veldman

Advertenties

Tuesday 23 April
Monday 22 April