In memoriam: Sahidi Rasam
18 Jan 2021, 15:08
foto
Oud-ambassadeur Sahidi Rasam tijdens een interview.


Sahidi Rasam: politicus, parlementariër, Surinames eerste ambassadeur in Indonesië, succesvolle ondernemer en trotse vader. Iemand die ethiek en moraal als kernwaarden heeft bijgebracht aan zijn kinderen. Maar ook een goedlachse man met barstensvol humor. Op 2 januari 2021 werd hij door de Almachtige Schepper teruggeroepen naar huis. Hij werd een dag later toevertrouwd aan de schoot der aarde. Oud-ambassadeur Rasam bereikte de leeftijd van 84 jaar.

Het vorig jaar heb ik de bijzondere eer gehad om van hem een aantal interviews af te nemen. Vraaggesprekken die tot één verhaal verweven worden om een boodschap mee te geven aan de samenleving. Hadji Rasam – in 2006 verrichtte hij de Hadj - kon geanimeerd vertellen over wat hij had meegemaakt in zijn leven. Dat hij er hoge normen en waarden op nahield, werd mij al heel vroeg duidelijk. “Geloof in de Schepper, de Almachtige. En leef goed, vooral met je medemens”, antwoordde hij op de vraag wat het geheim was van zijn succes. Het was een uitzonderlijk genoegen om naar hem te luisteren. Elk interview was doorspekt met anekdotes. Daarbij deinsde hij er niet voor terug om ook zichzelf regelmatig op de korrel te nemen. “Ik ben een opa van 80 jaar, ook al zie ik er als 150 jaar oud uit”, zei hij eens. Daar hebben we samen hartelijk om gelachen. Eén van de dingen die me is bijgebleven uit de periode waarop ik hem mocht interviewen, is dat hij verknocht was aan zijn cola en dol was op watermeloenen.

Nog nét geen spek en bonen

Rasam werd als jongste van drie kinderen geboren op 17 oktober 1936 te Alkmaar in Commewijne. Als kind van gescheiden ouders bracht hij zijn kinderjaren op verschillende plaatsen door, dan een jaar in Paramaribo, maar ook zeven jaren te La Vigilancia. Voetballen en knikkeren waren zijn favoriete bezigheden. Hij was ook verzot op wayang (Javaans poppenspel) en maakte uit cassavebladeren zijn eigen versie van de wayangpoppen. In zijn jeugd heeft hij veel bezoeken gebracht aan Moengo. Deze uitstapjes waren elke keer een avontuurlijke belevenis, want hij kon er naar hartenlust hengelen en voetballen. Hoewel hij in dat laatste niet zo goed was als hij zelf graag had gewild. “Als ik met vrienden ging voetballen, dan mocht ik doelpunten maken. Wel aan beide kanten. Zó slecht was ik. Ze noemden mij nog nét geen spek en bonen”, vertelde hij met een stalen gezicht. Direct daarna brak een brede smile op zijn gezicht door, gevolgd door een aanstekelijke lach.

Kansen helpen creëren
Pas op achtjarige leeftijd werd Rasam op de lagere school ingeschreven. Toelating tot het Mulo lukte niet, daar hij al ouder was dan de destijds toegestane leeftijd van 14 jaar. Wel kon hij naar de Van Sypesteynschool voor ULO. Na succesvolle afronding van dit onderwijstype, haalde hij zijn opleiding Boekhouden. Twee jaar daarna hield hij ook het felbegeerde MBA-diploma in handen. Het stopte niet daarbij, want hij schreef zich in op de SPD-cursus. “Een zeer pittige, met accountants zoals Lim A Po, Mitrasingh en Donner als docenten”, herinnerde hij zich. De wil om door te studeren, resulteerde in een prachtige carrière: Hanen, Gomperts, CHM, de Belastingaccountantsdienst en de SLM waren enkele klinkende namen van bedrijven waar hij werkte. Dat niet eenieder dezelfde ontwikkelingsmogelijkheden had, was hem echter een doorn in het oog. Vastbesloten om die kansen te helpen creëren voor degenen die dat niet voor zichzelf konden, stapte hij in de politiek.

Ambassadeur Indonesië: bekroning politieke werk
Rasam was langer dan dertig jaren actief in de politiek. Zijn idool was Prins Diponegoro, die door Indonesiërs wordt beschouwd als de eerste en grootste held in de strijd tegen de Nederlandse overheersers. Een ander idool was de charismatische Soekarno, die de strijd van Diponegoro voortzette en de eerste president van de Republiek Indonesië werd. De vastberadenheid van beide leiders om te strijden voor degenen die niet voor zichzelf konden opkomen, was een van de belangrijkste drijfveren voor hadji Rasam om in de actieve politiek te blijven.

Dat hij in 2002 namens de Pertjajah Luhur werd benoemd als de allereerste ambassadeur van Suriname in Indonesië, zag hij als de absolute bekroning op zijn politieke werk. Het werd een van zijn laatste benoemingen. Dat de Pertjajah Luhur vóór de Amnestiewet stemde, kon er bij hem namelijk niet in. “Het kan verkeren, dat iemand die samen met mij hemel en aarde had bewogen om de militaire dictatuur uit dit land te verdrijven, met alle risico’s van dien. Dat juist die man meewerkt aan die Amnestiewet. Veel dingen kan ik verdragen, maar dat hij gaat meewerken aan deze Amnestiewet, hoe doe je dat als mens?” Zijn besluit stond vast: hij zou geen actieve bemoeienis meer hebben in de politiek.

Ethiek en moraal in de politiek
De rode draad in het verhaal van oud-ambassadeur Rasam zijn ethiek en moraal. Hij vond dat ethische politiekvoering mogelijk moest zijn. “Veel mensen hoor ik zeggen: voor mij staat religie op de eerste plaats. Maar soms is het alleen lippendienst. Er zijn mensen die politieke partijen als ondergoed verwisselen. En mensen die elke dag bidden, maar zich onbetrouwbaar opstellen in de politiek. Wie niet wil weten over zonden en straf, en wil meeprofiteren van corruptie, beseft niet wat hem of haar te wachten staat. Er is een Schepper, God zorgt voor gerechtigheid, voor straf en beloning, daar ben ik van overtuigd.”

Monica Sanwakid-Anomtaroeno
Advertenties