Tolerantiegrenzen van een jonge democratie
16 Dec 2020, 09:37
foto


Dat voormalig opperbevelhebber Bouterse extreem-geweld niet schuwt is historisch wel bewezen. Tijdens zijn militaire schrikbewind waren politieke tegenstanders geëxecuteerd. Kijken naar de actualiteit, zien we dat antidemocraat Bouterse als voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP) geweld aanmoedigt. Echter, in hoeverre moet de samenleving, maar ook de NDP geweld tolereren.

De gespierde uitspraken vanuit de NDP zijn nogal opmerkelijk gezien de aanleiding: ernstige verdenkingen tegen parlementariër Adhin, tevens ondervoorzitter van de partij. Dat de NDP-leider geweld aanspoort, legt de ware aard van zijn politieke partij bloot. De uitlatingen van Bouterse en Adhin hebben een antidemocratisch karakter en wekken vijandigheid op jegens de rechtsstaat.

Met de moord van vijftien politieke tegenstanders op 8 december 1982 bleek al dat Bouterse geen behoefte had de democratische rechtsstaat te beschermen. Bouterse etaleerde extreem gewelddadige gedachtegoed en zijn voorkeur om geschillen niet te beslechten via de rechter, maar met geweld. Bouterse is verantwoordelijk voor deze donkere bladzijde uit de geschiedenis van de Republiek Suriname. Bouterse en Adhin zullen verantwoordelijkheid dragen voor elk geweld dat het gevolg is van hun bizarre  oproep. Vanwege een mogelijk risico voor een ernstige escalatie blijft alertheid geboden.

Het persoonlijke gewelddadige gedachtegoed en de partijpolitieke relatie tussen Bouterse en de NDP straalt af op anderen binnen de partij. Partijtoppers promoten geweld en tasten daarmee het 'democratische gehalte' van de NDP aan. Daardoor heeft de partij een geloofwaardigheidsprobleem gekregen. Een persverklaring doet daar niets aan af. Zolang Bouterse en Adhin niet openlijk afstand nemen van hun uitspraken is een persverklaring voor de bühne. Het is een trucje over de vorm, dat de morele standaard van de partij tekent.

Indecent en onprofessioneel zijn de etnische sentimenten. Daarmee toont Bouterse zijn waarden en normen en van zijn NDP. Voor racisme in onze multiraciale samenleving geldt zero tolerantie. Racisme is verwerpelijk omdat Bouterse de samenleving terug wil zetten in tijd—een droevige verleden tijd. Racisme is een groot afbreukrisico en ernstig probleem voor de partij. Racisme en geweld zwaaien twijfel over de integriteit van de NDP, die een partij voor alle Surinamers wil zijn.

De vraag is of lidmaatschap van de NDP verenigbaar is met de verwerpelijke idealen van zijn leiders. De bereidheid van de leden om geassocieerd te worden met geweld en racisme is een fundamenteel vraagstuk. Blijken DNA-leden daar volstrekt niet mee te zitten en innig verbonden aan de partij? Assembleeleden die geen afstand nemen van het gedachtegoed van Bouterse hebben boter op het hoofd. Sympathisanten maken landsbelang ondergeschikt aan partijbonzen en zijn derhalve medeplichtig.

Voorstelbaar is echter dat politici er klaar mee zijn, de lat hoog leggen dan de toon van de top en zich heel goed realiseren dat de NDP ook een verantwoordelijkheid heeft voor een veilig en racismevrij Suriname. Het moet niet verbazen als een politicus zich ondubbelzinnig distantieert van de schade die de persoonlijke principes en de democratie is aangericht en partijloos verder gaat. De komende tijd zal de tolerantie binnen de partij duidelijk worden.

Een knellende vraag is: wie beschermt de 45 jaar jonge natie? De pers, politici, de magistratuur?—allemaal pijlers onder de rechtsstaat. De staande magistratuur, het Openbaar Ministerie, was in tien jaar Bouterse uitgehold; vleugellam wat betreft vervolging van partijgenoten (o.a. Hoefdraad). Daarmee werd de rechtsstaat ten grave gedragen. Nu ook is het Openbaar Ministerie (OM) doelwit van de NDP. De vraag is of de aanval op het OM iets is dat de samenleving zou moeten tolereren? Daar kleven grote risico's aan voor de democratie.

Of er opgetreden moet worden tegen de uitspraken en/of de NDP ligt op het bord van het Openbaar Ministerie. Het OM dient risico's en intolerantie juridisch in te kaderen en de rechtsstaat te verdedigen. De rechter beslist hoe ver de tolerantie reikt. Wat de uitkomst ook zal worden, een interessante rechtszaak wordt het wel, omdat die inzichtelijk kan maken wat de toleranties zijn en wat op het spel staat voor de democratie. En daarmee een rechtvaardiging voor democratische zelfverdediging.  

Zelf heb ik de vrije meningsuiting hoog in het vaandel staan. Maar voor geweld en racisme is geen plaats, ook niet onder het mom van vrijheid van meningsuiting. Ik ben het principieel oneens met degenen die daartoe oproepen. Dat is totaal maar dan ook totaal onaanvaardbaar. Geweld en racisme in al zijn vormen gaan in tegen alles waar beschaving voor staat en we moeten dat met zijn allen resoluut bestrijden.

Ray Maliekhadien
op persoonlijke titel

Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April