Fernald: Vervolg Onderwijsministers 1984-1996 (slot)
20 Nov 2020, 04:44
foto
Ivan Fernald


Allan Li Fo Sjoe trad in 1984, op voordracht van de vakbeweging, aan als minister van Onderwijs in het kabinet Udenhout (1984-1988). Hij heeft ten tijde van het militaire bewind, ook gediend in de kabinetten Radhakisun en Wijdenbosch. In de periode van zijn ministerschap werd hij met een ernstig incident geconfronteerd, toen militairen het schoolterrein Havo-1/ Mr. dr. J.C. de Miranda Lyceum bestormden en insloegen op studenten. De minister betreurde het brute optreden van manschappen van het Nationaal Leger tegen betogende studenten en hij verzekerde dat zulks zich niet zou herhalen.

Li Fo Sjoe was een kundige minister die een goede communicatie onderhield met het onderwijsveld. Daardoor kon hij voldoende draagvlak creëren voor zijn beleid en werd hij alom gerespecteerd. Vermeldenswaard is dat hij van 1987- 1989, lid was van de Executive Board van de UNESCO en ook van het Internationaal instituut voor het hoger onderwijs in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (2000 - 2005). In 2005 werd Allan Li Fo Sjoe (wnd.) voorzitter van het bestuur van de AdeKUS en in 2009 ontving hij een eredoctoraat.

Pierre van Mulier (1991)
De telefooncoup die zich tijdens de kerstnacht 1990 voltrok, maakte een eind aan het ministerschap van Ronald Venetiaan. De keuze van Mulier voor het ambt van minister was verrassend, omdat hij niet bekend stond als ideologische aanhanger van Bouterse. Wij moeten namelijk in beschouwing nemen dat na een ongrondwettelijke machtsovername meestal getrouwen in stelling worden gebracht. Zijn vriendschap met Jules Wijdenbosch zou mogelijk een rol hebben gespeeld. Pierre van Mulier was bedachtzaam in zijn optreden en had een open relatie met het onderwijsveld. Hij heeft enkele maanden de scepter gezwaaid bij het ministerie van onderwijs en legde zich vooral toe om het bestuursapparaat draaiende te houden.

Cornelis A.F. (Cor) Pigot
Energiek, analytisch en ook begiftigd met de nodige humor. Dat zijn eigenschappen die Cor Pigot typeren. Vanwege zijn haarscherpe analyses weet hij vrij snel tot de kern van de zaak door te dringen. Naast de reguliere zorg van het onderwijs wist hij tijdens zijn ministerschap simultaan ontwikkelingen op gang te brengen. Zo ontwierp hij het rehabilitatieplan fysieke infrastructuur in het binnenland. De Binnenlandse Oorlog had een ravage aangericht aan de infrastructuur. Scholen en onderwijzerswoningen waren vernietigd, waterpompen en lichtaggregaten waren ontvreemd, wegen en bruggen waren beschadigd. Leerkrachten waren de oorlogsgebieden ontvlucht.

Cor Pigot was van 1982-1988 onderdirecteur op het IOL. In die hoedanigheid werd hij voorzitter van de Evaluatiecommissie IOL. Vervolgens werd hij benoemd tot voorzitter van het bestuur van het IOL. Hij is ook nauw betrokken geweest bij de ontwikkelingen van de Universiteit getuige het feit dat hij van 1988-1990 zitting had in het bestuur van AdeKUS en in het laatste jaar zelfs in de functie van ondervoorzitter van het bestuur. Pigot heeft zich niet alleen verdienstelijk gemaakt op leidinggevend gebied en als organisator, maar hij heeft zich ook geprofileerd als visionair en vernieuwer. Zo heeft hij belangrijke impulsen gegeven voor innovaties op het IOL. Cor Pigot heeft ook vakinhoudelijke vernieuwingen doorgevoerd. In het bijzonder komt dit tot uiting in de vakonderdelen Milieu en Stadsgeografie op de MO-B opleiding Aardrijkskunde IOL.

Gerhard Otmar Hiwat zette met voortvarendheid het beleid van Cor Pigot voort in de periode 1991-1996. Hiwat was ten tijde van het ministerschap van Pigot, senior beleidsadviseur op het ministerie en hij had menig project met wiskundige precisie voorbereid. Ingrijpende besluiten nam hij pas, nadat alle facetten in beschouwing waren genomen. Gerhard Hiwat had een goede verstandhouding met het VOS-directeurenberaad. Hoe kan het ook anders; hij kwam uit hun gelederen voort. Hij had zijn sporen immers eerder verdiend als directeur van de Algemene Middelbare School, afgekort AMS, in de periode 1980-1991. In 2001 werd Hiwat ambassadeur in Brussel. Hij heeft zich o.a. sterk gemaakt voor een samenwerkingsverband op onderwijsgebied met Vlaanderen (België). Dat heeft onder meer geresulteerd in een stedenband Kortenberg en Blauwgrond waaruit een computerproject voor IMEAO Geyersvlijt is voortgekomen.

Veel werk te verzetten

45 jaar staatkundige onafhankelijkheid noopt tot bezinning. Wat is er van onze schone idealen overgebleven? In welke mate wordt onderwijs ingezet ter realisatie van de nationale ontwikkeling? Indien de data en onderwijsindicatoren op hun merites worden beschouwd geeft zulks reden tot ernstige bezorgdheid. De kwaliteit en de doorstroming laten te wensen over. De aanstelling van minister Marie Levens geeft hoop, omdat zij kennis van zaken heeft. Een belangrijke voorwaarde voor succes is dat het ministerie institutioneel aanzienlijk versterkt wordt.

De overige vier delen:
Deel 1: Srefidensi en Onderwijs
Deel 2: Markante persoonlijkheden in Onderwijs
Deel 3: Coryfeeën van weleer, tijdvak 1963- 1993
Deel 4: Coryfeeën van weleer: Ministers

Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April