De Surinaamse ziekte
25 Oct 2020, 08:43
foto


De prijzen rijzen de pan uit, de reële lonen dalen. Surinamers zijn moe, ze zijn het beu dat hun koopkracht steeds wordt uitgehold. Een blikje sardien wordt weer onbetaalbaar. Dit gebeurt nu al de derde of vierde keer in een mensenleven. Het is de Surinaamse ziekte. De oorzaak is altijd een politieke bende, die de macht pakt en eerst zorgt voor wat plezier door het opeten van de kasreserves en het leven op de pof, en vervolgens voor een groot geldtekort, en zich dan terugtrekt in de luwte van een onbezorgd bestaan, nadat het stokje vlug is doorgegeven aan de volgende regering om de rommel op te ruimen.

Daarom moet de regering Santokhi-Brunswijk nu hosselen en bedelen om ten minste de ambtenaren te kunnen betalen. Ze worstelt met hetzelfde probleem als de gewone man. Ze verdient niet genoeg om aan het einde van de maand haar schulden en rekeningen te betalen. Ze werkt hard om verbetering te brengen in de staatshuishouding, en ze doet dit vooralsnog zonder te stelen.

De regering wekt ook irritatie op, omdat ze haar belofte niet inlost, om te stoppen met familiepolitiek in allerlei raden. Dat is niet ‘netjes’. Maar maakt het uit hoe de president het gestrande schip probeert los te trekken, desnoods met de hulp van zijn vrouw, als hij maar niet afhankelijk wordt van haar? Als de president weet wat hij doet en met beleid en met kennis van zaken het land uit de crisis loodst en navigeert naar rustig vaarwater, dan zijn alle middelen geoorloofd. Zo niet, dan niet. Een andere irritatie is de ex-minister van Financiën die het land heeft overgeleverd aan Oppenheimer, en die als een geest uit de fles is ontsnapt en verdampt. Waarom kan iemand met zo’n opvallend profiel niet gevonden worden door de politie? Wie houdt hem de hand boven het hoofd? Als zoiets simpels al zo moeilijk is, hoe wil men dan de gestolen gelden terughalen? Maar enfin!

De Surinaamse ziekte gaat ook gepaard met een ‘vakbondsprobleem’. Het kan de ondergang van een regering betekenen. Ex-president Bouterse wist dit. Hij voelde blijkbaar aan dat onder zijn leiding altijd de ineenstorting van de Surinaamse economie inzet en versnelt. Dus sloot hij een gelukkig huwelijk van NDP-CLO. De voorzitter van De Centrale van Landsdienaren Organisaties (CLO), de heer Hooghart, gaf hij een lekkere draaistoel in het parlement, om te ontspannen. Zolang de NDP dominant bleef, zou de CLO-voorzitter een kleine rol en een rustige stem hebben, behalve om af en toe zijn gal te spuien op de Hollanders en de Hindoestanen. Ondertussen sloeg de NDP-regering een flinke bom geld stuk, verpandde zij de schrale inkomsten van het land aan particuliere schuldeisers, nam op de valreep duizenden ambtenaren in dienst en zegde ook nog eens 50% salarisverhoging toe aan de landsdienaren. De belangrijkste niet-blaffende hond bij dit alles was de CLO. Die is dus mede verantwoordelijk voor de inflatie en de penarie van de landsdienaren. De belofte van de salarisverhoging was pure misleiding, want men wist dat het geld op was.

Hoe meer ambtenaren, hoe meer macht voor de CLO. Maar dit is slecht voor het land. Daarom moet de CLO zich niet gaan verzetten tegen het verlies van overheidsbanen als gevolg van essentiële veranderingen, zoals een slankere en slagvaardigere overheid. Binnen de CLO woedt nu een machtsstrijd. Bij de CLO gaat het nu vooral om het voorzitterschap en niet om de leden. Het collectief is in tweeën gescheurd.

Het nu toekennen van de 50% loonsverhoging zou een vorm van het plegen van nationale zelfmoord zijn. De regering zou de gelddrukpers moeten aanzetten om de landsdienaren tevreden te stellen. Onder de huidige inflatoire omstandigheden zal elke loonsverhoging de prijzen opdrijven waardoor nog meer looncompensatie zal worden geëist. Anders gezegd: elke loonregeling zal een zelfvernietigend loon-prijsspiraal versterken, met als gevolg hyperinflatie.
De financiële situatie is zeer moeilijk en zal niet verdwijnen door hard in de tegenovergestelde richting te kijken. Hoe langer de nodige pijnlijke maatregelen uitblijven, hoe meer schade er wordt aangericht en hoe moeilijker de uiteindelijke oplossing zal zijn.

En terwijl het gras nog niet groeit, moet het hongerige paard worden bijgevoerd. 600.000 Surinamers moeten een armoedeplan maken en uitvoeren. Wil men economische groei als doel, dan moet men het middel van flinke bezuinigen en loonmatiging ook willen. Looneisen komen pas na productiviteitsverhoging. De koek die je wil verdelen, kan nooit groter zijn dan de koek die je verdient met productie.

Het bevorderen van de productie neemt veel tijd in beslag. En om meer geld uit de hout- en goudsector en de illegale sfeer te halen, moeten instituten eerst versterkt worden. Het zal dus eerst nog wat slechter moeten gaan, voordat het beter zal gaan, en de lonen weer kunnen stijgen. Veel Surinamers zullen weer rijst met zout, of wat luxer, rijst met melk en suiker moeten eten om de armoede het hoofd te bieden. Het land zal ook uit deze crisis komen, ofschoon het deze keer wel moeilijker zal zijn, vanwege de coronacrisis.
 
Het risico is groot dat na herstel in 2025 de politieke bende zich na een poosje rust weer zal vergrijpen aan de schatkist. Dat is de Surinaamse ziekte. Hoe voorkom je dat?

D. Balraadjsing
Advertenties

Tuesday 16 April
Monday 15 April
Sunday 14 April