Integriteit als randvoorwaarde voor duurzame ontwikkeling
26 Sep 2020, 03:33
foto


Integriteit van het bestuur is niet vanzelfsprekend. Zij kan op verschillende manieren onder druk komen te staan. Dit artikel gaat niet zozeer om fraude en corruptie. In de Surinaamse rechtspraktijk wordt met corruptie bedoeld steekpenningen ook wel tjoekoe genoemd, maar vooral om machtsbederf (corruptie in ruime zin van het woord).

Bestuurders, politici, ambtenaren, kortom iedereen moet integer zijn om een rechtvaardig en duurzame samenleving te hebben waar er sprake is van evenwichtige inkomstenverdeling (Buzz words and Fuzz words :)). Dat zal niemand bestrijden. Maar het is niet altijd duidelijk waar de grens van integer gedrag ligt en waar machtsbederf begint.

Corruptie als woord draagt het element van ontbinding, verval en vervaging van normen in zich. Hiermee wordt ook bedoeld het sluipend gevaar van bezoedeling van de ambtelijke en politieke reputatie, van aantasting van integriteit van bestuurders, van ontkenning van de hoge waarden waarvoor de democratische rechtsstaat staat. In de literatuur worden deze aspecten niet al te vaak belicht. Meestal belicht men corruptie (lees omkoping of tjoekoe) of fraude, deze benadering is dan ook vertaald in strafrechtsbepalingen (delictsomschrijvingen of artikelen in het Wetboek van Strafrecht).

Fraude en corruptie zijn in de rechtspraktijk goed afgebakende begrippen die strafrechtelijk zijn gedefinieerd in delictsomschrijvingen (artikelen in het Wetboek van Strafrecht). Machtsbederf is breder, het draagt het element van ontbinding, verval en vervaging van normen in zich. Het gaat mij om het sluipend gevaar van bezoedeling van de ambtelijke en politieke instituties, van aantasting van integriteit van bestuurders, van ontkenning van de hoge waarden waardoor de democratische rechtsstaat staat wordt aangetast en vervaagd tot een langs democratische wijze gevestigde dictatuur.

Uit de epos Mahabarat (Vidur Niti)  kunnen wij zes vormen van machtsbederf destilleren:
- Belangenverstrengeling
- Misbruik van bevoegdheden
- Onjuiste omgang met informatie
- Schending van het mijn en dijn in de relatie met de organisatie waar zij werken (privé gebruik van o.a. laptops en dienstvoertuigen)
- als mensen (zij bemensen immers instituties) in hun privé leven dingen verkeerd doen met gevolgen voor het politieke vertrouwen.

Wat zijn de gevolgen van dit fenomeen machtsbederf naast corruptie (lees omkoping of tjoekoe) en fraude voor de Surinaamse samenleving?

Machtsbederf kan 'in the end' ertoe leiden dat corruptie en fraude het nieuwe normaal worden. Als we willen spreken over wat gedaan kan worden om normvervaging en machtsbederf tegen te gaan, is het goed om ons af te vragen wat eigenlijk van politici, bestuurders en ambtenaren verwacht mag worden. In abstracto is dat heel eenvoudig.
Functionarissen moeten bij de uitoefening van hun taak de daarvoor geldende rechtsregels waaronder ook de  beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen, naast de grondrechten en mensenrechten van de burgers respecteren. Op basis van dit juridische raamwerk kunnen tal van geschreven en ongeschreven regels worden afgeleid.

In een goed functioneerde samenleving houden politici, bestuurders en ambtenaren zich aan deze gedragscode die voortvloeit uit hun ambtseed. Ambtenaren vinden die regels onder meer in hun rechtspositieregelingen (Personeelswet die nodig moet worden aangepast naar tijd, plaats en omgeving). Politici en bestuurders leggen bij de aanvaarding van hun ambt een zuiveringseed af. In de Eedsformule die in de Grondwet of Organieke wet is opgenomen welke functies niet met hun ambt verenigbaar zijn en zijn er bepalingen over welke handelingen verboden zijn.

Van politici, bestuurders en ambtenaren wordt een hoge graad van moreel ethisch handelen of hoge zuiverheid gevraagd. Zij behoren zich ook buiten de directe uitoefening van hun ambt te onthouden van gedragingen die het vertrouwen in een goede uitoefening van hun ambt kunnen schaden. Dergelijke eisen van integriteit vereisen een bepaald gedrag dat meestal word vastgelegd in een gedragscode.

Een overheid kan niet én rechtsstaat zijn én niet integer. Een niet-integere overheid kan de rechtsorde niet handhaven. Dit blijkt uit het feit dat de overheid de Covid-regels niet kan handhaven. Verder zien wij dat bepaalde mensen vinden dat bepaalde regels niet op hen van toepassing zijn, omdat dat ze het broertje van GOD zijn of hem kennen.

Tot slot de overheid is óf wel óf niet integer. Een beetje integer kan niet. En met de integriteit van de overheid valt of staat het bestuur. Aantasting van de integriteit van de overheid betekent dat de overheid het vertrouwen van de burgers verliest. En zónder dat vertrouwen van de burger kan de democratie niet leven.

Fariq Mohamed N Ilahi  LL.B MS.c

Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April