De totale benodigde investering zal worden verworven via het aangekondigde productiefonds tegen een rente van 3% per jaar en een terugverdientijd van 7 jaar. De FSA is vrijdag van het voornemen op de hoogte gesteld. Zij meent dat de uitvoering van dit project leidt tot oneigenlijke concurrentie en ernstige gevolgen voor de overige lokale cassavetelers die zonder overheidssteun produceren.

FSA meent dat LVV primair prioriteit dient te geven aan de agrarische sector met het beschikbaar stellen van kennis en kunde. De organisatie zegt in een schrijven aan minister van LVV, Rabin Parmessar en president Desi Bouterse, waar nodig financiële ondersteuning voor de facilitering van de agrarische productie van harte te ondersteunen, echter heeft zij ernstige bezwaren tegen het voornemen van LVV om een overeenkomst te tekenen met CASAFAS/De Molen.

De FSA vindt dat het beleid van LVV transparant, open en duidelijk dient te zijn naar de samenleving in het algemeen en naar alle stakeholders en agrarische ondernemers en dat van het bovenstaande nu geen sprake is. Onder meer dat er voor het aantreden van een nieuwe regering, LVV op de valreep een overeenkomst wenst te sluiten met CASAFAS/De Molen, doet ernstige twijfels opkomen bij de FSA.

CASAFAS/De Molen stelt in hun aanvraag dat een significant gedeelte van de investering niet nodig is, indien LVV de kosten van USD 1,15 miljoen voor de cultivatie van de machinerieën op zich neemt. De FSA vraagt zich onder meer af waarom LVV ervoor kiest zo een groot importbedrijf te voorzien van middelen uit het productiefonds, terwijl bestaande agrarische ondernemers de afgelopen jaren geen financiële steun hebben ontvangen. Ook zou volgens FSA, CASAFAS/De Molen geen ervaring hebben met de teelt en verwerking van cassave.

Het zou van goed agrarisch bestuur getuigen indien LVV de stakeholders die zich de afgelopen jaren met eigen middelen hebben ingezet voor de ontwikkeling van de cassavesector zou ondersteunen, zegt de FSA.