De oorlog om de ‘valutawet’
27 Mar 2020, 19:41
foto


De wetgevende macht heeft een gedurfde stap ondernomen. Een initiatiefwet ter regulering van het valutaverkeer, is goedgekeurd. Daarna zijn enkele actoren zich gaan roeren. Bankiers, bedrijfsleven en de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). 

De VSB heeft legal advice gevraagd aan het advocatenkantoor Essed en  Sohansingh. Als ik het 4 pagina`s tellend advies van de gewaardeerde Gaetano Best inkijk, is er in grote lijnen niets aan de hand. Het advies is toegespitst op een 4-tal punten betrekking hebbende op voor de bedrijfsvoering belangrijke aspecten.
1. Het accepteren van betalingen in vreemde valuta 
2. Het contracteren in vreemde valuta 
3. Het offreren in vreemde valuta 
4. Geen straf op overtreding artikel 10 lid 3 WVCT (valutawet)

De conclusie van dit legal advice is interessant voor alle betrokkenen: 
Bij het aangaan van nieuwe overeenkomsten betreffende een te verrichten prestatie in vreemde valuta kan eenvoudigweg worden voldaan aan de WCVT, door het invoegen van een specifieke bepaling, zodat de wet in dat opzicht geen beperkingen oplevert voor het aangaan van nieuwe schuldverplichtingen in vreemde valuta.
Bij bestaande schuldverplichtingen die luiden in vreemde valuta, daarentegen, zullen schuldenaren mogelijk bij de rechter kunnen afdwingen dat zij de vreemde valuta-schuldverplichting kunnen voldoen door betaling in SRD tegen de koers van de CBvS. Een schuldenaar zou in het ergste geval - indien de schuldeiser weigert het equivalent van de schuld in Surinaamse dollar te aanvaarden - zelfs bevrijdend kunnen betalen door storting van voormeld equivalent in SRD in de consignatiekas.

Met meewerkende schuldenaren kan echter een wijziging in de bestaande overeenkomst worden overeengekomen, zodat ook bij deze overeenkomsten betaling in vreemde valuta mogelijk blijft.
Aangezien het wettelijke verbod om te offreren en factureren in vreemde valuta haaks staat op het recht om, weliswaar onder voorwaarden, te contracteren in vreemde valuta, is het lastig handvatten aan te reiken voor handelen in lijn met artikel 3 lid 5 WCVT. Indien de intentie van degene, die in een offerte een aanbod doet, is om een overeenkomst aan te gaan in vreemde valuta, is het volstrekt onlogisch om de prijs van het goed of de dienst in de aan de overeenkomst voorafgaande offerte uit te drukken in SRD. 

Evenmin is het logisch om te factureren in SRD, indien partijen, daaraan voorafgaand, uitdrukkelijk overeengekomen zijn dat giraal betaald moet worden in vreemde valuta. Daartegenover staat dat artikel 9 lid 1 WCVT overtreding van artikel 3 lid 5 WCVT beschouwt als een economisch delict. Voor dit probleem is vooralsnog geen juridische oplossing voor handen.
Aldus de legal advice naar de VSB toe.
Er is in principe niets dat de uitvoering van de wet in de weg staat. Waarom de VSB zoveel commotie maakt is dus zeer onduidelijk. 

De bankiersvereniging heeft haar bezwaren nog altijd niet gespecificeerd maar heeft wel een verklaring uitgegeven waarin wordt benadrukt dat men het pad van dialoog wenst te volgen om wijzigingen in de wet opgenomen te krijgen. Mijn inzicht is dat de bezwaren van de bankiersvereniging welke ik kan gissen, opgevangen kunnen worden door de bijzondere bepalingen van de valutawet die ruimte biedt om in overleg met de CBvS zaken vast te leggen. 

Kijken we naar de brief die de governor van de CBvS heeft gestuurd naar het staatshoofd, dan is vaagheid het enige dat daaruit voortvloeit. Geen concrete bezwaren waardoor de indruk ontstaat dat de wet niet goed wordt begrepen of wenst te worden begrepen. Ik ben het wel eens met dhr Roemer dat er sprake dient te zijn van contract vrijheid. Hij doelt kennelijk op de spaarzin in valuta doch de huidige macro-economische omstandigheden vragen een bijzondere aanpak. 
De angst van dhr Roemer voor politisering van het ondersteunend toezichthoudend orgaan is niet valide omdat hij  voorbijgaat aan de marktwerking. Het lijkt alsof de governor vergeten is mee te nemen dat de CBvS de koers bepaalt! 

Heeft met de aanname de CBvS nog steeds de autoriteit om een marktconforme koers te bepalen? JA! Wordt CBvS overruled door toezichtsorgaan. NEE! Dus waar gaat de commotie eigenlijk over? Je zou kunnen proeven dat dhr Roemer zich druk maakt om de rol van toezichthouder op kredietwezen. Is die bezorgdheid valide? NEE. Als lid van toezichtsorgaan bepaalt CBvS namelijk nog steeds allocatie van valuta naar marktpartijen. 

De valutawet is naar mijn mening juist in lijn met wat de CBvS al een tijdje tracht te doen namelijk ontmoediging van valuta leningen. CBvS heeft al tijdje banken onder druk gezet om valuta leningen te beperken en bestaande om te zetten in SRD. Als overgang werd 10 jaar gehanteerd. De huidige wet is alleen rigoureuzer en dat wordt ingegeven door feiten en omstandigheden. 
Over de internationale praktijk is dhr Roemer erg vaag. In Nederland heb je DNB en AFM die samen toezicht uitoefenen. Dus toezicht KAN! In de VS heb je Fed en Sec en Elizabeth Warren. Dus het KAN! De governor heeft niet hard kunnen maken hoe de CBvS  wordt uitgehold.

De wet is een gedurfde wet en is erg goed ontvangen door de samenleving die erg moe is van hoge koersen en de zoektocht naar valuta om aan verschillende verplichtingen te kunnen voldoen. 
Deze wet beschermt de gewone burger en is geenszins een onuitvoerbare wet , integendeel. Ik ben er zelfs van overtuigd dat de meeste bezwaren middels goede afspraken tussen de verschillende actoren tot het verleden kunnen behoren. 
Ik roep alle betrokken partijen op de weg van dialoog te blijven volgen. Ook roep ik op tot stevigere informatie voorziening naar belanghebbenden toe. 

Mr. Drs. Sharmila Kalidien-Mansaram
Advertenties

Wednesday 24 April
Tuesday 23 April
Monday 22 April