Misvattingen in het valutaverkeer debat
26 Mar 2020, 05:18
foto


Na de aanname van de Wet Valutaverkeer protesteren groepen en personen hiertegen en tekent zich een zeer eenzijdige discussie af. Vooropgesteld is dat ondergetekende wél heil ziet in deze wet die namelijk tracht zaken in onze economie recht te trekken, die decennialang de kans hadden scheef te groeien. De consument werd hiervan stelselmatig de dupe, terwijl slechts enkele machtige entiteiten het gereedschap en de toenmalige wet hadden om ongedeerd woeker koerswinsten te maken geen last van inflatie, koersstijging, koopkrachtverlies.

NIET ALLEN die zich uiten tegen de nieuwe wet, doen dit uit eigen belang. Ondergetekende ziet namelijk heel wat onbegrip in de verklaringen en vreest dat sommigen, hoewel onbewust, toch meer napraten dan een eigen mening vormen.
Ik wil door pointers mijn bijdrage leveren aan de discussie.
1. Contante betalingen in vreemde valuta worden aan strikte regelgeving onderworpen.
Dit is in het voordeel van de consument: geen tassen vol SRD of handgeld aan vreemde valuta. Alles via de bank laten verlopen geeft meer veiligheid en zekerheid. Er is ook helemaal geen verbod op vreemde valuta rekeningen, die kunnen uiteindelijk worden gebruikt voor diverse banktransacties als betalingen, omwisselingen, opnemen en storten. Met mobiele bank apps kun je direct 24/7 geld van je vreemde valuta rekening overmaken naar de ontvanger.

2. De meeste goederen en diensten zijn geprijsd in SRD en niet in vreemde valuta, welke ook in het voordeel is van de consument, omdat de meeste huishoudens SRD verdienen. Dat er prijscontrole wordt gehandhaafd, is eveneens een nodige voorwaarde. En dat de koers 1 bekende is, vastgesteld door de Centrale Bank van Suriname is eveneens een noodzaak. Deze samenhang van randvoorwaarden moet prijsstabilisatie waarborgen, waar de burger recht op heeft.

3. Sommige diensten blijven in vreemde valuta, omdat die ‘buitenlands’ zijn. Bijvoorbeeld: betaling van studie-, onderhoud-, medische en andere verzekering kosten van een begunstigde in het buitenland. Overigens is iedereen vrij om deviezen te kopen voor een specifiek doel, maar dit zal giraal moeten geschieden (dus via de bank). Het doel kan niet zijn “speculatie” of “spaar-voorzorg”. Doelen die vreemde valuta girale aankopen rechtvaardigen zijn onder andere: importen van consumptiegoederen, medicijnen, kapitaalsgoederen, etc. Er zal controle komen op de facturering, zodat geen geld “vlucht”.

4. Uitvoerbaarheid van de Wet.
Dit wordt betwist door de banken en sommigen uit het bedrijfsleven.  Waarom weet ik niet! Potentieel zijn de banken en de bedrijven gebaat bij koersstabiliteit en bij het opkrikken van de rol van de SRD. Stabiele en kredietwaardige klanten komen de banken immers ten goede. De regels waaraan de banken zich dienen te houden zijn duidelijk. Als er onduidelijkheden zijn, kunnen zij dat aangeven, zonder direct te staken. Ook is het niet anders dan onder de oude wet, waar banken zich continu hebben bewapend tegen hogere kosten.
5.     Compenserende maatregelen.

Ik heb ook begrepen dat de regering waar nodig compensaties heeft aangekondigd en dat voorstellen zijn ingediend door het bedrijfsleven welke door technische mensen worden uitgewerkt. Het bedrijfsleven heeft kostenbesparende compensatie gevraagd in de vorm van:
-        Vrijwaring van invoerrechten
-        Lagere inkomstenbelastingen
-        Loonbelasting schijfwijzigingen, zodat arbeiders hogere nettolonen overhouden.

Het is zeer begrijpelijk dat naar dit sluitstuk gevraagd wordt. Het moet duidelijk zijn dat loonstabilisatie, inkomstenstabilisatie en prijs- en koersstabilisatie het behoud van de koopkracht in SRD bewaken. Het is tweeledig, te weten:
1. Samenhang en gedeelde verantwoordelijkheid.
Het voorgaande is mijns inziens een reden waarom het debat zich voorstander moet tonen van een geïntegreerd pakket. Er kan niet eenzijdig om belastingverlaging gevraagd worden, zonder dat de prijzen zich stabiliseren. De overheid kan niet alleen de financiering opbrengen van haar inkomstenderving. Haar uitgaven worden ook meer, aangezien het COVID-19 ook bevochten wordt door prijssubsidies voor energie, brandstof, water, vervoer, etc in stand te houden. Immers jobverliescompensaties en andere sociale vangnetten zullen meer kosten. Het tekort van de overheid wordt groter op het moment dat er belastingkorting wordt gegeven en de uitgaven aan het volk en minderdraagkrachtigen hoger worden.

2. Financiering.
Andere landen in de wereld maken zich op om voor dezelfde problemen met de internationale instituten voor financiële oplossingen te gaan.
Ik roep tot slot iedereen op dat we in Suriname moeten denken aan datgene dat in het voordeel van het volk is en dat we angst en vooringenomenheid moeten overstijgen. Het debat moet terug naar de kern: wat is mogelijk in de plaats van wat is onmogelijk en hoe draag ik bij en niet hoe werk ik tegen!

Quincy Yorks
Advertenties

Thursday 28 March
Wednesday 27 March
Tuesday 26 March