In 2019 is de inflatie onder de 5 procent gebleven wat gangbaar is in de wereld. Er is ook een lichte groei geweest van het Bruto Binnenlands Product van 2.6 procent. Maar op dat tempo gaat het 7 jaren duren voordat het welvaartsniveau van 2014 is bereikt, merkt de VES-voorzitter op. Hoewel 2020 goed is begonnen met de melding van een olievondst en de overname van de Afobakadam, ziet het er economisch toch niet rooskleurig uit, geeft Ramautarsing in zijn toespraak aan.

De VES-voorzitter somt enkele zorgpunten op. De ruis rond de ontslagen bij de Centrale Bank van Suriname, die overigens zelf geen jaarverslagen publiceert maar het van elke andere bank opeist. De verschillende valutakoersen (Centralebank koers, gewone bank koers, straatkoers en ‘Chotelalkoers’), de corruptie die nu openlijk plaatsvindt, de grote drugsvangsten en witwassen, fake accounts, verdraaiingen van de waarheid voor politiek gewin, de daling van de goud en deviezenreserves van US$ 713 naar US$ 661 in november. 

De Alcoa deal gaat de komende vier jaren het land flink wat kosten. Per jaar gemiddeld US$ 5 miljoen aan onderhoud en US$ 45 miljoen aflossing van de geleende US$ 125 miljoen om achterstallige rekeningen te betalen, deelt Ramautarsing mee. De VES vreest dat de overheid net als in 2014 weer aan monetaire financiering gaat doen. En net als toen het volk weer gaat voorhouden dat het economisch goed gaat om na een eventuele verkiezingswinst mee te delen dat het land er slecht voor staat. 

Volgens de begroting gaat de overheid dit jaar SRD 6.5 miljard verdienen terwijl de uitgaven zijn geraamd op SRD 9.8 miljard. Daarvan gaat 6.5 miljard naar personele kosten en subsidies, laat Ramautarsing optekenen. “Bij ongewijzigd beleid groeit de bestaande US$ 2,7 miljard schuld tot boven de US$ 4 miljard, terwijl we in 2020 al SRD 1100 miljoen alleen aan rente moeten betalen en SRD 1400 miljoen aan leningen moeten aflossen,” deelt hij mee. De VES-voorzitter licht toe dat naast de huidige staatsschuld er nog US$ 840 miljoen aan leningen zijn waaruit nog niet getrokken is. Daarnaast is naast de lening van US$ 300 miljoen voor het Dalian V project, recent nog eens US$ 300 geleend bij China. 

“De grootste uitdaging zijn de overheidsfinanciën, de tikkende tijdbom onder de broze monetaire stabiliteit,” concludeert Ramautarsing. De olieopbrengsten zullen misschien alles dekken maar het gaat nog heel lang duren voor er inkomsten zijn, merkt hij op: “Gaan we ons laten verdrinken in de schulden voordat we kunnen zwemmen in de olie?” Het welzijn van een natie wordt bepaald door goede bestuurders, goed beleid en goed geluk, haalt Ramautarsing aan. “Het laatste hebben we nu, voor de twee andere moeten we dit jaar zorgen.” De VES gaat onvermoeid de vinger op de pols houden, oplossingen blijven aandragen en en helpen, kondigt Ramautarsing aan.

René Gompers