Colombiaanse demonstranten waren bezorgd over mogelijke wijzigingen in het minimumloon, pensioen- en belastinghervormingen en de privatisering van staatsbedrijven. De regering blijft erbij dat er geen geplande pensioen- of arbeidshervormingen zijn en dat eventuele wijzigingen plaatsvinden in overleg met arbeidsgroepen.

Demonstranten zijn ook boos over vermeende corruptie en wat sommigen beschouwen als het falen van de regering om een ​​vredesovereenkomst van 2016 met linkse Farc-rebellen na te komen te midden van een toename van geweld.

Meer dan 200.000 mensen gingen de straat op in het hele land, zeiden de autoriteiten, in een van de grootste massaprotesten in Colombia in jaren. De organisatoren van de protesten, het National Strike Committee, zeiden dat mensen in 500 dorpen en steden hadden gedemonstreerd en verzochten om een ​​ontmoeting met president Duque.

De protesten waren meestal vreedzaam, maar in Bogotá vuurde de politie traangas af op de mensen die zich op het historische Bolívar-plein naast het kantoor van de president hadden verzameld. In de zuidwestelijke stad Cali werd een avondklok opgelegd nadat demonstranten wegen hadden geblokkeerd en bussen en winkels hadden vernield.

In het hele land werden volgens de autoriteiten 36 mensen gearresteerd. "Er is een aantal geïsoleerde incidenten geweest die door de nationale politie accuraat en adequaat zijn gecontroleerd," zei minister van Binnenlandse Zaken, Nancy Patricia Gutiérrez.

's Avonds sloegen mensen in verschillende steden op potten en pannen ter ondersteuning van de protesten. Meer demonstraties werden vrijdag verwacht. "Colombia won op deze historische dag van burgermobilisatie," zei het National Strike Committee in een verklaring. "We roepen alle burgers op klaar te zijn om verdere actie op straat te ondernemen als de nationale overheid onze eisen blijft verwaarlozen."

In een televisie-uitzending zei Duque, die in augustus 2018 aantrad: "Vandaag hebben Colombianen gesproken. We horen ze. Sociale dialoog is een hoofdprincipe van deze regering geweest en we moeten deze verdiepen met alle sectoren van de samenleving en de sociale agenda en de strijd tegen corruptie versnellen."

Demonstranten zijn de afgelopen maanden in verschillende Latijns-Amerikaanse landen de straat op gegaan, waaronder in Chili, waar de conservatieve president Sebastián Piñera worstelt met de grootste crisis van het land sinds de terugkeer naar de democratie in 1990.

In Bolivia hebben claims van verkiezingsfraude geleid tot het aftreden van de linkse president Evo Morales te midden van landelijke protesten. Demonstraties hebben ook plaatsgevonden in Ecuador en Nicaragua.