Column: Politieke Borrelpraat 581
13 Oct 2019, 22:28
foto


“Denken jullie dat die geRijmde-man met z’n 2020-alternatief enig kans maakt zetels binnen te halen?”
“Tja, moeilijk te zeggen. Maar er zit wel potentie in die club.”
“In ieder geval zijn ze niet specifiek etnisch georiënteerd en ze hebben een geestelijk fundament.”
“Dus een beetje dunnetjes nadoen van de PMLP, de Purple Movement Leni Prisiri, waarvan de grote roerganger, voorganger, ala soort ganger, vandaag jarig is?”
“Ik vond dat betonnen borstbeeld beter dan dat houten blok uit manjahout.”
“Gaat eentje ook ergens op ons Plein een plaatsje krijgen? Er is daar nog ruimte te over.” ”
“Volk, gij zal geen beelden aanbidden.”
“Jij begint al te rijmen als Rijme.” 
“De ene hijst de regenboogvlag, een andere gaat afrekenen met ’70 jaar falend politiek leiderschap’, waar zij zelf een aantal jaren aan meegefaald heeft en weer een andere, een ex-MP-er nog erbij, keurt de Decembermoorden heftig af. Wat sommigen allemaal niet uitkraaien, verloochenen en doen ter wille van goedkope stemmentrekkerij.” 
“Toch vind ik dat kerk en politiek niet samen moeten gaan.”
“Je kan vinden wat je wil, de praktijk hier en in het buitenland is anders. Religie ís een heel sterk politiek bindmiddel.” 
“Maar je hebt in ons land ook niet-religieuze en sterk maatschappij-ideologische partijen gehad.” 
“Welke voorbeelden, meester?”
“Ik wil noemen de PNR van Eddy Bruma, de PALU van Iwan Krolis, de Volkspartij van Ruben Lie Paw Sam, het DVF van Humphrey Keerveld en de SPS van Henk Herrenberg. Die hadden een duidelijke ideologie, of die nou nationalistisch, socialistisch of communistisch was, doet er niet aan toe.” 
“Maar die werden geen massapartijen, die haalden met moeite één of geen zetel. De oude partijen zeiden hun aanhangers namelijk dat deze nieuwe partijen ‘vreemde ideologieën’ aanhingen en dat ze communisten waren: van alles wat je twee had, zouden ze eentje inpikken.”
“Nou, als de verkiezingen van maart 1980 waren doorgegaan, had de Volkspartij zeker zetels gehaald. Mijn oom was namelijk een van de hoofd propagandisten van de Volkspartij. Toen ze een volksbuurt met de vlaggen van de partij hadden gekleurd, ontmoette hij kolonel Valk, toentertijd hoofd van de militaire missie van de Nederlandse ambassade, die hem ronduit zei: ‘jullie kunnen de verkiezingen vegen.”
“Wijlen Albert Helman, grote kenner van onze cultuur, historie en politiek, heeft eens tegen een gezaghebbende Nederlandse krant gezegd, dat politiek Den Haag via z’n militaire attaché alhier de coup van de sergeanten rechtstreeks heeft aangestuurd, vooral om te voorkomen dat ‘die communistische partijen, die linkse partijen’ in het machtscentrum zouden komen.”
“Ach, er is geen bewijs voor deze kletspraatjes, hoewel ik moet toegeven dat die kolonel Valk vaak als architect van de coup van 1980 wordt genoemd en dat bepaalde van onze onderofficieren een goede band met hem hadden, die was ontstaan tijdens hun militaire opleiding in Nederland.”
“Zijn die onderofficieren die een coup pleegden in Nederland opgeleid, meester?”
“Hemeltjelief, wat leren ze jullie op school? Allemaal zijn daar opgeleid en met een suppletie op hun salaris na de onafhankelijkheid weggelokt naar Suriname.” 
“Bouta ook?”
“Al-le-maal, zei ik, anders waren ze echt wel daar gebleven en zat het Nederlandse leger met hen opgescheept, want al tijdens hun opleiding bleek dat het strijdbare makkers waren die een stevige borrel en knokpartij niet uit de weg gingen.”
“Dus in feite heeft Nederland de basis gelegd voor die militaire machtsovername hier.”
“Natuurlijk! Jeetje! Wie anders? Wij hier soms? Natuurlijk deed dat patjapatja-gedoe van die oude politieke partijen hier flink olie op het vuur. En vooral de jonge kiezers wilden iets nieuws. We waren onafhankelijk, mooi netjes, maar de oude politieke leiders dachten alleen maar aan elkaar bestrijden om hun te zakken vullen, vooral met die gratis pot van 2.7 miljard Nederlandse guldens.”
“In dat opzicht zijn ze niet veel veranderd!”
“Waarom denk je verder, dat de Nederlandse overheid de nieuwe regering die voortkwam uit de coup en onder leiding stond van dokter Henk Chin A Sen, financierde met zo een 500 miljoen harde Nederlandse guldens? Dus bovenop die schenkingsmiddelen van de onafhankelijkheid?”
“Echt waar? Dat kan ik bijna niet geloven.”
“Ze spraken dat later goed door te zeggen: we gunden de nieuwe regering het voordeel van de twijfel. Wat een huichelachtigheid.” 
“Waarom denk je dat de archieven die dit gewriemel vanuit Den Haag en de Nederlandse ambassade hier aantonen voor tientallen jaren opgesloten, verborgen blijven in de Nederlandse staatskluis? Als je niets te verbergen hebt, waarom verberg je dan bepaalde archieven?”
“Maar die politieke boys in Den Haag hadden buiten de waard gerekend. Juist wat ze hadden willen voorkomen met de coup, gebeurde dubbel en dwars. Eerst langzaam, toen steeds sneller.”
“Wat was dat, meester?”
“Dat een deel van die communistische jongens, nog erbij het radicale deel, steeds meer invloed op de militaire leiding ging uitoefenen. Zo trok de militaire leiding, aangespoord door die radicale linkse adviseurs, op 13 augustus 1980 alle macht naar zich toe. Zelfs de NMR was in feite intussen ontmanteld. Alles was vanaf dat moment: ‘het militair gezag’. Dat van 13 augustus was in feite de echte staatsgreep. Niet de coup van 25 februari. Dat was het voorspel.” 
“Die NMR betekende toch de Nationale Militaire Raad?”
“Helemaal goed, jonge vriend, en die bepaalde vanaf 25 februari 1980 in feite de koers van de regering Chin A Sen.”
“En wie had het voor het zeggen in de NMR?” 
“In het begin waren dat de drie leden van het bestuur van de Bond Militair Kader, BoMiKa, die door de toenmalige legerleiding gevangen waren gezet en op maandag 25 februari gevonnist zouden worden.”
“Dus in feite was de coup een uit de hand gelopen bevrijdingsactie van deze militairen?”
“Zo zou je het kunnen zien, ja. Want op de avond van 25 februari verschenen deze drie op de STVS. Er was avondklok, dus iedereen was thuis en hoorde en of zag deze drie militairen, twee met een karabijn en de derde las de eerste verklaring van de NMR voor.”
“Was dat Bouta?”
“Nee mang, die kenden we nog niet. De voorzitter van BoMiKa en ook voorzitter van de NMR, namelijk Badresein Sital, las die verklaring voor. En hij werd geflankeerd door Laurens Neede en Ramon Abrahams.”
“Diezelfde die als minister zo…”
“Ja, diezelfde.”
“En wie zaten nog meer in de NMR?”
“Die bestond aanvankelijk verder uit Roy Horb, Chas Mijnals, Michael van Rey, Stanley Joeman en natuurlijk Bouta, de boezemmakker van Horb. En al gauw begonnen binnen deze raad de spanningen op te lopen vanwege het gewriemel om de macht, met verijdelde tegencoups en geschiet op elkaar, gevangen gezette NMR-leden en aftredende ministers enzo.”
“En daar kwam uiteindelijk na heel wat gezigzag en gezagzig de vandaag jarige als sterke man uit voort.”
“Maar na 13 augustus….”
“Een andere keer, mijn jonge vriend, ik moet naar een verjaardagsfeest. Nee, niet ‘daar’. Groetjes.”

Rappa
Advertenties