De teloorgang van de democratie in Suriname
15 Sep 2019, 20:43
foto


De Verenigde Naties heeft 15 september uitgeroepen tot 'Internationale Dag van de Democratie' (International Day of Democracy). Op deze dag wordt stilgestaan bij de toestand van de democratie in de wereld. Voor een goed begrip lijkt het raadzaam eerst uit te leggen wat nu precies onder democratie wordt (of moet worden) verstaan. De term democratie is een samenvoeging van dèmos, volk, en kratein, heersen. Het betreft een regeringsvorm waarbij het volk macht heeft door inspraak in de politiek, onder meer door te mogen stemmen. (De Grieken staan bekend als de bedenkers van de democratie. Als ‘vader van de democratie’ wordt doorgaans Clisthenes aangewezen, een politicus die leefde in de zesde eeuw v. Chr. in Athene, een dorp in Griekenland.)

Suriname heeft als staatsvorm de parlementaire democratie. Volgens de Grondwet van 1987 berust de hoogste macht bij de voor vijf jaar door de Verenigde Volksvergadering gekozen president, die naast staatshoofd en opperbevelhebber van de strijdkrachten tevens regeringsleider is. Deze laatste functie wordt ambtshalve uitgeoefend door de vicepresident. De Nationale Assemblee is het hoogste staatsorgaan en telt 51 leden. Maar de Surinaamse democratie bevindt zich nu in een crisissituatie. De roep om onderzoeken naar de leugens, corruptie en ondermijning van de democratie door de zittende machthebbers en diens handlangers wordt steeds luider.

Volgens de jurist en voorzitter van de Stichting ter versteviging van de Democratie van Suriname StiDeSu, Gerold Sewcharan, in zijn artikel bestaan er twijfels of Suriname thans, anno 2019, nog wel een waarachtige democratie is. Hij stelt de vraag of Suriname een parlementair democratische rechtstaat is, dan wel een schijndemocratie. De vraag stellen is gelijk het antwoord geven, want wat hem betreft, is Suriname anno 2019 geen waarachtige democratie, zoals bedoeld in onze Grondwet. En hij haalt 5 (vijf) punten aan om zijn stelling te onderbouwen.

Echter is de democratiewaakhond of zo u wilt de hoeder van de democratie (DNA) gemuilkorfd en verworden tot een schoothond, die dient als gezelschapsdier, en in vele gevallen ook door zijn meester wordt vertroeteld en zich zeer volgzaam en afhankelijk gedraagt. Wie de fanfare over de Alcoa deal in ‘slands vergaderzaal heeft gevolgd en het slotakkoord heeft gehoord, twijfelt er niet aan: dat was His Masters Voice. Hij citeert ook artikel 23 van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van Mensen, regelende het politieke mensenrecht.

Keerzijde democratie medaille
De Franse politiekfilosoof en socioloog, historicus en staatsman Alexis-Charles-Henri Clérel, burggraaf de Tocqueville geldt als theoretisch grondlegger en visionair van het moderne politieke liberalisme. Tocqueville bewonderde de democratie vanwege de maatschappelijke gelijkheid voor allen. In de Verenigde Staten bestudeerde hij de gelijkheid in een maatschappij waar ze op dat moment het meest ontwikkeld was.

In 1835, even voor zijn dertigste, schreef hij zijn bevindingen over de democratie in zijn Mémoire sur le paupérisme.
“Wanneer ik denk aan de vorm die deze nieuwe tirannie zal aannemen, zie ik voor mij een massa van in alle opzichten gelijke mensen die rusteloos onbeduidende en banale genoegens najagen; die op zichzelf zijn teruggeplooid, die zich louter op hun gezin en een handvol kennissen richten en die zich van het bestaan van andere mensen nauwelijks bewust zijn, die nog slechts op zichzelf en voor zichzelf leven. Boven deze geïndividualiseerde massa troont een bevoogdend machtsapparaat dat over het wel en wee waakt, dat alles voorziet en alles regelt, maar dat de mensen in een staat van onmondigheid houdt. Het garandeert de burgers een veilig en welverzorgd bestaan, maar staat er op zelf uit te maken wat goed is voor hen. Zo zullen de mensen steeds minder gebruikmaken van hun eigen oordeelskracht; de individuele wilskracht zal zich op een steeds beperkter terrein laten terugdringen.” (Bron: Wikipedia)

Tocqueville’s analyses van de moderne samenleving gelden nog steeds. Klinkt dit bekend? Is Suriname anno nu hierin te herkennen?

De jurist/econoom Guillermo Samson noemde Suriname in een tv-uitzending (To the Point) een democratuur terwijl het Dagblad De West in een artikel van 17 februari ll. spreekt van een dictocratie. Zowel democratuur als dictocratie zijn een meng-vlecht- of kofferwoord van democratie en dictatuur: een schijndemocratie, een dictatuur in een democratisch jasje.

Conclusie
Suriname is geen waarachtige democratie, is Suriname een democratuur? Of is Suriname een dictocratie? Wat is het dan wel? Ah, een kleptocratie misschien? Kleptocratie komt van het Griekse klepto (stelen) en kratein (regeren), en betekent dus "regering door dieven". In tegenstelling tot bijvoorbeeld democratie is het geen staatsvorm; het wordt enkel gebruikt als pejoratieve term, een woord of uitdrukking met een ongunstige bijbetekenis om (vermeend) zelfverrijkende regeringen en landen aan te duiden. Het kan wel tot informele bestuursvorm verworden; in dat geval is de mogelijkheid om te stelen en te laten stelen bepalend voor de machtsverhoudingen in het land.

George Orie
15 september 2019

 

 

 

Advertenties