De Nationale Anti- drugs Raad (NAR) is officieel geïnstalleerd op 18
januari 2018 door de toenmalige minister
van Volksgezondheid dhr. Ing. P. Pengel.
De NAR die bij presidentiële resolutie is ingesteld heeft als taak om door
coördinatie, overleg en advisering, te werken aan een samenleving die in
toenemende mate vrij is van drugsgebruik, drugsverslaving, drugshandel en
drugscriminaliteit.
In de NAR werken vertegenwoordigers van de ministeries betrokken bij de
drugsproblematiek (Volksgezondheid, Justitie en Politie, Onderwijs en
Volksontwikkeling, Sport en Jeugdzaken), het bedrijfsleven en niet gouvernementele organisaties (ngo’s) nauw samen om
het drugsprobleem het hoofd te bieden. De NAR legt via het Directoraat
Nationale Veiligheid (DNV) verantwoording af aan de president van de Republiek.
De Raad heeft na zijn installatie, twee belangrijke zaken aangepakt.
Allereerst is er begonnen met het schrijven van een nieuw Nationaal Drugs
Master Plan (NDMP). Normaal gesproken, geschiedt dat door het inhuren van één
of meerdere consultants, maar door gebrek aan financiën hebben de leden van de
NAR in hun spaarzame vrije tijd de pen zelf ter hand genomen. Op 31 Januari
2019 is het NDMP aangeboden aan het DNV. Op 26 juli 2019 is het NDMP
geretourneerd aan de NAR, die momenteel de wijzigingen aangebracht door het DNV,
bestudeert.
De tweede belangrijke activiteit van de NAR was het aanleveren van data
in het kader van het Multilateral Evaluation
Mechanism (MEM). De MEM is een mechanisme waarbij de lidlanden van de
Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) door rapportage hun vorderingen bij de
bestrijding van de drugsproblematiek, delen met de andere lidlanden. Een panel
van drie experts uit andere landen beoordelen dan de vorderingen van elk land.
De NAR heeft van alle relevante diensten, afdelingen en verantwoordelijken,
medewerking gekregen bij het verzamelen van de informatie. De uitdaging was om
de meer dan 500 vragen en subvragen te beantwoorden en alle bewijsmiddelen te
sturen naar de CICAD. Na de eerste vragenronde kwam er een 2e ronde waarin
nadere toelichtingen moesten worden gegeven.
Het MEM-rapport is breed
uitgemeten in de pers. Kort samengevat hebben we als land veel huiswerk te
doen. Zowel op het gebied van de vermindering van de vraag naar drugs als het aanbod van drugs, moet er het een en
ander gebeuren. Belangrijk is dat het NDMP na een laatste screening door de NAR
op korte termijn aan de president wordt aangeboden.
In de ogen van de NAR is het ontbreken van sterke instituten en gebrek
aan kader, het grootste probleem om de drugsproblematiek effectief aan te
pakken. Het niet optimaal functioneren
van het Nationaal Drugs Observatorium maakt dat diverse onderzoeken niet zijn
uitgevoerd zoals dit rapport aangeeft.
Ondanks het ontbreken van een formeel vastgestelde strategie voor de
aanpak van het nationaal drugsprobleem, vinden er tal van activiteiten plaats.
Behalve de vele awareness programma’s die in samenwerking met de netwerken van
de NAR worden uitgevoerd, is er via het Ministerie van Onderwijs het project “Prevention Crime and Violence in vijf districten
uitgevoerd waarbij gezinnen en leerkrachten worden getraind.
Naast het schrijven van het NDMP en de implementatie van de MEM heeft
de NAR in de afgelopen periode de volgende zaken aangepakt:
- Voldoen aan
internationale rapportage verplichtingen: de MEM, de Annual Report Questionnaire (ARQ) van de United Nations on Drugs and Crime (UNODC); dataverzameling van treatment
centers rapporteren aan de OAS.
- Versterking
van de behandelcentra met de aanbieding van drugstesten.
- Preventie-activiteiten en trainingen van de verschillende stakeholders van de primaire–
en tertiaire drugspreventie waaronder ook de laagdrempelige trainingen voor
Hindoe geestelijken.
- Viering van
internationale dagen: Wereld Anti drugsdag op 26 juni en viering leerkrachtendag in oktober.
- Ondersteuning
voorbereiding EU-Celac High Level Meeting die in juni 2019 heeft plaatsgevonden.
- Paho-trainingen voor stakeholders van de primaire- en tertiaire
drugspreventie.
De aanpak van de drugsproblematiek vereist betrokkenheid, samenwerking
en vooral (politieke) wil om het probleem effectief aan te pakken. Er moet in
dit kader worden geïnvesteerd in de versterking van het observatorium, zodat de
onderzoeken kunnen worden uitgevoerd.
Een belangrijk gezondheidszorginstrument om onze bevolking te
beschermen voor gevaarlijke drugs is het z.g. Early
Warning Systeem (EWS). Door het EWS kan er alarm worden geslagen, zodat
er geen slachtoffers te betreuren zijn, als er nieuwe onbekende drugs (lachgas,
sukru enz.) op de markt komen. Door de uitstekende contacten tussen de NAR en
haar werkarm, het Uitvoerend Bureau van de NAR (UBN) met relevante stakeholders
(politie, laboratorium, NGO’s enz.) zijn wij als land goed in staat om onze
bevolking in redelijke mate te beschermen op dit vlak. Ook is er door
tussenkomst van de NAR, drugstest apparatuur beschikbaar gesteld aan het
Centraal Laboratorium van het BOG.
Namens de NAR,
Drs. G.
Uiterloo
Voorzitter