WTO-leden zetten vragen bij verscherpte EU-regels
15 Jul 2019, 13:26
foto
De verscherpte EU-regels voor import van landbouwproducten treft de hele keten, van de boer tot de exporteur.


De Verenigde Staten en 15 andere grote landbouwproducerende leden van de Wereldhandelsorganisatie hebben vragen opgeworpen over de  regelgevende belemmeringen voor de uitvoer van landbouwproducten die de Europese Unie (EU) heeft toegepast, met name op pesticiden die regelmatig door producenten in andere landen worden gebruikt. Tijdens een bijeenkomst van de Council for Trade in Goods begin deze maand hebben  meer dan 100 leden van de WTO de EU gezegd dat zij haar aanpak van het reguleren van pesticiden opnieuw zou moeten evalueren. Ook de Surinaamse groente- en fruitexport naar Europa valt onder de verscherpte Europese importregels voor landbouwproducten.

"De EU is begonnen met het implementeren van maatregelen die het gebruik van een aantal stoffen die nodig zijn voor veilige en duurzame landbouwproductie effectief verbieden en zijn beoordeeld en goedgekeurd voor gebruik door veel WTO-leden", zei de de groep van landen in een communiqué op 4 juli. Tot de groep behoren ook de VS , Canada, Australië, Brazilië, Guatemala en Peru. "De EU is doorgegaan met de uitvoering van haar maatregelen, die voor het eerst in 2009 werden vastgesteld, hoewel andere leden in de loop der jaren herhaaldelijk hun bezorgdheid hebben geuit in de commissies voor sanitaire en fytosanitaire (SPS) en technische belemmeringen voor handel (TBT) over de al te beperkende impact van deze maatregelen op de handel in landbouwproducten."

Het communiqué is gericht op het EU-proces voor de goedkeuring en vernieuwing van gewasbeschermingsmiddelen - pesticiden - inclusief hoe het blok de aanvaardbare niveaus van restblootstelling in de invoer bepaalt. Amerikaanse functionarissen hebben lange tijd betoogd dat de EU te restrictief is in haar reguleringsaanpak, met name in de landbouw, daarbij verwijzend naar het gebrek aan goedkeuringen voor genetisch gemodificeerde gewassen en strikt beheer van pesticiden. De EU, de VS en andere leden betogen in het document, dat het zich niet houdt aan de internationale normen "die het principe van bewijs en op wetenschappelijke gegevens gebaseerde risicobeoordelingen volgen".

Internationale normen zijn voldoende "om een ​​passend beschermingsniveau te bereiken, terwijl er tegelijkertijd voor wordt gezorgd dat dergelijke maatregelen niet beperkter zijn dan noodzakelijk", aldus de groep. "De EU wijkt echter af van die normen door een op gevaren gebaseerde aanpak aan te nemen voor de goedkeuring en verlenging van vergunningen voor gewasbeschermingsmiddelen voor bepaalde stoffen", vervolgt de mededeling. "Dit creëert een hoge mate van onzekerheid over de manier waarop invoertoleranties worden overwogen en vastgesteld voor autorisatiebeslissingen in de EU."

De VS en andere riepen de EU op meer informatie over haar bureaucratisch proces vrij te geven. Ze beschuldigden het blok van het niet behandelen van opmerkingen van betrokken leden en dat ze weigerde "wetenschappelijke risicobeoordelingen volledig af te ronden vóór de implementatie van deze maatregelen." De landen beweerden ook dat zij de kwestie in verschillende WTO-comités onder de aandacht van de EU had gebracht sinds de relevante regelgevende maatregelen voor het eerst in 2009 werden vastgesteld.

"Wij dringen er bij de EU op aan om aanvullende informatie te verstrekken over het proces en de tijdlijnen om invoertoleranties in te stellen voor werkzame stoffen die in de EU niet opnieuw worden goedgekeurd", aldus de mededeling. "Daarnaast moedigen wij de EU ten zeerste aan om een ​​transparant, voorspelbaar en commercieel levensvatbaar importtolerantieproces voor gewasbeschermingsmiddelen in te stellen dat niet opnieuw is goedgekeurd, inclusief een risicobeoordeling, waarbij rekening wordt gehouden met technieken voor risicobeoordeling die zijn ontwikkeld door de relevante internationale organisaties.”

De VS zei dat het "zware gevolgen" verwachtte voor landbouwproducten, en merkte op dat onevenredig grote schade zou worden berokkend aan gebieden als Zuid-Amerika en Sub-Sahara Afrika. Dit werd onderstreept door de 79-koppige groep uit Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, die stelde dat de willekeurige aanneming door de EU van regelgeving ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen zou schaden. China merkte op dat vele leden deze kwestie al jarenlang in het sanitaire en fytosanitaire comité ter sprake hebben gebracht.

"Bij de uitvoering van deze maatregelen lijkt het erop dat de EU eenzijdig tracht haar eigen binnenlandse regelgevingsaanpak op te leggen aan haar handelspartners", aldus de 16 leden in het communiqué. "Als gevolg hiervan verbiedt de EU effectief het gebruik van kritieke instrumenten om plagen en resistentie te bestrijden, terwijl het levensonderhoud van boeren buiten de grenzen wordt geschaad."

De EU betwistte de karakterisering van haar beleid en voerde aan dat de lijst met "gevaren" waarvoor geen pesticidegebruik wordt vereist, beperkt is. Verzoeken om invoertoleranties voor alle stoffen omvatten een volledige risicobeoordeling, voegde de EU eraan toe. Het blok erkende dat er  enige handelsimpact zou zijn, maar zei dat het zijn niveau van gezondheidsbescherming niet in gevaar zou brengen.
Advertenties