Mahes L. ging alleen terug met de boot. Hij heeft in eerste instantie verzonnen dat hij op zee beroofd was. Daarna bekende hij dat hij de mannen verwond had. De drie vissers wisten al zwemmend de oever te bereiken, maar van de bootsman ontbrak elk spoor. In een later stadium werd wel een lijk opgevist, maar het was onduidelijk of dit het ontzielde lichaam van de bootsman was. 

De rechter verwierp het verweer van de verdediging die stelde dat de kapitein misschien nog leeft en niet zonder meer aangenomen kan worden dat hij overleden is. Volgens de magistraat heeft de man geen reden om zich schuil te houden. Bovendien had de man steekverwondingen in zijn buikstreek en had geen andere keus dan overboord te springen. Verder merkte de kantonrechter op dat niet alle vissers kunnen zwemmen. En ook al zou de man kunnen zwemmen, zou hij dood zijn gegaan door de opgelopen verwondingen in zijn buikstreek. 

De kantonrechter voerde aan dat de modus operandi op zee is dat mannen de opdracht krijgen om in zee te springen. De rechter benadrukte dat de verklaringen van Mahes L. en andere getuigen recht overeind staan in deze strafzaak. 

Wanita Ramnath