Het slachtoffer verklaarde dat ze op dezelfde route waren toen de verdachte hem wilde inhalen. Hij begon te racen over de weg. Op een gegeven moment keerde de verdachte abrupt zijn bus; toen het slachtoffer hem wilde inhalen, ontstond er een aanrijding. Vervolgens stapte het slachtoffer uit zijn bus, stapte in die van Ulasjo P. en vroeg hem waarmee hij bezig was. Dit leidde tot een woordenwisseling. Een voorbijganger riep beiden tot halt. Vervolgens stapte het slachtoffer uit de bus en begon foto’s te maken van de situatie. 

Volgens het slachtoffer werd hij plotseling van achteren, buiten de bus, aangevallen door de verdachte. Hij had een mes bij zich en zwaaide in zijn richting ermee. Het slachtoffer werd op drie plekken aan zijn rechterarm gestoken en vlak onder zijn oog.  De verdachte zat hem achterna, hij viel op de grond, maar intussen hadden aardig wat mensen zich verzameld op de plek. Er zat ook een politieagent in een van de bussen en die zijn collega's inschakelde. De verwondingen moesten gehecht worden en hij kon twee weken lang niet werken. Nog steeds heeft hij af en toe last van de opgelopen verwondingen. 

Volgens Ulasjo P. stormde het slachtoffer met het mes zijn bus binnen. Hij maakte zwaaibewegingen ermee. Hij liep drie schrammetjes op. Vervolgens viel het mes op de grond en hij pakte het op. Het slachtoffer ontkende dit. Hij zei dat hij naar de bus ging om te praten, maar hij merkte op de verdachte agressief werd. Het mes kreeg Ulasjo P. van iemand die in de bus zat. Het slachtoffer verklaarde verder dat hij helemaal geen mes in zijn bezit heeft gehad. Volgens hem had de verdachte één schrammetje opgelopen, omdat hij met zijn nagel tegen de hals van Ulasjo P. aankwam. 

Kantonrechter Ravenberg herinnerde de verdachte eraan dat hij bij de politie verklaard had dat hij één schrammetje had opgelopen. In de rechtszaal sprak hij over drie. Op 27 juni zullen nog meer getuigen gehoord worden in deze zaak. 

Wanita Ramnath