Interpol redt kindslaven in Benin en Nigeria

100 politieagenten van de operatie Epervier II hebben onder toezicht van de internationale politieorganisatie Interpol, 157 kinderslaven gered in Benin en Nigeria. De invallen zijn begin april gepleegd in beide landen.

Veel van de kinderen verkochten goederen op de markten, sjouwden zware ladingen en haalden water, terwijl anderen als hulp in de huishouding werkten. Ook werden zij gedwongen tot prostitutie. Van de geredde kinderen zijn 121 meisjes en de rest jongens. Interpols directeur Georganiseerde Misdaad, Paul Stanfield, zegt dat het een uitdaging is om de criminelen te stoppen, door het gebrek aan de nodige middelen, hoewel de landen steeds beter voorbereid en uitgerust zijn.

De leeftijden van de kinderen liggen tussen 11 en 16 jaar en ze komen uit Benin, Burkina Faso, Niger, Nigeria en Togo. Ze zijn mishandeld, misbruikt en met de dood bedreigd. Ook kregen zij te horen nooit meer hun ouders te zullen zien. De kinderen zijn nu bij nationale organisaties en sociale instellingen. Sommigen zijn terug bij hun ouders.

Stanfield geeft aan dat er onderzoeken gaande zijn om de misdaadnetwerken die actief zijn in Benin en Nigeria, die doorvoer en bestemmingslanden zijn voor mensenhandel, te ontmantelen. De politie heeft reeds 47 verdachte mensenhandelaren gearresteerd en voertuigen, geld, telefoons en computers in beslag genomen tijdens de operatie, die vooral gericht was op zowel de markten in de hoofdsteden als de luchthavens, zeehaven en grenzen, meldt Interpol.