Kanhai en Kraag: Cliënten onterecht op verdachtenlijst

In de 8 decemberstrafzaak tegen John Hardjoprajitno en Harvey Naarendorp hebben de raadslieden Irvin Kanhai en John Kraag dinsdag een pleidooi gehouden voor integrale vrijspraak. Eerder heeft het Openbaar Ministerie ook vrijspraak gerekwireerd. Kanhai vindt dat zijn cliënt Naarendorp onterecht op de verdachtenlijst staat. Ook Kraag voert aan dat Hardjoprajitno met de haren erbij gesleept is. Beiden waren ministers op 8 december 1982, toen vijftien critici van het militaire bewind werden doodgeschoten. Op basis van hun ministerschap staan zij terecht bij de kantonrechter.

De namen zijn willekeurig op de verdachtenlijst opgebracht, meent Kanhai. Deze lijst zou opgesteld volgens informatie waarover Kanhai beschikt in samenspraak met buitenlandse mogendheden. Hij stelt dat er geen enkele gegronde reden kan worden opgegeven door de openbare aanklager waarom Naarendorp als verdachte is bestempeld. De raadsman voert aan dat op basis van het verhoor van de toenmalige legerleider, Desi Bouterse, blijkt dat geen enkele burger betrokken was bij de verdediging van het land tegen een buitenlandse invasie.

"Mijn cliënt wordt door onzorgvuldig optreden onnodig maatschappelijk beschadigd," stelt advocaat Kraag. Het is ook niet duidelijk welke handeling Hardjoprajitno heeft gepleegd om als verdachte te worden aangemerkt. Hij heeft moeite met de wijze waarop de dagvaarding is opgesteld. Er staan totaal geen gegevens in vermeld over moord en uitlokking tot moord. Wat zijn de handelingen die zijn cliënt heeft gepleegd om van moord verdacht te worden. Welke taken moest hij uitvoeren al dan niet in vereniging, wil Kraag weten. Ook uit getuigenverklaringen blijkt niet dat Hardjoprajitno aanwezig was in Fort Zeelandia. Kraag benadrukt hoeveel schade zijn cliënt lijdt hoeveel energie deze zaak van hem vergt. De zaak wordt verder behandeld op 17 mei. Dan komt het Openbaar Ministerie voor de tweede keer aan het woord.