Suriname wil imago 'drugsdoorvoerland' wegwerken
30 Mar 2019, 19:02
foto
Regiocoördinator van de UNODC, Bob van den Berghe, tijdens een persconferentie vrijdag. Naast hem Danielle Veira, directeur Nationale Veiligheid en Gwendoline Babel van het directoraat. (Foto: Raoul Lith)


“We weten dat we de afgelopen maanden veel hebben gesproken in Suriname over de criminaliteit, met name de drugscriminaliteit. Suriname is ter sprake gekomen niet alleen nationaal maar ook internationaal waarbij er vaker is gesproken over drugsvangsten,” zegt luitenant-kolonel Danielle Veira, directeur Nationale Veiligheid. Ze merkt op dat veel mensen nog niet door hebben dat veel werk wordt verzet om de drugscriminaliteit in te dammen en tegen te gaan. Ze geeft aan het imago als drugsdoorvoerland weg te willen werken.


“We willen Suriname weghalen uit dat beeld dat wordt geschapen over ons. Dat wij een land zijn welke de grenzen bijna vrijelijk openstelt om drugscriminelen de ruimte te geven om ons land te gebruiken als doorvoer. Niets is minder waar,” geeft Veira aan. Ze stelt dat de veiligheidsinstituten bezig zijn tegen de drugscriminaliteit op verschillende manieren. Zo wordt er samengewerkt met de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) om 'het criminaliseren als doorvoerland' weg te werken. Zij geeft aan dat Suriname geografisch en logistisch heel goed ligt en juist de mogelijkheden bekeken moeten worden hoe die goed te gebruiken.

De UNODC beschikt over een wereldwijd systeem wat succesvol wordt toegepast in meerdere landen. “De technieken en tactieken die toegepast worden, zijn gericht op het opstellen van profielen van high risk en verdachte containers zodat die in een vroeg stadium gedetecteerd kunnen worden”. Vanwege de internationale drugsbestrijding, de nationale veiligheid en de bestrijding van de transnationale criminaliteit en de georganiseerde misdaad heeft Suriname gemeend zich weerbaar te maken tegen de verschillende vormen van transnationale criminaliteit. Hieronder valt ook de illegale wapen-, drugs- en mensenhandel. Maar ook witwas praktijken, terrorisme, in- en uitvoer van verboden goederen en belasting ontduiking.

Het is gebleken dat de transnationale criminaliteit evenzeer plaatsvindt via de zee alsmede de rivierhavens en via containervervoer. Op basis van deze redenen is er met UNODC overeengekomen dat er op de Nieuwe Haven van Paramaribo een Port Control Unit (PCU) zal opereren onder auspiciën van het Control Container Programma. De PCU is per beschikking van de procureur-generaal op 1 februari 2013 ingesteld en bestaat uit leden van het KPS, douane en het directoraat Nationale Veiligheid.

Op jaarbasis zijn er volgens regiocoördinator van de UNODC, Bob van den Berghe, ongeveer 750 miljoen container bewegingen, waarvan minder dan 2% fysiek gecontroleerd wordt. Dit is een erg laag cijfer, geeft hij aan. Vorig jaar is er meer dan 51.000 kilogram cocaïne in beslag genomen via het programma. Toen waren Bolivia en Colombia nog niet aan boord. Het programma richt zich erop om volledige internationale georganiseerde criminaliteit aan te pakken, ook op inbeslagname van wapens en munitie, sigaretten, valse medicijnen maar ook het bestrijden van ziekten, beschermde van, verboden export van bepaalde tropische houtsoorten, het beschermen van flora en fauna.

De indrukwekkende inbeslagname van ruim 2300 kilo cocaïne in januari toont volgens Van den Berghe aan dat Suriname het serieus neemt met het aanpakken van de internationale georganiseerde criminaliteit. Het programma hoopt een steentje bij te dragen om het mooi imago van Suriname te bewaren en de veiligheid te bewerkstelligen. Suriname komt niet op een zwarte lijst voor als drugsland, zei de UNODC-vertegenwoordiger op een persconferentie.

Van den Berge legt uit dat er een vast team van trainers is dat een gestandaardiseerd trainingspakket toepast. Het is geen 'quick fix' waar er apparatuur wordt aangeleverd om bij te staan in dagelijkse taken. Elke twee tot drie maanden komen de trainers terug om samen met de unit te kijken waar er ruimte is voor verbetering, het bespreken en bediscussiëren van technische aspecten. Ook zijn er studiebezoeken van mensen van de units naar andere landen zodat er gezien kan worden hoe havens van bestemming en transit werken en voor het oprichten van rechtstreekse contacten met collega’s. Suriname heeft reeds meegedaan aan studiebezoeken.

Het programma wordt gefinancierd door Canada en de Verenigde Staten en binnenkort ook door de Europese Unie. Het gaat om een globaal programma in meer dan 60 landen in verschillende regio’s. In deze regio, Latijns-America en de Cariben, is de UNODC aanwezig in 16 landen, waaronder Guatemala, El Salvador, Honduras, Panama, Brazilië, Argentinië, Brazilië, Guyana, Paraguay, Peru, Jamaica, Dominicaanse Republiek en Cuba. In 2012 is er een memorendum of understanding getekend met Suriname waarin de lijnen van samenwerking zijn vastgelegd.

Raoul Lith
Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April