Nederlandse toerist gevonnist in drugszaak

Jean-Silvain F. is door kantonrechter Lydia Ravenberg gevonnist tot een celstraf van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, een geldboete van SRD 1500 of deze te vervangen door twee maanden hechtenis en een proeftijd van drie jaar. De verdachte, die nog een student in Nederland is, zei dat hij de drugs besloot uit te voeren om zijn studieschulden te betalen. Echter, op de luchthaven te Zanderij viel hij door de mand. Bij hem werd toen 240 gram cocaïne aangetroffen.

De kantonrechter legde de straf conform de eis van officier van justitie, Claudia Bruining, op. Zij achtte uitvoer van de drugs bewezen. De student kwam in januari voor drie weken naar Suriname, omdat zijn oma jarig was. Hij had zijn eigen ticket betaald en ook had hij voor zijn eigen zakgeld gezorgd. Volgens hem had hij een schuld van 5000 euro die hij maandelijks moet aflossen.

De kantonrechter stelde dat het niet nodig was om de drugs te smokkelen, omdat hij het geld van zijn ticket en zijn zakgeld kon gebruiken om een deel van zijn studie schulden af te lossen. Bij de politie had Jean-Silvain F. verklaard dat hij niet wist vanwaar de drugs afkomstig was en hoe deze in zijn handbagage beland was. Vervolgens kwam hij terug op zijn verklaringen en zei dat hij de drugs onder de markt had gekocht voor SRD 6000. Het lag in de bedoeling om deze duurder te verkopen in Nederland.

Raadsman Arjen Ramlakhan die de verdachte juridisch bijstond, voerde aan dat er geen sprake is van uitvoer. Volgens de raadsman was het delict niet voltooid, want het is bij een poging gebleven. Daarnaast is er sprake van een brutogewicht van 240 gram. Ook heeft de verdachte zijn spijt betuigd en is hij nog een scholier. De advocaat vroeg de kantonrechter om niet mee te gaan met de eis van de officier.

Bruining voerde aan dat er wel sprake is van uitvoer en dat dit gedeelte uitgebreid beschreven is in de memorie van toelichting. De kantonrechter was het mee eens met de officier. Ze merkte op dat het duidelijk is in de memorie van toelichting. Uit de handelingen van de verdachte bleek duidelijk dat er sprake was van uitvoer: hij had zijn bagage ingecheckt en aangeboden en hij had zichzelf ook reeds ingecheckt. Dit alles valt onder het voltooid delict. Over het gewicht is de tenlastelegging duidelijk geweest: 240 gram cocaïne, althans een andere hoeveelheid cocaïne. De rechter zag geen reden om af te wijken van de eis van de officier in deze drugszaak.

Wanita Ramnath