Haïti: Demonstranten terug in de straten

Oppositiebetogers zijn teruggekeerd naar de straten van de Haïtiaanse hoofdstad, Port-au-Prince, terwijl de regering belooft het onderzoek naar beschuldigingen van corruptie te verdiepen en economische maatregelen door te voeren. Demonstranten hebben zondag banden verbrand en hadden in sommige straten barricades opgeworpen. Minstens zeven mensen zijn gedood sinds de protesten eerder deze maand begonnen.

Demonstranten zijn boos op de stijgende inflatie en eisen een onafhankelijk onderzoek naar beweringen dat ambtenaren en voormalige ministers ontwikkelingsfondsen hebben misbruikt van een olieovereenkomst tussen Caribische landen en Venezuela, de PetroCaribe. Volgens een proces-verbaal gaat de vermeende diefstal om US$ 2 miljard.

De demonstranten eisen het ontslag van president Jovenel Moise die sinds 2017 aan de macht is. Moise wordt ook beschuldigd van betrokkenheid bij onregelmatigheden. Maar vorige week verwierp hij de oproep voor zijn ontslag. Hij zei dat hij het land niet zou achter laten in de "handen van gewapende bendes en drugshandelaren".

Haïti is het armste land in Noord- en Zuid-Amerika en volgens de Wereldbank leeft 60% van de bevolking van minder dan US$ 2 per dag. In 2010 werd het Caribische land verwoest door een krachtige aardbeving waarbij meer dan 200.000 mensen werden gedood. Zes jaar na de aardbeving sloeg orkaan Michael toe in 2006. Ongeveer 3.000 mensen kwamen toen om bij de natuurramp, waarbij de infrastructuur van het land ernstig werd beschadigd. Duizenden bewoners waren ontheemd.

Premier Jean-Henry Céant kondigde zaterdag in een toespraak maatregelen aan met inbegrip van een vermindering van 30% van de overheidsuitgaven en het verwijderen van privileges - zoals toeslagen voor benzine, en telefoons en uitstapjes naar het buitenland - voor overheidsfunctionarissen. Hij zwoer dat hij zou doorgaan met het onderzoek naar de vermeende onregelmatigheden met PetroCaribe-gelden.

Duizenden hebben zich aangesloten bij de demonstraties die Haïti in een politieke crisis hebben doen belanden en het dagelijks leven in de grootste steden hebben verlamd. Voor deze week worden nieuwe protesten verwacht. Premier Céant waarschuwde voor het risico van een humanitaire crisis. "De bevolking lijdt veel, doordat de wegen geblokkeerd zijn en er geen leveringen va drinkwater, eten en benzine kunnen worden gedaan. Het is bijna onmogelijk om elektriciteit te hebben."

Sinds de protesten op 7 februari zijn uitgebroken, hebben verschillende buitenlandse regeringen, waaronder de VS en Canada, de burgers aangespoord om reizen naar Haïti te vermijden. Zij hebben opgedragen tot het vertrek van eenieder met uitzondering van hulpverleners.