Vaderschapsverlof geregeld in moederschapswet
12 Jan 2019, 09:26
foto
Jennifer Vreedzaam, voorzitter commissie van rapporteurs. (Beeld: DNA)


Vaders hebben in de toekomst ook recht op vrije dagen wanneer hun partner is bevallen, het zogeheten vaderschapsverlof. Dit wordt geregeld in de wet 'Bescherming Moederschap' die vrijdag in commissieverband is behandeld in De Nationale Assemblee. “Vaderschapsverlof is een recht van de vaders dat vanwege de verantwoordelijkheid die zij ook behoren te dragen bij de opvoeding van hun kinderen, ook bedoeld is als een plicht”, verduidelijkt de minister van Arbeid, Soewarto Moestadja, de opname hiervan in de ontwerpwet.

Verschillende commissieleden vragen hoe het vaderschapsverlof geregeld is en hoe gecontroleerd zal worden of die inderdaad effectief gebruikt zal worden. Dew Sharman (VHP) merkt op dat de vader de dagen inderdaad moet gebruiken om de moeder bij te staan en niet om te gaan hengelen met vrienden. “We kunnen nadenken over de rol die de vader moet gaan vervullen binnen de cruciale periode en de hulp die de moeder daarbij nodig heeft. Hoe effectief moet de besteding van de verlofdagen zijn geregeld in de wet. In de wet komt het aantal verlofdagen van de vader op 11. We zijn gekomen met een oplossingsmodel, waarbij de vader bij de bevalling recht heeft op 1 dag betaald verlof, 3 dagen aansluitend hieraan en daarna de vijf dagen die hij kan overnemen in overleg met de werknemer willen wij terugbrengen naar twee. Dan worden het acht dagen vaderschapsverlof in plaats van 11 dagen,” licht commissievoorzitter Jennifer Vreedzaam (NDP) toe. Minister Moestadja zegt dit voorstel mee te nemen.

“Wanneer we zeggen dat moederschap een mensenrecht is, dan betekent het dat iemand gaat moeten betalen. We gaan ervan uit dat het beschermen van het moederschap binnen de arbeidssfeer een gemeenschappelijke missie is van de staat, de maatschappij en al haar burgers. Dat betekent dat iedereen, want dat is maatschappelijke solidariteit, een financiële bijdrage moet gaan leveren en wanneer je praat over het ouderschapsfonds, dat die uitkering moet gaan doen”, merkt Raymond Sapoen (coalitie) op. Hij doelt hiermee op het fonds dat door de wet in leven wordt geroepen, waaruit de moeders met zwangerschapsverlof en vaders met vaderschapsverlof uitbetaald moeten worden. Het is nog niet duidelijk hoe dit fonds zal moeten werken. “We moeten dat fonds laten werken, anders heeft deze wet geen enkele zin. De wet kan pas gaan leven wanneer er geld is, wanneer de uitkeringen kunnen worden verzilverd en wanneer het fonds operationeel is”, benadrukt Sapoen.

“Het is terecht dat u stelt dat het gaat om een vorm van belasting, dus dat kan niet eventjes intern geregeld worden via het ministerie van Arbeid of middels een Staatsbesluit. We moeten de minister van Financiën ook in deze kennen. We hebben overleg willen plegen, maar we zijn nog niet erin geslaagd om helderheid te vragen bij de collega van Financiën. We zullen ervoor zorgen dat wij dat gereed hebben voordat wij gaan stemmen”, meent minister Moestadja. “Als de regering na zoveel decennia invulling wilt geven aan haar geloofwaardigheid op het stuk van de gelijkheid van de arbeid van de vrouw, dan sta ik daar honderd procent achter en ik zal mij daarvoor sterk maken”, laat de bewindsman optekenen.

“Deze wet is voor de vrouw een historisch moment. Eindelijk een wet dat de zwangere vrouw op de arbeidsmarkt zowel in de private en publieke sector een gelijke behandeling krijgt. Gelijkheid op het werk”, zegt Vreedzaam. Zij verwijst naar 11 januari, de dag waarop internationaal de gelijkheid op het werk wordt gevierd. Het ontbreken van een goede combinatie tussen werk en het privéleven in de zorg na zwangerschap, belemmert volgens Vreedzaam de verbetering van de vrouw op de arbeidsmarkt. “Een goede balans is voor de werkende vrouw van belang. Bewustwording en verandering in het denken is een vereiste en bij die verandering is de rol weggelegd voor de man, vrouw, werknemers en werkgevers” stelt het lid.

Yvanka Ozir-Awailame
Advertenties