Sector woedend over toestemmingsbrief visvergunningen
13 Dec 2018, 05:47
foto
De directie van Ros National Fishery NV, zoals ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken.


Ros National Fishery NV heeft niet alleen een toestemmingsbriefje ontvangen voor zes trawler visvergunningen, maar ook voor zeven SK (Surinaamse Kust) visvergunningen en drie SKB vergunningen. Deze is verstrekt op 11 mei 2017 door de directeur van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Djoemadie Kasanmoesdiran. Minister Lekhram Soerdjan van LVV moet vandaag uitsluitsel geven aan de visserijsector over deze kwestie. De boten zijn intussen geïnspecteerd en blijken niet te voldoen aan de Surinaamse voorwaarden.

De visserijsector is er niet te spreken over dat tijdens de bewindvoering van minister Soeresh Algoe dit toestemmingsbriefje is gegeven. Er is toestemming gegeven, terwijl er totaal geen ruimte meer is voor nieuwe vergunningen. De sector eist duidelijkheid over deze kwestie. De bevoegdheid tot het geven van toestemming staat eveneens ter discussie.

De voorzitters Prahalad Sewdien van de Federatie van Surinaamse Agrariërs, en Udo Karg van de Suriname Seafood Association hebben via een uittreksel van de Kamer van Koophandel & Fabrieken aangetoond wie achter de onderneming zit. Ros National Fishery NV heeft als directeur Xiaouxi Zhang uit China. Wendel Pengel en Rayan Khedoe, beiden Surinamers, fungeren als onderdirecteur. Karg en Sewdien hebben op een persconferentie gesteld dat er niet gehandeld wordt in nationaal belang maar om het belang van een kleine groep veilig te stellen.

“De schepen kunnen 48 personen accommoderen en hebben een opslagruimte van 200 ton. “Er zal dus direct verwerkt worden. Er zijn ook hijskranen om alles op een groter schip, een moederschip, te plaatsen,” geeft Sewdien aan. Karg voegt eraan toe dat door deze werkwijze de instanties niet zullen weten hoeveel vis er gevangen is en dus ook de waarde ervan niet achterhaald gaat kunnen worden. Volgens de Surinaamse regels zijn alle vissers, binnen- en buitenlandse, verplicht met hun vangst aan te meren aan land. Niet alleen voor de inspectie, maar ook zodat de verwerking, handel en export in Surinaamse handen blijft. Dit systeem brengt jaarlijks gemiddeld ruim US$ 35 miljoen op.

“De Chinese schepen komen niet aan land na hun vangst maar verwerken en verplaatsen het direct naar een moederschip. Een welbekend systeem in de grote visindustrieën,” geeft Karg aan. Maar het past niet in het huidige visbeleid. De sector heeft nu al te kampen met overbevissing. Ruim 450 vergunningen zijn verstrekt in 2018. Vaak helemaal niet in overleg met de vissers en andere belanghebbenden. Daarnaast vereist de werkruimte, tot 200 zeemijlen voor de kust, dat er duurzaam gevist moet worden. “Het is een smalle strook waar er gewerkt wordt, er is geen ruimte voor nog meer vissers,” deelt Sewdien mee.

Sewdien en Karg vermoeden dat verantwoordelijken bezig zijn om wetten en regels aan te passen om de drijvende visfabrieken toch op de visgronden te krijgen. Er is al vastgesteld dat de Chinese schepen niet voldoen aan de Surinaamse voorwaarden. Er kan dus geen toestemming gegeven worden merken ze op.
Advertenties