Van der San: Een unieke kans!
25 Nov 2018, 03:53
foto
Eugène van der San


Nu, de regering het verkiezingssysteem van ressortraden wil wijzigen en daarvoor verplicht is een wijziging aan te brengen in artikel 163 van de Grondwet, is het een juiste gelegenheid om ook een aantal artikelen dat van belang is voor het beter functioneren van De Nationale Assemblee en haar leden aan te passen.

Voorop dient te worden gesteld, dat binnen een democratische Staatsvorm geldt het kiessysteem dat in de vigerende Grondwet is geregeld, ongeacht verlangens of wensen van belanghebbenden. Trouwens die gedachtevorming van wensen en verlangens moet in wetsproducten samen worden vervat.

Het systeem eist zulks en dat is het spel dat geldt voor alle belanghebbenden ongeacht hoe groot of klein je in de politiek vertegenwoordigd bent. Als meer dan geïnteresseerde burger volg ik de discussies. Daarom weet ik dat de kwestie van de pre-electorale samenwerking en de 1% regeling, kort voor de verkiezingen van 2015 uitgebreid met de politieke partijen in het perscentrum is besproken en toen werden deze onderwerpen verwezen naar de eerstvolgende verkiezingen. We zijn nooit proactief in dit land.

Met verbazing nam ik derhalve kennis van een politieke opmerking gemaakt door een actieve politicus. Citaat “De NDP zou geen voorstellen doen, als ze daar geen voordeel in zou zien”. Wel als u in politicis nog moet leren dat politiek hard en onverbiddelijk is en zich niet verdraagt met kleuterspel, dan ben ik benieuwd wat nog komen zal. Trouwens zo is het in de hele wereld; dat is de aard van het beestje.

Heel frappant deze uitspraak “in een democratisch bestel worden dit soort beslissingen jaren van tevoren bediscussieerd en op basis van zoveel mogelijk consensus aangenomen”. Ik vraag mezelf af waar betrokkene tijdens de voorbereiding van de onafhankelijkheid van de Republiek Suriname in 1975 was toen met een meerderheid van 20 leden de onafhankelijkheid in 1973 werd aangekondigd waarvan wij vandaag de 43e jaardag mogen gedenken.

Door gebrek aan kennis over deze materie worden zowel in De Nationale Assemblee als daar buiten allerlei onzinnige opmerkingen gemaakt door personen die geacht worden, in de functies die zij bekleden, het te moeten weten. Zo worden de onwetenden in de gemeenschap misleid en bedonderd.

Omdat een ⅔ meerderheid noodzakelijk is om wijzigingen in de Grondwet aan te brengen, heeft De Nationale Assemblee een unieke kans om in het algemeen tevens eigen belang, het in de gemeenschap zo negatief besproken toucheren van een dubbele salaris (lees inkomen) door sommige leden, terstond op te lossen.
Dit kan heel gemakkelijk en simpel om ook het wetsvoorstel geconcipieerd door de Staatscommissie Grondwetsherziening 2011, met name artikel 62 van de vigerende Grondwet mee te nemen in de wijzigingen.

Artikel 62 komt te luiden:
Het lidmaatschap van De Nationale Assemblee is onverenigbaar met het ambt van landsdienaar, het ministerschap en het onder ministerschap, met dien verstande dat bij verkiezing van een landsdienaar, een minister of onder minister tot lid van De Nationale Assemblee, ten hoogste negentig dagen na zijn toelating tot De Nationale Assemblee het ambt van landsdienaar, minister of onderminister met het lidmaatschap van De Nationale kan worden verenigd.
Hieraan hebben tenminste 13 Juristen, 1 Politicoloog en 1 Bestuurssocioloog gewerkt. Uiteraard is dit maar één van de voorstellen.

Ook artikel 66 van de Grondwet behoeft een nadere beschouwing, want bij de eerste toepassing van dit artikel na de verkiezingen in 1987 is een zodanige precedent geschapen, welke tot op heden niet is hersteld.

Voorts weet iedere ingewijde dat het lidmaatschap van de leden van het Onafhankelijk Kiesbureau geregeld in artikel 1 van de Kiesregeling zijn grondslag vindt in de Organieke Wet door artikel 60 van de Grondwet vereist, waardoor een wijziging van artikel 1 lid 6a onder 2 met name de leeftijdsbepaling van de leden van 65 naar 70 jaar, zoals bij de leden van de rechterlijke macht, ook met een ⅔ meerderheid moet worden goedgekeurd. Dit zijn de zaken die actueel zijn voor de komende verkiezingen.

Helaas schijnt het staatsrecht toch niet zo eenvoudig te zijn, als wij de meningen lezen en horen waarvoor aandacht wordt gevraagd, in die zin alsof de regering bezig is in strijd met de vigerende wettelijke regelingen te handelen. Zowel de pre-electorale samenwerking als de 1% regeling vinden hun grondslag buiten de Organieke Wet door artikel 60 van de Grondwet vereist waardoor met een gewone meerderheid beide bepalingen kunnen worden gewijzigd c.q. vervallen worden verklaard.

De publieke opinie onnodig op stang jagen is ondemocratisch, althans als het bewust gebeurt. Anders is het als door onwetendheid allerlei onzin al dan niet met een zogenaamd wetenschappelijk tintje wordt gespuid.
De Nationale Assemblee is staatsrechtelijk niet instaat een wet welke met een gekwalificeerde meerderheid moet worden aangenomen, aan te nemen met een gewone meerderheid. Daarom is het zo schandelijk om te rebelleren binnen een staatsorgaan door gebrek aan kennis.

Ten slotte
De regering als organisator van de verkiezingen heeft zich te houden aan de artikelen 56 en 61 van de Grondwet in relatie tot artikel 85 van de Kiesregeling met betrekking tot vaststelling van de verkiezingsdatum. Verder gebeuren alle rechtshandelingen uit hoofde van de verkiezingen in overeenstemming met de vigerende wettelijke bepalingen.

Wij leven gelukkig in een periode waarin meningen vrij mogen worden geventileerd en in het bijzonder in de tijd van verkiezingen, heeft eenieder een mening. Laten we de meningen die gebaseerd zijn op onze constitutie eerst goed onderzoeken voordat het land en zijn bestuurders onnodig in diskrediet worden gebracht en jij je daardoor onsterfelijk belachelijk maakt.

Eugène van der San
Bestuurskundige
Advertenties