Buitenlandse Dienst wordt eindelijk wettelijk geregeld
21 Nov 2018, 06:31
foto
André Misiekaba, voorzitter van commissie van rapporteurs. (Beeld: DNA)


De wet 'Vaststelling van regels voor de Buitenlandse Dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken' is dinsdag met 34 algemene stemmen aangenomen in De Nationale Assemblee. Tot nu toe worden de diensten binnen het ministerie geregeld met circulaires en interne regelingen. Deze wet zal hier verandering in brengen.

Commissievoorzitter André Misiekaba (NDP) heeft gepleit voor de drie vereisten waaraan ambtenaren van de Buitenlandse Dienst moeten voldoen en is verheugd dat die inderdaad zijn opgenomen in de wet. Om voor een vaste aanstelling in aanmerking te komen, moet de ambtenaar een afgeronde universitaire of hogere beroepsgerichte opleiding hebben gevolgd, een opleiding aan het Suriname Diplomaten Instituut (SDI) of andere diplomatieke opleiding hebben genoten en met goed gevolg het examen voor toelating tot de Buitenlandse Dienst hebben afgelegd.

“We merken dat ook bij de vaststelling van voorwaarden voor personen in buitenlandse dienst de optie wordt gecreëerd voor de president om buiten deze voorwaarden te treden. Laten wij ervan uit gaan dat de president deze optie niet vaak zal gebruiken. Er zal dus een richtlijn moeten worden bepaald waarlangs de benoemingen plaatsvinden en we niet een situatie krijgen van alleen politiek benoemde functionarissen”, merkt de NPS, fractieleider Gregory Rusland op.

Ook William Waidoe (PL) uit hierover zijn zorg. Hij citeert uit de wet: “De hoofden van de ambassades en permanente vertegenwoordigingen van Suriname bij internationale organisatie worden bij presidentieel besluit uit de ambtenaren van de Buitenlandse Dienst benoemd en aan hen wordt een rang toegekend”. Waidoe is bang dat met deze wettelijke bepaling toch een omzeiling zal plaatsvinden. “Met dit artikel kan de president iemand benoemen als hoofd van de ambassade. Geen enkele carrière deskundige zou willen werken onder iemand die niet eens weet welke richting we willen gaan. Laten we daar iets dichttimmeren dat wij die willekeur niet alleen laten voor de president”, vraagt Waidoe.

“Als er een willekeur zou zijn bij de president, dan heeft de Grondwet de president dat gegeven. Artikel 101 van de Grondwet geeft aan dat de president leiding heeft aan de buitenlandse politiek. We moeten een tussenweg vinden waarbij de politieke benoemingen waar er geen rekening is gehouden, terug te dringen en meer deskundigheid brengen. Tegelijkertijd wil je de president politiek ook de ruimte geven om te kunnen handelen,” reageert Misiekaba op de stelling van Waidoe.

De tussenweg is gevonden door in de wet op te nemen dat de president de mogelijkheid heeft om naar keuze personen aan te stellen voor de hoofdfuncties. Deze personen moeten voldoen aan de drie eerdergenoemde functievereisten. Voor de overige functies moeten de personen de SDI-opleiding afgerond hebben of een daaraan gelijkgestelde opleiding.

“Precies hetgeen wat we willen voorkomen, willen wij nu regelen en dat is een stukje transparantie brengen in de sturing van de Buitenlandse Dienst door mensen te plaatsen die het land op het hoogste niveau vertegenwoordigen”, zegt de minister van Buitenlandse Zaken, Yldiz Pollack-Beighle. Hiermee geeft zij antwoord op vraag van Breeveld over de transparantie van de Buitenlandse Dienst. De bewindsvrouw is verheugd over dat deze wet aan de vooravond van 43 jaar Srefidensi is aangenomen.

Yvanka Ozir-Awailame
Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April